Loading...
 

Lucas 11, 14-26

2 Demon

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Lucas 11, 14-26: Jezus verdedigt zich

Lucas 11, 14-26 // Matteüs 12, 22-30// Marcus 3, 22-27



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1642)

Jezus jaagde een kwade geest weg uit een man die niet kon praten. Toen de geest weg was, kon de man praten. De mensen waren verbaasd.
Maar sommigen zeiden: ‘Jezus kan kwade geesten wegjagen omdat Satan hem helpt. Want Satan is de leider van de kwade geesten.’ En anderen zeiden tegen Jezus: ‘Bewijs maar eens met een teken dat u door God gestuurd bent.’ Ze wilden laten zien dat Jezus dat niet kon.

Jezus wist wat de mensen dachten. Hij zei: ‘Een land dat oorlog voert tegen zichzelf, wordt leeg en verlaten. Daar storten alle huizen in.
Met Satan is het net zo. Want als ik kwade geesten wegjaag met hulp van Satan, dan vecht Satan tegen zichzelf. En dan vernietigt hij zijn eigen macht.
Jullie beweren dat ik kwade geesten wegjaag met hulp van Satan. Maar jullie eigen mensen jagen ook kwade geesten weg. Dat doen ze toch ook niet met hulp van Satan? Zij zijn dus het bewijs dat jullie ongelijk hebben.
Ik jaag de kwade geesten weg met de macht van God. Daaraan kunnen jullie zien dat Gods nieuwe wereld gekomen is.
Het huis van een sterke, gewapende man kun je niet zomaar leegroven. De man bewaakt zijn huis goed, zijn bezittingen zijn veilig. Totdat er iemand komt die nog sterker is dan die man, en hem verslaat. Dan verliest die man alles. Al zijn spullen worden meegenomen, ook de wapens waarop hij vertrouwde.
Iedereen die niet voor mij kiest, is mijn vijand. Als je mij niet helpt, dan help je Satan. Ik breng mensen bij God, maar Satan houdt mensen juist bij God weg.’

Jezus zei: ‘Stel je eens voor: Een kwade geest woont in een man. Op een dag gaat die kwade geest uit hem weg. De geest zwerft door de woestijn. Hij zoekt een plek om te rusten, maar vindt die niet. Dan denkt hij: Ik ga terug naar huis, naar de man in wie ik eerst woonde.
De kwade geest komt terug en ziet dat zijn huis schoon is. Het is klaar om in te wonen. Dan roept hij er zeven andere geesten bij, die nog erger zijn dan hijzelf. En allemaal gaan ze in die man wonen. Dan gaat het met hem nog slechter dan daarvoor.’



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Eens dreef Jezus een duivel uit
uit iemand die niet kon spreken.
Toen de duivel weg was,
kon de man terug spreken.
De mensen verbaasden zich.
Maar er waren er ook bij die zegden:
‘Het is dankzij de koning van de duivels,
dat Hij duivels kan uitdrijven.’
Anderen verlangden van Jezus
een teken uit de hemel om Hem te testen.

Maar Hij kende hun gedachten en zei :
‘Elk koninkrijk dat innerlijk verdeeld is,
gaat ten onder.
en het ene huis valt op het andere.
Als ook duivel innerlijk verdeeld is,
hoe kan zijn rijk dan standhouden?
Jullie beweren toch
dat Ik duivels uitdrijf
dankzij de koning van de duivels.
Maar als Ik dat zo doe,
hoe doen jullie eigen mensen het dan?
Daarom zullen zij jullie rechters zijn.
Maar als Ik de duivels uitdrijf met de vinger van God,
dan is het rijk van God bij jullie gekomen.

Als een sterke, goed bewapende man zijn huis bewaakt,
dan zijn bezittingen veilig.
Maar als iemand die sterker is dan hij,
hem aanvalt en hem overwint,
dan neemt die zijn wapenrusting af waarop hij vertrouwde
en verdeelt hij de buit.
Wie niet met Mij is, is tegen Mij,
en wie niet met Mij verzamelt, verdeelt.
Als een onreine geest iemand verlaten heeft,
doolt hij rond door de woestijn op zoek naar rust.
Als hij die niet vindt, zegt hij:
‘Ik keer terug naar het huis, waar ik vandaan kom.’
Bij zijn terugkomst vindt hij het terug:
schoon en helemaal opgeruimd.
Dan gaat hij zeven andere geesten halen,
die nog slechter zijn dan hij.
Die gaan naar binnen en blijven daar wonen.
Zo is iemand bij wie de duivels intrekken
er uiteindelijk erger aan toe dan voorheen.’



Stilstaan bij...

Beëlzebul
In het Nieuwe Testament is Beëlzebub (// Baäl-Zebub) een andere naam voor de duivel. Deze naam betekent 'heer van de vliegen' en was een Bijbelse spotnaam voor Beëlzebul (// Baäl-Zebul) dat 'heer van het huis' betekent.





Bij de tekst

Waar het om gaat

Wanneer Jezus een duivel uitdrijft, zeggen sommigen dat Hij dit kan doen dankzij Beëlzebul, de koning van de duivels.
Maar Jezus zegt dat God aan de basis ligt van zijn mogelijkheid om duivels uit te drijven. Voor Hem is dat een teken dat het Rijk van God gekomen is.