Loading...
 

Johannes 6, 35-40

2 C.Leterme Israël 2012 07678

Foto © Chantal Leterme (Israël - 2012)


…page…

Johannes 6, 35-40: ‘Ik ben het brood’

De tekst

’Bijbel in gewone taal’ (Johannes 6, 22-35)

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1684)

Jezus zei: ‘Ik ben het brood dat eeuwig leven geeft. Als je bij mij komt, zul je nooit meer honger hebben. Als je in mij gelooft, zul je nooit meer dorst hebben. Maar ik heb al eerder gezegd: Jullie zien wel wat ik doe, maar toch geloven jullie niet in mij.’

Jezus zei verder: ‘De Vader brengt de mensen die bij mij horen, naar mij toe. Ze komen bij mij, en ik zal hen niet wegsturen. Ik ben uit de hemel gekomen, God heeft mij gestuurd. Ik ben dus niet gekomen om te doen wat ik zelf wil, maar om te doen wat God wil.
God wil dat alle mensen die bij mij horen, gered worden. Als het einde van de wereld komt, zullen ze opstaan uit de dood. Dat is wat mijn Vader wil. Alle mensen die de Zoon zien en in hem geloven, krijgen het eeuwige leven. En als het einde van de wereld komt, laat ik hen opstaan uit de dood.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C.Leterme)

En Jezus zei: ‘Ik ben het brood dat leven geeft:
wie tot Mij komt zal geen honger meer hebben,
en wie in Mij gelooft zal nooit meer dorst krijgen.’
Maar Ik zei je reeds, dat, hoewel je Me gezien hebt,
je Me toch niet gelooft.
Al wat de Vader Me geeft, zal tot Mij komen,
en wie tot Mij komt, zal Ik niet buitenwerpen.
Want Ik ben uit de hemel neergedaald,
niet om mijn eigen wil te doen,
maar de wil van Hem die Me gezonden heeft.
En dit is de wil van Hem die Me gezonden heeft,
dat Ik niets van wat Hij Me gegeven heeft verloren laat gaan,
maar het doet opstaan op de laatste dag.
Dit is de wil van mijn Vader,
dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven bezit.
en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.”



Stilstaan bij …

Brood
Jezus gebruikt het woord 'brood' in twee betekenissen:
Letterlijk: brood dat in de oven gebakken is en dat de fysieke honger van mensen stilt.
Figuurlijk: het woord van God dat de spirituele honger van mensen stilt.





Bij de tekst

Context

Het zesde hoofdstuk van het evangelie volgens Johannes wordt ‘De Broodrede’ genoemd. Het begint met het verhaal over de broodvermenigvuldiging (Johannes 6,1-15).



Spreken met beelden

Mensen gebruiken vaak 'beelden' om iets duidelijk te maken. Zo zeggen ze bijvoorbeeld: 'hij kan de eindjes moeilijk aan elkaar knopen' of 'hij beweegt zich op glad ijs' of 'hij kiest eieren voor zijn geld' of ....
Niemand denkt eraan dat letterlijk te nemen. Toch weet men wat men ermee bedoelt.
Als kinderen die 'beelden' niet meteen begrijpen, komen ze er mettertijd wel achter. Of ze hebben een geduldige oma of opa, een goede juf of meester die hen dat duidelijk maakt. Eerst staan die stil bij de letterlijke betekenis van dat beeld om daarna los te komen van die 'letterlijkheid' en het verband te zien met een facet van de realiteit dat men er wil duidelijk mee wil maken.

Vreemd genoeg lezen veel mensen dergelijke 'beelden' in de Bijbel letterlijk. Zo is 'brood' voor hen in de Bijbel gewoon 'brood'. Maar 'brood' in de Bijbel staat voor alles wat 'broodnodig' is, want 'een mens leeft niet van brood alleen, maar van elk woord dat uit de mond van God komt.' Die 'mond' van God is natuurlijk ook weer een beeld. Als niemand ooit God heeft gezien (Johannes) dan kan men niet eens weten of Hij wel een mond heeft. Maar met een mond kan men praten, kan men iets zeggen. God kan dan misschien geen mond hebben om te praten, maar zijn 'woorden' kennen we wel. We vinden ze in de Bijbel, we horen ze uit de mond van profeten vroeger en nu. Over dat 'brood' gaat het.

In het evangelie van Johannes, is brood meer dan het brood van de bakker, zoals ook water meer is dan alleen water, wijn meer dan wijn en licht meer dan licht.
Wanneer Jezus zegt dat Hij dit brood van het leven niet alleen geeft, maar dat Hij dit ook is, biedt Hij zich aan als geestelijk voedsel zodat mensen zich kunnen voeden met zijn woord en zijn manier van leven.





Suggesties

Grote kinderen

VERDIEPEN

Het brood van het leven

In het evangelie van deze dag zegt Jezus van zichzelf: 'Ik ben het brood des levens' / 'Ik ben het brood van het leven'.
Om Jezus te kunnen begrijpen moeten we even stil staan bij wat 'brood' betekent. Het is iets waarmee je in leven kunt blijven ('Op water en brood leven')
Als Jezus zegt dat Hij brood is, dan wil dat zeggen dat Hij als brood wil zijn in ons leven, door wat Hij zegt en wat Hij doet.





SPREKEN MET BEELDEN

Brood: levensbelangrijk

Diens brood men eet, diens woord men spreekt. Zijn broodje is gebakken.
Op water en brood leven.Als warme broodjes verkopen.
Iets broodnodig hebben.Brood op de plank hebben.
Liever een brood in de zak, dan een pluim op de hoed. Zijn brood verdienen.
Een kruimeltje is ook brood.Droog brood eten



In heel wat uitdrukkingen komt het woord 'brood' voor. Ze geven aan hoe belangrijk dit voedsel is in het leven van de mens.
De kinderen staan eerst stil bij de letterlijke betekenis van deze uitdrukkingen, om nadien te zoeken naar de actuele betekenis van elk van die spreekwoorden.

Om deze activiteit af te ronden laat je de kinderen elk van die uitdrukkingen verbinden met de betekenis ervan. Kleef daarvoor de spreekwoorden en hun betekenis op aparte kaartjes. Eerst zoeken de kinderen de spreekwoorden uit. Daarna plaatsen ze er de juiste betekenis bij.

Diens brood men eet, diens woord men spreekt.Ik sta aan de kant van wie mij onderhoudt.
Zijn broodje is gebakken. Hij hoeft zich financieel geen zorgen te maken.
Op water en brood leven.Heel zuinig leven.
Als warme broodjes verkopen.Veel succes met iets hebben.
Iets broodnodig hebben. Iets heel erg nodig hebben.
Brood op de plank hebben. Zich kunnen beredderen.
Liever een brood in de zak, dan een pluim op de hoed.Van eer kan men niet leven.
Zijn brood verdienen. Geld verdienen.
Een kruimeltje is ook brood.Wees gelukkig met wat je hebt.
Droog brood eten. Met weinig rondkomen.



TIP
Maak een keuze tussen deze spreekwoorden. Gebruik alleen die spreekwoorden, die voor de kinderen toegankelijk zijn of die ze al eens kunnen gehoord hebben. Er kan er natuurlijk ook altijd één bij die ze nog nooit eerder hoorden.





VERTELLEN

Het prachtige brood

(C. LETERME, Parels van verhalen, Averbode 2019, p. 170)

Het prachtige brood
Er was eens een bakker die een prachtig brood had gebakken.
Hij liet het aan al zijn klanten zien.
‘Wat een mooi brood,’ zeiden ze.
‘Daar willen we wel het dubbele voor betalen.’
‘Dit brood is niet te koop,’ zei de bakker,
‘Het is voor de koning!’

’s Avonds nam hij het brood mee naar aan de koning.
Maar toen de koning er een stuk van af wilde snijden,
sprong het brood weg, wat de koning ook probeerde.
‘Ik wil niet opgegeten worden,’ zei het brood,
‘want dan kom ik in stukjes en beetjes in een maag terecht.
Zie je mij al tussen de worteltjes, de appelmoes en de worstjes?

Nee, dat is niks voor mij!
Ik wil niet gesneden worden
en ook niet opgegeten worden
zoals de andere broden.
Ik wil alleen maar liggen op een zilveren schotel
in het licht van de kaarsen van het paleis.’

Maar het prachtige brood werd stilaan hard en het beschimmelde.
De dienaren van de koning gooiden het in een vuilnisemmer.
‘Zie me hier nu in liggen, tussen al die rommel’, zei het brood,
‘Ik, het prachtigste brood van de bakker.
Ik wou dat de hond van de koning mij nog zou opeten.
Maar zelfs die lust mij niet meer!’




Overweging bij het verhaal
(C. Leterme)

Dan heeft de bakker een pracht van een brood gebakken …
en dan wil dat brood niet opgegeten worden:
het wil blijven zoals het is: mooi, aantrekkelijk,
schitterend om naar te kijken!

Maar uiteindelijk gaat het de weg van alle brood dat niet opgegeten wordt:
het beschimmelt of wordt zo hard als steen.
Men kan er niets meer mee aanvangen:
het is alleen goed om weggegooid te worden.

Johannes schrijft in zijn evangelie
dat Jezus zichzelf het levend brood noemt;
Maar brood kan maar leven geven
als het onder de mensen verdeeld wordt en opgegeten wordt.

Jezus is natuurlijk geen brood,
maar Hij is wel als brood.
Van de woorden die Hij uitsprak kunnen mensen leven.
Aan wie Hij was, kan men zich inspireren.

Dat brood wordt gebroken en gedeeld.
Het geeft leven aan wie het in zich opneemt.
Het brengt de droom van God dichterbij.
Het maakt het leven tot een droom.




Suggestie
Juist of onjuist?

Juist Onjuist
Het prachtige brood was te koop in de supermarkt *
Het brood was bestemd voor de koning*
Het wilde niets liever dan gedeeld te worden *
De koning vond dit brood het lekkerste van de wereld *
Het prachtige brood beschimmelde*
Uiteindelijk werd het brood opgegeten door de hond van de koning *






Jongeren

VERTELLEN

Het brood van het leven

(C. LETERME, 99 verhalen met een knipoog, uitgeverij Averbode 2014, p. 48-49)

Toen de christenen in Rusland vervolgd werden,
liet men overal in het land weten:
- Het is streng verboden
om een Bijbel te hebben.
Wie er een heeft,
moet die inleveren op het stadhuis.

In een dorpje
wilde een moeder de Bijbel niet afgeven.
- De kerken zijn al een tijd gesloten, zei ze.
Ik wil thuis nog iets van Jezus hebben:
zijn Woord in de Bijbel.

Toen ze op een dag brood bakte,
zag ze door het keukenraam
de geheime politie aankomen.
Vlug nam ze de Bijbel,
verstopte die in het deeg
en schoof het deeg in de oven.

De geheime politie doorzocht
het hele huis heel nauwkeurig,
maar vond niets.
Toen ze weg waren
en het brood gebakken was,
haalde moeder het uit de oven.

Het kwam op tafel
met een ongeschonden Bijbel erin.




Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 8 augustus 2018, p. 1)

Door een ongelukkig toeval
heeft de vrouw in het verhaal hierbij
ineens twee broden in één:
het brood dat gebakken is,
en dat ze zal opeten als het afgekoeld is,
en de Bijbel, het woord van God,
dat als brood is voor de mensen.

De Bijbel is natuurlijk geen brood
zoals de bakker verkoopt.
Toch kun je het ermee vergelijken.
Brood, dat gebakken wordt, is basisvoedsel.
Op die manier is het een beeld
voor alles wat we nodig hebben
om in leven te blijven.

De Bijbel is het woord van God
en net als brood is het een basisvoedsel
voor het innerlijke leven.
Woorden in de Bijbel geven leven, inspireren,
moedigen aan, nodigen uit …
Zonder die woorden kan de gelovige christen
niet voluit leven.

Als Jezus zichzelf het brood van het leven noemt,
dan zegt Hij dat Hij voor de mensen
het brood is dat hen voluit doet leven.
Wat Hij gezegd en gedaan heeft,
inspireert mensen om kwaliteitsvol te leven
in volle eerbied voor de medemens,
de natuur en God zelf.