Loading...
 

KLEIEN

Doel

Persoonlijk 'inkleuren' van een verhaal / Bijbelverhaal.





Verloop

Opwarmen

Er wordt geboetseerd met klei, zonder erbij na te denken.
Zeg een begrip (hard, zacht, boos, verdrietig, vreugde, vriendschap) en zonder na te denken boetseren de kinderen / jongeren in een paar minuten iets dat symbool staat voor die begrippen.
Daarna wordt naar elkanders 'werk' gekeken.
Vraag: 'Welke gelijkenissen merk je op?', 'Welke verschillen zijn er?'



Verhaal

. Lees het verhaal / de parabel / ... voor, terwijl iedereen ondertussen gewoon verder kneedt. Vertel dan het verhaal voor een tweede keer, maar trager. Spreek af dat men de klei, die men aan het kneden is neerlegt bij een zin of woord dat de kneder aanspreekt. De begeleider werkt steeds zelf mee.

. Vraag dan om de klei zo te bewerken dat die bij de zin of het woord past waarbij men de klei neerlegde. Iedereen doet dit op zijn eigen manier (men kan hierbij letterlijk of figuurlijk geïnspireerd zijn).

. Vertel het verhaal voor de derde keer. Nu zin per zin per zin. Vraag na elke zin: 'Wie heeft bij deze zin iets geboetseerd?' Het werk wordt getoond en kort toegelicht.

. Wanneer het verhaal helemaal is voorgelezen en iedereen zijn kleiwerk heeft kunnen toelichten, krijgt men de kans om te reageren op de mening van de anderen, en kunnen er verschillende meningen en gevoelens aan bod komen.



Om af te sluiten

Lees het verhaal opnieuw voor, en verwijs telkens naar de verschillende werkjes.





Variant

In plaats van met klei te werken, kunnen de kinderen met plasticine of iets gelijkaardig werken.





Bron

Verslag van een pedagogische studiedag op woensdag 30 april 1997 (Bieke, Griet en Kristof)
Sprekers: Erik Herrebosh en Willy