Loading...
 

Marcus 6, 17-29

Marcus 6, 17-29: Johannes de Doper wordt gedood

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1589)

Nu volgt het verhaal over de dood van Johannes de Doper.
Koning Herodes had Herodias als vrouw genomen. Maar zij was al de vrouw van zijn broer Filippus. En Johannes had tegen de koning gezegd: ‘U mag niet trouwen met de vrouw van uw broer.’ Daarom had de koning Johannes laten grijpen en hem in de gevangenis opgesloten.
Herodias haatte Johannes, ze wilde hem dood hebben. Maar ze kreeg haar zin niet. Want de koning had veel respect voor Johannes. Hij wist dat Johannes eerlijk was en dat hij bij God hoorde. Daarom beschermde de koning hem. Vaak werd hij onrustig van de dingen die Johannes zei. Toch luisterde hij graag naar hem.
Op een dag kreeg Herodias haar kans. Koning Herodes was jarig en gaf een groot feest. Hij nodigde zijn bestuurders en de legerleiders uit, en de belangrijke mensen uit Galilea.
Op het feest danste de dochter van Herodias voor de koning en zijn gasten. Iedereen genoot ervan. Daarom zei de koning tegen haar: ‘Je mag een cadeau kiezen. Zeg maar wat je wilt. Alles wat je kiest, zal ik je geven. Dat beloof ik je. Zelfs al is het de helft van mijn koninkrijk.’
Het meisje liep weg en vroeg aan haar moeder: ‘Wat zal ik kiezen?’ Haar moeder zei: ‘Het hoofd van Johannes de Doper.’ Meteen holde het meisje terug en zei tegen de koning: ‘Ik wil nu direct het hoofd van Johannes de Doper op een bord.’
Koning Herodes vond het vreselijk dat ze dat wilde. Maar hij kon er niets meer aan doen. Hij had het beloofd, en alle gasten hadden het gehoord. Hij gaf meteen een soldaat de opdracht: ‘Breng het hoofd van Johannes hier.’ De soldaat ging naar Johannes in de gevangenis en hakte zijn hoofd af. Hij bracht het hoofd binnen op een bord en gaf het aan het meisje. En het meisje bracht het hoofd naar haar moeder.
De leerlingen van Johannes hoorden wat er gebeurd was. Ze gingen het lichaam van Johannes halen en legden het in een graf.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Koning Herodes had Johannes laten arresteren
en in de gevangenis geworpen omwille van Herodias,
de vrouw van zijn broer Filippus, die hij tot zijn vrouw had genomen.
Want Johannes had tot Herodes gezegd:
‘Het is niet toegelaten om de vrouw van uw broer te hebben.”
Daarom was Herodias op hem gebeten en wilde hem doden,
maar zij kreeg geen kans,
want Herodes had veel waardering voor Johannes.
Hij vond hem rechtschapen en heilig en nam hem in bescherming.
Telkens wanneer hij hem gehoord had, verkeerde hij in tweestrijd.
Toch luisterde hij graag naar hem.

Tot op de dag dat Herodes bij zijn verjaardag een maaltijd hield
voor hoogwaardigheidsbekleders, hoofdofficieren en vooraanstaanden van Galilea.
De dochter van Herodias danste en viel in hun smaak.
De koning zei: ‘Meisje, vraag me wat je wilt en ik zal het je geven.’
En hij bevestigde dit met een eed:
‘Wat je me ook vraagt, ik zal het je geven,
al is het de helft van mijn koninkrijk.’
Zij ging naar buiten en vroeg aan haar moeder: ‘Wat zou ik vragen?’
Die antwoordde: ‘Het hoofd van Johannes de Doper.’
Het meisje haastte zich naar de koning en zei:
‘Ik wil dat u mij direct het hoofd van Johannes de Doper geeft op een schotel.”
Dit deed de koning verdriet,
maar hij wilde zijn belofte houden en haar niet afwijzen.
Onmiddellijk stuurde de koning een lijfwacht
en vroeg hem om het hoofd van Johannes te brengen.
De man ging en onthoofdde hem in de gevangenis.
Hij bracht het hoofd op een schotel en gaf het aan het meisje.
Zij gaf het weer aan haar moeder.

Toen zijn leerlingen hiervan hoorden,
kwamen ze zijn stoffelijk overschot halen
en legden het in een graf.



Stilstaan bij …

Koning Herodes
Met koning Herodes wordt in deze context Herodes Antipas bedoeld. Deze zoon van Herodes de Grote, was viervorst van Galilea en Perea. In feite was hij een vazal van de Romeinen.





Bij de tekst

Salome

Het 'meisje' in de tekst blijkt Salome te heten.
Flavius Josephus, een joods historicus, schreef dat Salome geboren werd in 15 na Christus. Ze was de dochter van Herodes Filippus en Herodias. Toen Herodias scheidde van Herodes Filippus om te trouwen met Herodes Antipas, ging Salome met haar moeder mee naar Palestina, waar ze als vijftienjarige danste voor een hoog gezelschap en als waardering het hoofd van Johannes de doper vroeg.
In 29 na Christus werd ze uitgehuwelijkt aan haar oom Filippus, tetrarch over de Joodse gebieden ten noordoosten van het meer van Galilea. Ze kregen geen kinderen.
Na zijn dood in 34 na Christus hertrouwde ze met haar neef Aristobulus van Chalkis, de zoon van haar oom Herodes, de koning van Chalkis. Samen kregen ze drie kinderen: Herodes, Agrippa en Aristobulus .
Salome stierf voor 61 na Christus.





Bijbel en kunst

A. SOLARIO

Salome met het hoofd van Johannes de Doper (1506)

Anrea Solari Salome Met Het Hoofd Van Johannes De Doper

Olie op doek - Metropolitan Museum of art, New York


Werk van de kunstschilder Andrea Solari (1460 - 1524), een Italiaans renaissanceschilder en een van de belangrijkste volgelingen van Leonardo da Vinci.

‘Op dit schilderij wordt Salome voorgesteld als een ideale schoonheid, gekleed in dure zijde, fluweel en weelderige sieraden. Het hoofd van Johannes de Doper wordt omhooggehouden door de hand van de beul, waarvan we alleen de arm zien. Hoewel de beul Johannes doodde, toch was het Salome die vroeg om hem te vermoorden. Dit schilderij legt het moment vast waarop de beul het hoofd van Johannes op het tinnen bord legt, dat Salome in haar handen vasthoudt. Hoewel ze precies kreeg waar ze om vroeg, ziet ze er niet gelukkig uit. Het contrast tussen haar opvallend mooie maar toch ongelukkig gezicht, met het hoofd van Johannes, dood maar vredig, maakt dit hele schilderij zeer dramatisch.’
(naar: P. van der Vorst in 'Daily Gospel, Christian Art.Today’)





CARAVAGGIO

De Italiaanse barokschilder Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-1610), maakte verschillende schilderijen over dit onderwerp. O.a.:



'De onthoofding van Johannes de Doper' 1608)


San Giovanni Battista

3, 6 op 5, 2 meter - (Morguefile free stock photo license)


Dit is het enige schilderij dat Caravaggio signeerde. Hij deed dat in de bloedplas.

Situatie volgen de Bijbel
Johannes zat in de gevangenis omdat hij kritiek had op Herodes Antipas. Die scheidde van zijn vrouw en had een affaire met Herodias, de vrouw van zijn broer. Op de verjaardag van Herodes danste de Salomé, de dochter van Herodias, voor Herodes en zijn gasten. Omdat Herodes hierover zo in de wolken was, beloofde hij haar alles wat zij maar wilde hebben. Salomé ging haar moeder Herodias. Die zei dat ze het hoofd van Johannes de Doper moest vragen.



Schilderij
De onthoofde Johannes de Doper ligt op de grond met zijn handen op de rug gebonden, gekleed in een felrode mantel.
De hoofdrolspelers staan er in een halve cirkel omheen:
. Een meisje dat een schotel vasthoudt
. Een dienares die vertwijfelt met de handen naar het hoofd grijpt.
. Een cipier die wijst naar de schotel waarop de beul het hoofd moet neerleggen.
. Een beul die met de ene hand zijn bebloede mes in het holster achter zijn rug steekt en met de andere hand het hoofd van Johannes de Doper aan de haren van de grond opraapt.

De onthoofding gebeurt voor de gevangenis. Achter tralies kijken twee gevangenen toe naar wat wellicht ook hun lot zal zijn.



’Salome met het hoofd van Johannes de Doper' (1609)


Caravaggio

(116x140cm. Koninklijk paleis van Madrid)



Drie personen staan rond het hoofd van Johannes de Doper dat op een tinnen schotel ligt.
. Salome die de schotel met het hoofd vasthoudt, maar ervan weg kijkt.
. Herodias, de moeder van Salome, die haar dochter voorstelde om het hoofd van Johannes de Doper te vragen en naar het hoofd kijk
. de beul, die ook naar het hoofd kijkt.


De beul, die neerkijkt op het afgehakte hoofd, helpt het schilderij te transformeren 'van een provocerend spektakel in een diepgaande meditatie over de dood en de menselijke boosaardigheid'.
(Naar John Cash, Caravaggio-onderzoeker)



Suggestie
Bedenk wat door het hoofd van de drie personen (Salome, Herodias en de beul) zou kunnen gegaan zijn.