Loading...
 

Lucas 2, 36-40

Lucas 2, 36-40: De profetes Hanna

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1620)

De profetes Hanna was ook in de tempel. Ze was een dochter van Fanuel, uit de stam Aser. Hanna was heel oud. Ze was vroeger zeven jaar getrouwd geweest, en nu was ze al 84 jaar weduwe. Hanna was altijd in de tempel. Daar eerde ze God dag en nacht, door te bidden en te vasten.
Terwijl Simeon sprak, kwam Hanna erbij staan. Ze dankte God voor alles wat hij gedaan had. Daarna begon ze te vertellen over Jezus. Ze sprak tegen alle mensen die hoopten op de bevrijding van Jeruzalem.
Jozef en Maria deden alles wat verplicht was volgens de wet van God. Daarna gingen ze terug naar huis, naar Nazaret in Galilea.
Jezus groeide op. Hij werd sterk en wijs, en God was bij hem met zijn liefde.



Dichter bij de tijd

(C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Lucas 2, 22-39)

In de tempel is ook Hanna, een profetes. Ze is al vierentachtig jaar oud.
Haar man stierf toen ze zeven jaar getrouwd waren.
Nu is ze altijd in de tempel.
Daar dient ze God dag en nacht met vasten en bidden.
Ze gaat naar Jozef, Maria en Jezus.
Als ze Jezus ziet, looft ze God.
En met iedereen die de bevrijding van Jeruzalem verwacht,
spreekt ze over de jongen

Wanneer Jozef en Maria gedaan hebben wat de wet van God vraagt,
keren ze terug naar huis, naar Nazaret in Galilea.
De jongen groeit op en wordt sterk en wijs, omdat God bij Hem is.



Stilstaan bij ...

Tempel
Voor de joden was de tempel de heiligste plaats op de wereld, de woning van God zelf. Slechts eenmaal per jaar mocht de belangrijkste priester daar in het Heilige der Heiligen komen.
Salomo bouwde de eerste tempel in Jeruzalem om er de ark in te plaatsen. De tempel die Jezus kende, werd door koning Herodes gebouwd, de koning die regeerde toen Jezus geboren werd. Zeventig jaar na de geboorte van Jezus werd die tempel door de Romeinen verwoest.
De Klaagmuur is nu het enige wat er nog van het tempelcomplex overblijft.

Hanna
(= Hebreeuws: geschenk van God, genade)
Hanna was een profetes.

Vierentachtig jaar oud
In de Bijbel is een hoge leeftijd een teken van goedheid en wijsheid. Dit wilde zeggen dat God het goed voorhad met die persoon.

Nazaret
Nazaret was het dorp in Galilea, waar Jezus zijn jeugd doorbracht en waar zijn openbaar leven begon.

Galilea
Deze heuvelachtige en vruchtbare streek bevond zich in het noorden van Israël. Daar woonde een multiculturele en multireligieuze bevolking: naast joden leefden ook vele niet-joden.





Bij de tekst

Hanna en Simeon

Zoals Adam en Eva in het scheppingsverhaal alle mensen vertegenwoordigen, zo vertegenwoordigen Hanna en Simeon bij Lucas de gelovige joden die uitkeken naar de bevrijdende komst van de Messias. In hun dankgebed herkenden de eerste christenen hun eigen dankbaarheid omdat zij Jezus Christus mochten ontmoeten. In Hem konden ze zien, horen en ervaren wie God eigenlijk is.



Vrouwelijke profeten

In de Bijbel komen vrouwelijke profeten niet zoveel voor. Toch zijn er een paar.
In het Oude Testament:
. Mirjam, de zus van Mozes (Exodus 15, 20)
. Debora, een 'rechter' (Rechters 4, 4)
. Chulda, die via priester Chilkia raad geeft aan koning Josia (2 Koningen 22, 14)

In het Nieuwe Testament:
. Hanna die over Jezus spreekt in de tempel (Lucas 2, 38)
. De vier dochters van Filippus (Handelingen 21, 9)





Bijbel en kunst

Icoon

Opdracht van Jezus in de tempel

Lichtmis

'De opdracht des Heren', het feest dat de katholieke Kerk viert op 2 februari, wordt in de orthodoxe Kerk het 'feest van de ontmoeting' genoemd. De kerkvaders, theologen uit de eerste eeuwen van het christendom, zagen in dit gebeuren de ontmoeting tussen het Oude en het Nieuwe Testament.


Het gebeuren speelt zich af in de tempel, de plaats van het Oude Verbond. Dat het tafereel zich dit binnen afspeelt wordt aangegeven door de gedrapeerde rode stof. In de tempel ziet men een altaar, met een baldakijn / ciborium bovenop.


Min of meer centraal staat Maria, de moeder Gods. Haar handen zijn bedekt met de stof van haar mantel. Die houding is ontleend aan de gebruiken aan het hof van Byzantium: in aanwezigheid van de keizer bedekte men zijn handen om hem zo eerbied te betonen.


De moeder Gods wordt gevolgd door de heilige Jozef die in zijn handen, die ook bedekt zijn, twee duiven draagt die als offer zullen gegeven worden. In die twee duiven ziet men het symbool van het Oude en het Nieuwe verbond.


Rechts van Maria en Jozef staat Simeon. Hij houdt de kleine Jezus vast in zijn handen die ook bedekt zijn.


Achter Simeon staat de profetes Anna. Zij wijst naar het kind.
Soms kan ze staan tussen Jozef en Maria in.


Het kind Jezus draagt een gouden (soms een witte) tuniek, een verwijzing naar zijn goddelijkheid. Zijn blote armpje en beentje verwijzen naar zijn menselijkheid. Achter zijn hoofd is een nimbus (stralenkrans) te zien waarin een kruis te zien. Dat kruis verwijst naar zijn dood. De Griekse letters erin betekenen 'de zijnde' en verwijzen naar zijn goddelijkheid.
In zijn hand draagt Hij een schriftrol, waarmee zijn relatie tot de Bijbel duidelijk gemaakt wordt.





REMBRANDT

Profetes Hanna (1631)

5 Rembrandt Profetes Hanna

Olie op doek
Rijksmuseum Amsterdam (foto: Wikimedia)


Werk van Rembrandt Harmenszoon van Rijn (1606-1669).
Vermoedelijk stond zijn moeder model voor de profetes Hanna.





A. DE GELDER

Simeon en Hanna loven de kleine Jezus (rond 1700)

5 Aert De Gelder Het Loflied Van Simeon

(Wikipedia)
Olieverf op doek - 94 x 107 cm - Mauritshuis, Den Haag


Werk van de Nederlandse kunstschilder Aert / Arent De Gelder (1645-1727), de laatste leerling van Rembrandt.





Suggesties

Kleine kinderen

DOEN

Kleuren

Opdracht





Overweging

Paul Kevers

Jezus de Messias

(P. KEVERS in Samuel, uitgeverij Averbode, 2002, nr 4)

Over de geboorte en de jeugd van Jezus weten we maar heel weinig. Slechts twee van de vier evangelisten, Matteüs en Lucas, vertellen daar enkele verhalen over. Met die verhalen willen ze niet uitleggen hoe het allemaal precies gebeurd is. Dat wisten ze waarschijnlijk zelf niet. Het zijn geloofsverhalen, waarmee ze wilden uitdrukken wat ze zelf over Jezus geloofden. Bijvoorbeeld, dat Jezus de Messias was die al zo lang door het volk Israël werd verwacht. Messias betekent 'gezalfde'. Want een koning werd gezalfd, en het volk verwachtte een nieuwe koning die hen zou bevrijden.

Lucas vertelt zo'n verhaal over Jezus' kindertijd. Zoals alle vrome ouders brengen ook Jozef en Maria hun eerstgeboren zoontje op de veertigste dag na zijn geboorte naar de tempel, om het daar aan God op te dragen. Lucas vertelt dat het jonge gezin daar twee bijzondere mensen ontmoette. Simeon, 'een rechtvaardige en vrome man', dat wil zeggen iemand die de joodse wet onderhield. En Hanna, 'een profetes'. Je zou kunnen zeggen dat deze twee mensen 'de Wet en de Profeten' vertegenwoordigen, de belangrijkste boeken van het geloof van Israël. Zij begroeten het kind Jezus als de langverwachte Messias en daarom prijzen zij God. Lucas nodigt zijn lezers om dat ook te geloven: dat Jezus vanaf zijn geboorte de beloofde Messias is, de bevrijder die door God werd gestuurd.