Loading...
 

Jona 2, 2-5.8

Jona 2, 2-5.8: Jona bidt

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1471-1472)

Daar bad hij tot de Heer, zijn God. Dit is het gebed van Jona:

‘Toen ik bang was, riep ik naar u, Heer.
Van u kreeg ik antwoord.
Ik was bijna dood,
ik schreeuwde om hulp.
U hebt mij gehoord.
U gooide mij midden in de diepe zee.
Het water was overal.
Hoge golven rolden over me heen.
En ik dacht: U stuurt mij weg,
nooit meer zal ik uw heilige tempel zien.

Toen het einde van mijn leven kwam,
dacht ik weer aan u, Heer.
Ik bad tot u,
in uw heilige tempel hoorde u mij.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

'In mijn nood riep ik naar God,
riep ik tot Hem om antwoord.
Uit de schoot van de onderwereld schreeuwde ik:

“Luister naar mijn woord!
Je hebt me in de afgrond geworpen,
in het hart van de zee.
Stromen water omgeven me.
Al je brekers, al je golven slaan over me heen.
Ik ben verworpen, uit je ogen verbannen.
Hoe zal ik ooit nog je heilige tempel zien?

Nu mijn levensadem weggaat,
gaan mijn gedachten naar God.
Laat mijn gebed tot bij Jou komen,
in je heilige tempel. “




Stilstaan bij …

Zee
Mensen vonden de zee toen erg gevaarlijk: je kon er dood gaan.
Daarom wordt in de Bijbel met de zee ook wel de dood bedoeld.

Water
Zowel beeld van vernietiging (zie: verhaal van de zondvloed) als van leven (zie: scheppingsverhaal)





Suggestie

Grote kinderen 

VERDIEPEN

Net als Jona

(Bron: debijbel.nl/bijbelbasics Jona op de vlucht – 1 februari 2021)

Jona is de ene keer ver van bij God, omdat hij vlucht (Jona 1, 3). De andere keer is Jona dicht bij God, en dankt hij Hem (Jona 2, 10). Soms doet Jona wat hij zelf wil, een andere keer luistert hij naar God.
Herken je dat?
Misschien lijk je meer op Jona dan je zelf denkt! Ontdek dat in deze test.
Kies steeds uit drie mogelijkheden.
Tel daarna op hoe vaak je A, B of C kiest. Wat kies jij het meest?

Je buurvrouw vraagt je om een brief voor haar op de post te doen. Wat doe je?
A. Je zegt: ‘Doe dat zelf maar, een beetje beweging doet goed.’
B. Je stopt de brief in je tas en na een week ontdek je dat de brief vergeten bent. Je doet hem toch nog op de bus.
C. Je fietst direct naar de brievenbus om de brief te posten.

Je was thuis niet eerlijk.
A. Als je er niet aan denkt, dan is het er ook niet.
B. Een leugentje om bestwil moet kunnen.
C. Je vertelt eerlijk wat er gebeurd is.

Je wordt met de auto naar school gebracht. Bij het uitstappen komt de autodeur tegen een andere auto. Je ziet dat er daardoor een kras op de andere auto zit.
A. Je doet alsof er niks gebeurd is, die kras zat er vast al op.
B. Je trekt de mouw van je jas over je hand en je probeert de kras weg te vegen.
C. Je spoort de eigenaar op en vertelt eerlijk wat er gebeurd is.

Je neefje heeft met sporten zijn been gebroken.
A. Je stuurt hem een beterschapskaart.
B. Je gaat een keer bij hem op ziekenbezoek.
C. Je brengt hem elke dag wat lekkers.

Een klasgenoot geeft je zonder reden een harde duw. Wat doe je?
A. Je draait je om en geeft hem een harde duw terug.
B. Je loopt mopperend weg.
C. Je zegt niks.

Je buurjongen wint de prijsvraag waar jij ook aan meegedaan hebt. Hij laat je trots zijn prijs zien.
A. Je draait je om en loopt teleurgesteld weg.
B. Je begrijpt niet waarom hij de prijs gewonnen heeft. Jij had het antwoord toch ook goed?
C. Je zegt dat je het leuk voor hem vindt, en je hoopt dat jij een volgende keer wint.

Op school is er een actie voor een goed doel. Wat doe jij?
A. Je doet niet mee, want je ouders geven al geld aan andere goede doelen.
B. Je vraagt wat geld aan één van je ouders.
C. Je organiseert een sponsorloop om zoveel mogelijk geld op te halen.

De juf vraagt je om na schooltijd even te blijven omdat je in de les niet goed meegedaan hebt. Wat doe je?
A. Je piept er snel tussenuit.
B. Je doet alsof je het vergeten bent.
C. Je meldt je direct na schooltijd bij het bureau van de juf.


Tel nu hoe vaak je A, B en C hebt gekozen.

Heb je vooral antwoord A?
Je hebt net als Jona niet altijd zin om een opdracht uit te voeren. Je gaat zonder het te zeggen iets anders doen. In sommige situaties doe je net alsof je van niks weet. Als de waarheid ontdekt wordt, doe je alsnog wat van je gevraagd wordt. Net zoals Jona uiteindelijk toch naar Nineve ging.
Lees dat maar in Jona 3, 1-4.

Heb je vooral antwoord B?
Je doet net als Jona wat er van je gevraagd wordt, maar je baalt als het anders loopt. Je wilt graag dat de dingen op jouw manier gaan. Anders kun je boos worden.
Lees maar over de boze Jona in Jona 4, 1-2.

Heb je vooral antwoord C?
Jona kan nog veel van jou leren! Je doet wat van je gevraagd wordt en je kunt je goed aanpassen in verschillende situaties. Maar af en toe iets minder lief zijn mag ook hoor.





EXTRA

Jona

Klik hier voor suggesties bij het hele verhaal van Jona.