Loading...
 

Lucas 9, 22-25

Lucas 9, 22-25: Jezus volgen

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1636-1637)

Jezus vertelde wat er met hem zou gebeuren. Hij zei: ‘De Mensenzoon zal veel moeten lijden. De leiders van het volk, de priesters en de wetsleraren zullen hem behandelen als een vijand. Hij zal gedood worden. Maar drie dagen later zal hij opstaan uit de dood.’

Jezus zei tegen alle mensen: ‘Als je mijn volgeling wilt zijn, dan mag je niet meer aan jezelf denken. Je moet juist bereid zijn om je leven op te geven, elke dag opnieuw. En je moet met mij meegaan. Als je je leven probeert te redden, zul je het juist voor altijd verliezen. Maar je kunt ook je leven verliezen omdat je mijn volgeling bent. Dan zul je je leven juist voor altijd redden.’
Jezus zei verder: ‘Stel dat je de hele wereld in bezit krijgt. Wat heb je daaraan als je je leven verliest? Of als je jezelf daarmee kapotmaakt?



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

'De Mensenzoon moet veel lijden.
De oudsten, hogepriesters en Schriftgeleerden
zullen Hem verwerpen en doden.
Maar op de derde dag zal Hij verrijzen.'
Terwijl Hij zijn leerlingen één voor én aankeek, zei Jezus:
‘Als iemand met Me wil meegaan, dan moet hij zichzelf vergeten,
elke dag zijn kruis opnemen en Me volgen.
Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen,
maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, die zal het redden.
Wat heeft een mens eraan dat hij de hele wereld wint,
maar zichzelf verliest of schade toebrengt?’



Stilstaan bij ...

Mensenzoon
De profeten gebruikten het woord ‘mensenzoon’ om een mens aan te duiden in zijn sterfelijkheid en nietigheid. De profeet Daniël spreekt over de Mensenzoon als iemand die betrokken is bij het einde der tijden.

Oudsten
Dit waren de hoofden van de voornaamste families. Ze hadden een leidinggevende positie in Israël.

Hogepriester
Priester die aan het hoofd stond van de priesters en de levieten. De hogepriester was ook de voorzitter van het Sanhedrin, de Grote Raad.

Schriftgeleerden
Schriftgeleerden waren vooraanstaande leraars in de tijd van Jezus. Ze bestudeerden de Wet en waren de geestelijke leiders van het volk. Sommigen hadden leerlingen die zich onder hun leiding schoolden in de Wet. Naast de geschreven Wet, hielden ze zich ook aan de mondelinge overlevering.

Derde dag
In de Bijbel doet het getal drie aan God denken. De derde dag is dan het moment (dag, periode) waarop God zich aan de mens laat kennen. Het moment waarop de mens voelt en weet: 'God laat me niet in de steek'.

Zijn kruis opnemen
Beeldspraak voor het aanvaarden van het lijden.





Bij de tekst

Merk op

Jezus gebruikte zelf het woord 'Gezalfde / Messias / Christus' niet, want het kon gemakkelijk begrepen worden als ‘politiek leider’, iets wat Jezus niet wilde zijn. Jezus sprak over zichzelf wel als ‘de Mensenzoon’.





Bijbel en kunst

Fotografie

K. CARDEN


Kevin Carden Man Shadow Cross01s

Deze digitaal bewerkte foto (2014) toont een man die van duisternis naar licht loopt met een Bijbel in zijn linkerhand.
Zijn schaduw op de muur beeldt hem af met een kruis.





Suggesties

Kleine kinderen

DOEN

En kruis van vijf vierkanten

De kinderen scheuren elk vijf vierkanten uit, die ze nadien op een contrasterende ondergrond kleven waarbij ze een kruis vormen.

Of ze tekenen een kruis.
- Waar hebben ze dit nog gezien?
- Wat weten ze erover?
De kinderen kleuren dat kruis nadien met levende kleuren.





EXTRA

Klik hier voor meer informatie en suggesties over 'kruis'.





Grote kinderen

VERDIEPEN

Gesprek: Kruis opnemen

- Een kruis, wat is dat?
(Doet denken aan de kruisdood van Jezus, aan iets wat moeilijk is.)

- Als mensen zeggen: 'Ik moet mijn kruis dragen', wat bedoelen ze daarmee?
(Kruis dragen = het leed dragen dat bij het leven hoort)

- Dragen jullie ook een kruis?
- Welk kruis is dat?
- Als mensen Jezus willen volgen, dragen die dan een kruis?
- Welk kruis kan dat dan zijn?





VERTELLEN

Quo vadis?

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007, p. 185)

Toen Nero keizer van Rome was,
vervolgde hij vele christenen en liet hen doden.
De christenen die aan die vervolgingen ontsnapt waren,
vreesden niet alleen voor hun eigen leven,
maar ook voor dat van Petrus en Paulus,
de belangrijkste apostelen.
Daarom zeiden ze aan Petrus:
- Ga een tijdje weg uit Rome.
Ga naar Sicilië. Daar zul je veilig zijn.
Petrus liet zich overtuigen.

Voor dag en dauw vertrok hij uit Rome,
samen met Nazarius.
Het was nog donker.
Petrus zag in de verte iemand naar hem toekomen.
- Zie je die man op ons afkomen, Nazarius?
- Nee, meester, ik zie niets, zei Nazarius.
- Zie je dan niemand?
Plotseling wierp Petrus zich op zijn knieën.
- Domine, quo vadis? (Heer, waar ga je naartoe?) vroeg Petrus.
Toen zei een stem:
- Jij verlaat je medechristenen, Petrus.
Daarom ga ik naar Rome
om voor de tweede keer gekruisigd te worden.

Petrus was hierdoor erg getroffen.
Hij wist dat het Christus was die zo tot hem sprak.
En in plaats van naar het rustige en veilige Sicilië te gaan,
ging hij terug naar Rome.


Deze legende is verbonden aan een kerk aan de via Appia, enkele kilometers buiten Rome, waar boven op de deur het opschrift staat: 'Domine, quo vadis?’




Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 24 juni 2015, p. 1)

Waar ga je naartoe?
Een vraag die in deze tijd van het jaar vaak gesteld wordt. Als antwoord krijg je dan een vakantiebestemming, dichtbij of veraf. Met steeds de ondertoon van een deugddoende tijd die niet doorkruist wordt met de zorgen voor het werk, de planning in het huishouden, het tegenvallende weer, de files die het dagschema in de war brengen ...

Waar ga je naartoe?
Die vraag kun je ook anders lezen. Niet zo letterlijk! Je hoort dan: wat ben je van plan met je leven? Wat wil je ermee aanvangen? Wat doe je met de uitdagingen die op je afkomen? Wat vind je het belangrijkste in je leven?

Waar ga je naartoe?
Toen keizer Nero de eerste christenen vervolgde en doodde, wilde Petrus uit Rome wegvluchten. Onderweg op de via Appia zag hij Jezus op hem afkomen. Petrus vroeg hem waar Hij naartoe ging. Jezus zei dat Hij in zijn plaats naar Rome ging. Hij wilde de christenen blijven bijstaan, zelfs al zou Hem dat nog eens zijn leven kosten.

Waar ga je naartoe?
Neem jij je verantwoordelijkheid op? Zelfs als dit grote gevolgen heeft voor je eigen leven. Laat je mensen in de steek, zoals Petrus, die wilde vluchten naar Sicilië? Of wil je je juist met hen inlaten, zoals Jezus?

Waar ga je naartoe?
Het antwoord op die vraag kan je heel diep raken. De bestemming die je opgeeft kan bepalend zijn voor de weg die je gaat, je manier van leven. De plaats waar christenen uiteindelijk naartoe willen is wat Jezus het 'Rijk van God' noemde: de plaats waar iedereen gelukkig is. Al is de bestemming duidelijk, de reisroute is dat niet! Dat maakt het er niet gemakkelijker op!

Waar ga je naartoe?
Toen Petrus het antwoord van Jezus op die vraag hoorde, keerde hij zich om, en ging terug naar Rome. Na zijn ontmoeting met Jezus was het voor hem duidelijk dat hij zijn medechristenen niet in de steek mocht laten. Als plaatsvervanger van Jezus was hij verantwoordelijk voor hen.

Waar ga je naartoe?





Een kamer vol kruisen

C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 100.

Een jonge man was ten einde raad.
Hij zag geen uitweg meer in zijn leven,
en begon te bidden:
'God, ik kan niet meer!
Mijn kruis is veel te zwaar om te dragen.'

God antwoordde:
'Lieve zoon, kom even met me mee.
In deze kamer staan verschillende kruisen.
Kies maar het kruis waarvan jij vindt
dat je dat het beste kunt dragen.'

De man was opgelucht.
Hij keek rond in de kamer
en zag allerlei soorten kruisen.
Sommige waren zo groot
dat hij er de top niet van kon zien.
Andere zagen er heel zwaar uit.

Toen zag hij een klein kruisje.
Het stond tegen de muur.
'Ik zou dat kruis willen, God,' zei hij.
Toen zei God: 'Lieve zoon,
dat is het kruis
dat je zelf naar hier hebt gebracht.'





DOEN

De hartendoos

De kinderen maken een ‘hartendoos’, een doos die / doosje dat met één groot hart versierd is.

Schermata 2017 03 18 Alle 10.05.12

Wie volgeling van Jezus is, wil steeds meer en beter doen wat Jezus zegt. Wat kan dit zijn?
De antwoorden op die vraag schrijven de kinderen met trefwoorden op kaartjes in de vorm van een hartje. (bv. vrede, liefde, rechtvaardigheid, eerlijkheid, delen, vrede, vergeven ...)
Elke dag halen de kinderen een hartje uit de doos. Dit wordt het werkpuntje van de dag.


TIP
Maak eventueel zo’n ‘hartendoos’ voor de groep. Telkens de groep bijeenkomt wordt er een hartje uitgehaald, dat voor de hele groep het werkpunt van die dag wordt.





Overwegingen

Marc Gallant, trappist (Orval)

Jezus volgen (2013)

Jezus geeft een totaal ander beeld van de Messias, en het is, op eerste zicht, allesbehalve enthousiasmerend. Een Messias die moet lijden en sterven beantwoordt helemaal niet aan onze verwachting, noch aan onze voorstelling van God of van zijn gevolmachtigde Messias die ons zouden moeten redden uit het onaanvaardbare, het lijden en de dood. We willen nog wel aannemen dat God ons daaruit redt, maar niet dat Hij met ons wil zijn in onze menselijke conditie. Eigenlijk hebben we een paternalistisch godsbeeld: een God die, van ver, de touwtjes trekt, een God die neerbuigend vanuit zijn hoge hemel ons met een lange arm uit onze penarie helpt. Maar God is niet neerbuigend. Hij is Liefde: Hij wil dus met ons zijn. Dat is de revolutie die Jezus ons brengt. En die reikt ver.

Jezus volgen kan dan nooit een evasie worden uit onze begrensde aardse werkelijkheid. We moeten juist de harde realiteit niet ontvluchten als God die met ons komt beleven. Jezus volgen is elke dag het kruis opnemen van onze begrenzingen, onze zwakheden, onze mislukkingen en ons lijden, aan de hand van Hem die ons voorgaat. Het is misschien een harde weg, maar weten er ons niet alleen. Wie zijn leven wil redden door te ontsnappen aan de werkelijkheid, zal het verliezen in irreële dromen.
God is immers dé Werkelijkheid.



Kruis opnemen (2016)

Lucas herinnert ons dus aan een levensregel. Wie de naam van christen wil dragen, zal in zijn leven een plaats moeten geven aan het aanvaarden van het kruis en het lijden. Het gaat hier niet om een ziekelijke kwelling, maar om in vertrouwen Christus na te volgen. Het leven is nooit helemaal zoals we het zouden willen, de mensen om ons heen reageren niet altijd volgens onze wensen. Net zoals Jezus het lijden aanvaard heeft dat het leven met zich meebracht, zal de christen zijn kruis dragen, anders kan hij Jezus’ leerling niet zijn.
“Wie zijn leven wil redden, zal het verliezen, zegt Jezus ons vandaag, maar wie zijn leven om Mij verliest, die zal het redden”. Steeds komt Hij daar terug op. Leven in liefde is nooit zelfgericht leven, er bestaat geen geestelijk autisme.