Loading...
 

Johannes 6, 16-21

2 Donker

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Johannes 6, 16-21: Wees niet bang

Matteüs 14, 22-33 // Marcus 6, 45-52 // - // Johannes 6, 16-21



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1683-1684)

Toen het avond werd, was Jezus nog niet terug. De leerlingen gingen naar het meer. Daar stapten ze in een boot om over te steken naar Kafarnaüm. Het was al donker geworden.
Het begon hard te waaien, er kwamen hoge golven op het meer. Toen ze ongeveer 5 kilometer geroeid hadden, zagen ze opeens Jezus over het water lopen. Hij was vlak bij de boot. De leerlingen werden bang, maar Jezus zei tegen hen: ‘Ik ben het, wees niet bang!’
De leerlingen wilden hem aan boord halen. Maar ze waren al aan land, precies op de plaats waar ze naartoe wilden.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Toen het avond werd, daalden zijn leerlingen af naar het meer.
Ze gingen scheep en zetten koers naar de overkant van het meer,
in de richting van Kafarnaüm.
Toen het donker was geworden, was Jezus nog steeds niet bij hen.
Het meer werd woelig, want er stond veel wind.
Na ongeveer vijfentwintig of dertig stadiën geroeid te hebben
zagen ze Jezus te voet over het meer tot vlak bij de boot komen.
Ze kregen schrik.
Maar Jezus zei tegen hen: ‘Ik ben het, wees niet bang.’
Ze wilden Hem aan boord nemen,
maar vlak daarop bereikte de boot de kust,
waar ze naar op weg waren.



Stilstaan bij …

Avond / donker
Beeldende taal voor moeilijkheden.

Meer
Met dit meer wordt het Meer van Galilea bedoeld, een meer dat een belangrijke rol speelde in het leven van Jezus en van zijn volgelingen.

Water
Water is zowel een symbool van leven als van dood (en afgeleid daarvan van een leven dat bijna geen leven meer is: zware ziekte, tegenslag, ruzie, misverstand, wantoestand, geloofstwijfel ...)

Woelig worden
Beeld voor alles wat het leven bedreigt.

Stadie
Lengtemaat: 185 meter. 25 tot 30 stadia zijn ongeveer 5 km.

Jezus
Deze naam betekent: ‘God redt’.
Het is God die doorheen Jezus bevrijdend optreedt.

Lopen op het water
Beeld voor het beheersen van het kwade.
Dat Jezus op het water loopt, wil zeggen dat Hij over alles wat doodt, onder de voet loopt, meester over is. In die zin is dit verhaal een paasverhaal: Jezus geeft nieuw leven want de dood heeft geen vat op Hem.

Ik ben het
Herinnert aan de naam van God in het Oude Testament: ‘Ik ben die Ik ben’ (Exodus 3, 12.14)
Met deze woorden wordt de nauwe relatie tussen Jezus en God duidelijk.

Wees niet bang / vrees niet
Wordt vaak gezegd als God of een engel een mens toespreekt om hem een taak of een zending te geven.





Bij de tekst

Een wonder verhaal

Dit bijzondere verhaal van Johannes wordt een wonderverhaal genoemd.





Suggestie

Grote kinderen

INLEVEN

'Grond onder mijn voeten'

(Bron: Beloofd blijft beloofd B )

Noteer op een flap: 'Geen grond onder mijn voeten' en laat de kinderen hierbij ervaringen vertellen.
Bijvoorbeeld:
in diep water komen, terwijl je nog niet kunt zwemmen.

Je kunt die zin heel letterlijk lezen, maar je kunt ze ook lezen als een beeld om er een ervaring mee op te roepen.

Hassan voelt zich alleen.
Hij droomt van Marokko. Daar had hij veel vrienden.

Saskia kan niet zo goed met de nieuwe meester opschieten.
Ze droomt van de vorige meester. Die was veel leuker.

Subash en Anita hebben het koud.
Ze dromen van Suriname. Daar was het altijd heerlijk warm.

De ouders van Ellen maken de laatste tijd veel ruzie met elkaar.
Ellen droomt van vroeger. Toen was het thuis veel gezelliger.


Deze kinderen voelen soms even geen grond onder de voeten: ze voelen zich niet zo goed en beginnen te dromen van toen het beter was.
- Kennen jullie ook zo'n gevoel van: 'Ik heb geen grond onder mijn voeten.'
- En dromen jullie dan ook van toen het beter was?

Vertel hierbij dat wat men van vroeger vertelt, vaak niet helemaal precies is: men fantaseert wat, men maakt het hier en daar een beetje mooier.
Maar wat ze voelden is wel waar: 'Nu voel ik me nergens (alleen, koud, ruzie, geen goed contact ...), maar toen had ik grond onder mijn voeten, voelde ik me thuis (vrienden, warm, leuk, gezellig ...)




Bespreking van de evangelietekst
- Hoe voelden Petrus en zijn vrienden zich in de boot?
- Wat wilden ze van Jezus zeggen als ze vertelden dat Jezus over het water naar hen toekwam.
(Jezus laat hen in hun nood niet alleen en geeft hen opnieuw grond onder de voeten)





Jongeren

VERTELLEN

Als op vaste grond

(C. LETERME, Parels van verhalen, uitgeverij Averbode 2019, p. 9)

(Uit de Dzjataka, verhalen en fabels over Boeddha)

Een broeder wilde naar het Jetavana,
de plaats waar boeddhistische monniken bijeenkomen.
's Avonds kwam hij aan bij de oever van de rivier Aciravati.
De schipper had zijn boot al op de oever getrokken
om naar de prediking te gaan luisteren.
Omdat de broeder geen boot zag om over te varen,
ging hij, vol blijde gedachten aan Boeddha,
op het water van de rivier.
Zijn voeten zonken niet in het water: hij ging als op vaste grond.
Maar toen hij in het midden van de rivier de golven zag,
werden zijn blijde gedachten aan Boeddha zwakker
en begonnen zijn voeten te zinken in het water.
Hij dacht opnieuw vol vreugde aan Boeddha
en ging verder op het water.

Zo kwam hij in het Jetavana.
Hij groette de meester en zette zich naast hem neer.
De Meester sprak hem vriendelijk aan en vroeg:
'Beste broeder,
niet te veel moeilijkheden gehad om naar hier te komen?'
De broeder antwoordde:
'Heer, omdat ik vol blijdschap aan Boeddha dacht,
ging ik op het water alsof ik op vaste grond ging.'
Toen zei de Meester:
'Broeder, jij bent niet de enige die een vaste grond vond,
door te denken aan de eigenschappen van de Boeddha,
ook vroeger vonden broeders vaste grond
te midden van de oceaan, toen hun boot vernield was,
door aan de goede eigenschappen van de Boeddha te denken.'




Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 9 augustus 2017, p. 1)

Als we het verhaal hierbij lezen, zeggen we al vlug:
‘Dat kan niet! Mensen kunnen niet op water gaan’
en we leggen het opzij om het te vergeten.
Maar dit verhaal is gemakkelijk meer dan tweeduizend jaar oud
en al die tijd heeft er blijkbaar niemand moeite gedaan
om het opzij te leggen en te vergeten.
Wat is er dan aan de hand met dit verhaal?

In de Bijbel staat een gelijkaardig verhaal.
Op een dag wandelde Jezus op het water.
De enen zeggen: ‘Dat kan niet!’
Anderen zeggen: ‘Dat is een mirakel’!
Toch wordt het verhaal verder verteld
en legt men het niet opzij om het te vergeten.
Wat is er aan de hand met dat verhaal?

Beide verhalen worden het best niet benaderd met de vraag:
‘Wat is er precies gebeurd?’
Maar met de vraag:
‘WAAROM heeft men dit verhaal verteld?’

Het verhaal uit het boeddhisme
wil gelovigen duidelijk aanmoedigen
om vol vreugde te denken
aan de goede eigenschappen van Boeddha.
Dit geeft hun vaste grond in hun leven,
ook als er zich moeilijkheden voordoen.

Het verhaal over Jezus wil christenen
iets over Hem duidelijk maken.
Water is niet alleen iets wat levensnoodzakelijk is,
het roept ook dood op: in water kan men verdrinken.
Als Jezus op water gaat,
wordt duidelijk dat Hij boven de dood staat.





Volkswijsheid

Geen wonder!

Twee toeristen komen bij het meer van Genezaret.
Ze willen naar de andere kant varen.
Op de oever staat een visser die dat wil doen.
Hij vraagt daar 200 sjekel (ongeveer 40 euro) voor.
- Dat is veel te veel, zeggen de toeristen.
- Maar dit is wel het meer waarover Jezus te voet heeft gewandeld!
- Geen wonder! Als het toen ook al zo duur was!



Natuurlijk!

Petrus loopt op het water, Jezus tegemoet.
Maar onderweg zakt hij door het water.
Twee apostelen in de boot geven commentaar als ze dit zien:
‘Wist hij dan niet waar de stenen onder water lagen?’