Loading...
 

Marcus 7, 24-30

Marcus 7, 24-30: Jezus en een Syro-Fenicische vrouw

Matteüs 15, 21-28 // Marcus 7, 24-30 // -



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1592)

Jezus ging naar de omgeving van de stad Tyrus. Hij was daar bij iemand in huis. Hij wilde zijn bezoek geheimhouden, maar de mensen ontdekten toch dat hij er was. Al snel kwam er een vrouw naar hem toe die over hem gehoord had. De vrouw was niet Joods, ze kwam uit het gebied van Tyrus. Ze had een dochter die een kwade geest in zich had.
De vrouw knielde voor Jezus en vroeg: ‘Wilt u de kwade geest uit mijn dochter wegjagen?’
Maar Jezus antwoordde: ‘Eerst mogen de kinderen eten zo veel als ze lusten. Het is verkeerd om het brood voor de kinderen aan de honden te voeren.’ De vrouw antwoordde: ‘Maar Heer, de kinderen laten soms stukjes brood op de grond vallen. Dat mogen de honden onder de tafel opeten.’ Jezus zei tegen haar: ‘Dat heb je goed gezegd. Ga maar rustig naar huis. De kwade geest is al weg uit je dochter.’
Toen de vrouw thuiskwam, lag haar dochter in bed. De kwade geest was weg.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Jezus vertrok en ging naar de streek van Tyrus en Sidon.
Hij ging een huis binnen en wilde niet dat iemand het te weten kwam.
Maar dat bleef niet onopgemerkt.
Een vrouw van wie het dochtertje bezeten was
door een onreine geest,
kwam naar Hem toe, zodra ze van Hem hoorde.
Ze was een Helleense van Syrofenicische afkomst.
Ze wierp zich voor zijn voeten en vroeg aan Jezus:
‘Wil je de duivel uit mijn dochter uitdrijven?’
Jezus zei: “Laat eerst de kinderen genoeg te eten krijgen,
want het is niet goed het brood dat voor de kinderen bestemd is
aan de honden te geven.”
Maar zij antwoordde: “Toch wel, Heer.
Want de honden onder tafel eten van de kruimels van de kinderen.”
Toen zei Hij tegen haar: “Omdat je dit zegt … ga naar huis,
de duivel heeft je dochter verlaten.”
Ze keerde naar huis terug, vond haar kind in bed
en zag dat de duivel was weggegaan.



Stilstaan bij ...

Tyrus en Sidon
Tyrus lag / ligt aan de kust van de Middellandse zee, ten Noorden van Palestina, in het huidige Libanon. Sidon lag / ligt ongeveer 40km ten noorden van Sidon.
Toen Jezus leefde was het gebied van Tyrus en Sidon in de ogen van de joden ‘het land van de heidenen’.

Syro-Fenicië
Marcus heeft het over Syro-Fenicië om te vermijden dat men verwart met Fenicië in Afrika.

Demon / duivel
Toen Jezus leefde, geloofden de mensen dat ziekten veroorzaakt werden door demonen, duivels of kwade geesten.

Kinderen
De vrouw kan echte kinderen bedoelen, maar omdat ze het verder heeft over honden, een scheldwoord voor de heidenen in de mond van joden, kan ‘kinderen’ verwijzen naar de joden, die zich ‘kinderen van God’ noemen.

Hond
Toen Jezus leefde, zwierven honden rond in steden en dorpen, waar ze een soort reinigingsdienst waren door het afval op te eten. De joden hadden er een grote afkeer van. In de Bijbel worden honden beschreven als lui, dom, woest en bloeddorstig. Volgens de joodse wet zijn het onreine dieren. Het woord 'hond' is in oosterse landen een scheldwoord voor wie niet tot het eigen geloof behoort.





Bij de tekst

Als je dit aan kinderen vertelt ...

... besef dan dat het beeld van het brood en de kruimels moeilijk is voor kinderen. Toch is het van groot belang voor de betekenis van het verhaal.
Als verteller moet je goed voor ogen hebben dat Jezus in beelden sprak en dat de vrouw in beelden antwoordde. Jezus en de vrouw zeggen op het eerste zicht alleen iets over kinderen, honden, brood en kruimels … maar uiteindelijk gaat het over joden, niet-joden, de blijde boodschap en aan wie die gericht wordt.

Omdat er zo nadrukkelijk gesproken wordt met beelden, wordt dit verhaal best niet verteld aan kinderen jonger dan acht jaar. Zelfs vanaf negen jaar kan men het maar vertellen als kinderen enige notie hebben van het spreken met beelden. In dat geval kun je ze best even ‘opwarmen’. Bijvoorbeeld:
spreek even tot hen in spreekwoorden die erg beeldend zijn. Pas als ze doorhebben dat spreekwoorden niet letterlijk te begrijpen zijn, kun je deze tekst voorlezen.



Spreken met beelden

Het gesprek tussen Jezus en de vrouw wordt gevoerd in een versluierde taal, waar beide partijen blijkbaar vertrouwd mee waren:

Kinderen = joden. De joden voelden zich het uitverkoren volk van God.
Syrofenicische vrouw = het heidendom
Honden = niet-joden / heidenen
Brood = de blijde boodschap, het woord van Jezus.





Nieuwe titel

Een andere titel voor dit verhaal zou kunnen zijn:
'Een Griekse vrouw bekeert Jezus':
In het begin van het verhaal zit Jezus nog vast in een joodse voorstelling van zaken.



Ongewoon

De ontmoeting van Jezus met deze vrouw was heel ongewoon:
. mannen spraken niet met vrouwen in het openbaar.
. vrouwen namen nooit het initiatief om een man aan te spreken.



Context waarin deze tekst geschreven werd

Sommige exegeten denken dat deze tekst ontstaan is na Jezus' dood en verrijzenis, toen zich het probleem stelde van de missionering van mensen die geen joden waren. Dit verhaal zou dan een verantwoording zijn voor de missionering van de heidenen (niet-joden).



Betekenis

Jezus = bevrijder, redder, verlosser.
Het heil/geluk is niet uitsluitend voor de joden, maar voor iedereen.
In deze tekst zorgt het aandringen van de vrouw ervoor dat Jezus inziet dat het heil (het brood) voor iedereen bestemd is. Zo ontplooit het christendom zich als een godsdienst met een universele zending.



Een wonderverhaal…

… informeert over God en Zijn Rijk
God richt zich niet exclusief tot één bepaalde groep mensen.

… roept op
om niemand uit te sluiten.


Lees meer over wonderverhalen.



Onverwacht

(Hoop doet leren, aanzet tot een pedagogie voor katholieke dialoogscholen, Halewijn / Katholiek onderwijs Vlaanderen, 2019, p. 57)

"In de dialoog met de Syrofenicische vrouw geeft Jezus een antwoord dat we van Hem niet verwachten. Hij wijst de vrouw af. De kinderen waarover hij spreekt, zijn de mensen van zijn eigen volk. Hij vindt dat Hij er op de eerste plaats voor hen is. En met het beeld dat Hij gebruikt, duidt Hij de vrouw aan als een hond, wat een zwaar scheldwoord is. De vrouw gaat echter niet in discussie, maar neemt zijn beeld over en redeneert verder. Ook de honden eten van de kruimels die van de tafel vallen, beweert ze. De verbeelding van de Syrofenische opent Jezus de ogen. Bewogen door het geloof van de vrouw en de woorden die zij gebruikt - 'omdat u dit zegt' - verandert Jezus zijn visie en redt het dochtertje van de vrouw."





Suggesties

Kleine kinderen

KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

Vertellen en kleuren

Vertel het evangelie met behulp van deze tekening.
Tekening

Heb hierbij aandacht voor:
. de vragende houding van de vrouw.
. de afwerende houding van Jezus (zijn hele lichaam gaat al weg - alleen zijn hoofd is naar de vrouw gekeerd.)

Nadien kleuren de kinderen deze tekening in.





Grote kinderen

ONDERZOEKEN

Jij hoort er niet bij!

(J. BRUGMAN, 'Prettige zondag! Kinderwoorddiensten voor het jaar A', 1995, p. 143)

Materiaal
een doos met verschillende knopen (of iets anders wat je kunt sorteren: postzegels, stickers, steentjes, knikkers, stickers ...)


Verloop
Spreid de knopen in het midden op de tafel. Geef als enige opdracht: sorteer deze knopen.
De kinderen kunnen ze dus sorteren naar kleur, vorm, grootte ...
Als je met een grote groep werkt, verdeel die dan in twee of drie groepen. Geef aan elk van de groepen iets anders om te sorteren: knopen, postzegels, stickers...

Na een vijftal minuten kijk je hoe er gesorteerd werd.

Bespreek:
- Waarvoor dienen knopen (of het andere gekozen voorwerp)?
- Zijn knopen soms minder 'knoop' omdat ze een andere vorm of kleur hebben?
- Waarom heb je de knopen zo gesorteerd.
- Moeten de knopen precies gelijk zijn om erbij te horen?
- Kan een andere kleur of een andere vorm het er ook goed bij doen?


Informeer:
Soms worden mensen ook zo ingedeeld. De één mag niet bij de ander.
- Kun je hiervan een voorbeeld geven?

Vertel dat ten tijde van Jezus de joden vonden dat ze bij elkaar hoorden en dat daar niemand meer bij kon.





EVEN TESTEN

Meerkeuzevragen

Wat wil de vrouw zeggen met:

Kinderen
O de kinderen van de vrouw
O De joden
O de kinderen die in Tyrus wonen.

Brood
O het brood dat ze die morgen gebakken heeft
O het eten dat Jezus mee heeft
O de aandacht van Jezus voor de mens

Hond
O iemand die niet gelooft zoals de joden dat doen
O iemand die houdt van honden
O de hond van de vrouw



Tekstbalonnen

Zorg ervoor dat elk van de kinderen deze tekening krijgt.
Ze tekenen er zelf twee tekstballonnen bij: één bij de vrouw; één bij Jezus.
In de tekstballonnen schrijven ze wat beide personen zeggen.





INFORMEREN

Vreemde woorden van Jezus

(C. LETERME, Simon plus, 2005, nr 5)

Vooraf
Teken op een bord / een flap:
Een tafel, met silhouetten van twee kinderen die eraan zitten om te eten.
Teken op de tafel een brood en onder de tafel het silhouet van een hond.


Verloop
Vraag aan de kinderen wat je hebt getekend.
Geef namen aan de verschillende silhouetten aan tafel: kinderen, hond, brood.
- Bij wie is er thuis een hond?
- Als je eet, mag die hond dan mee aan tafel zitten?
- Gebruikt een hond bestek? Drinkt die uit een glas?
- Eet een hond hetzelfde als de mensen?
Sta erbij stil dat een hond krijgt wat over is. Het is helemaal niet gebruikelijk om een hond aan tafel te laten zitten en volwaardig te laten eten wat mensen eten. Ten tijde van Jezus hadden de joden zelfs een grote afkeer van honden. In de steden en dorpen zwierven ze rond en waren ze een soort reinigingsdienst die het afval opaten. Het woord 'hond' gebruikten ze als een scheldwoord voor wie niet tot het eigen geloof behoorde.


Jezus zegt: 'Als kinderen aan tafel zitten om brood te eten, dan is dat brood alleen voor de kinderen. Dat brood is niet voor de honden onder de tafel.'
Deze woorden hebben een tweede betekenis. Op basis van de bovenstaande informatie moet het voor de kinderen mogelijk zijn om elk van de volgende woorden te verbinden met hun juiste betekenis:

De kinderenDe andere volkeren
EtenHet volk van Israël
De hondenDe Blijde Boodschap
Het broodDe Blijde boodschap ontvangen


Daarna schrijven de kinderen de zin die Jezus uitspreekt in hun eigen woorden, en zonder 'beelden'. Zo kun je zien of ze de beeldspraak door hebben.

De vreemde vrouw begrijpt de woorden van Jezus en zegt: 'Die honden eten wel mee: ze eten van de kruimels die van tafel vallen.
De kinderen formuleren / schrijven op de zin van de vrouw in hun eigen woorden.


Correctiesleutel

De kinderen Het volk van Israël
Eten De Blijde boodschap ontvangen
De honden De andere volkeren
Het brood De Blijde Boodschap






INLEVEN

Gedachtenballonnen

De kinderen tekenen gedachtenballonnen bij de twee personen op deze tekening. Ze tekenen daarvoor een grote cirkel waarin ze schrijven hoe de persoon in kwestie zich voelt bij het gebeuren. Onder de grote cirkel komen kleine cirkeltjes in de richting van de persoon van wie de gevoelens / gedachten zijn.



Bij de Syro-Fenicische vrouw

Lees eerst het verhaal in het evangelie. (Marcus 7, 24-30)

Vraag je af wie allemaal aanwezig kon zijn in het huis van de Syro-Fenicische vrouw. (vrouw, man, dochter, broers, zussen, hondjes)

Vertel het verhaal bij Marcus opnieuw.
Zorg ervoor dat alle personages (personen en hondjes) in dit nieuwe verhaal een rol krijgen:
- Wat zeggen ze?
- Wat voelen ze?
- Wat doen ze?



Dramatisatie: Jezus en een Syro-Fenicische vrouw

Materiaal
Een wit stuk stof dat kan dienen als hoofddoek voor de vrouw, zodat men haar van de andere spelers kan onderscheiden.


Verloop
Laat telkens twee andere kinderen de volgende situaties naspelen. Wie de witte doek krijgt, speelt de rol van de vrouw.
. De vrouw die toch naar Jezus gaat
. Jezus die de vrouw 'op haar plaats zet'
. De vrouw die maar blijft geloven dat Jezus kan helpen.

Betrek de andere kinderen bij deze dramatisatie door te vragen:
- Wat gebeurt daar?
- Kan dat, mag dat wel zo?
- Is dit wel juist?
- Heb je ook al eens zo iets meegemaakt?





Jongeren

KENNISMAKEN MET DE TEKST UIT DE BIJBEL

Anders worden

(Geïnspireerd door een tekst van Saskia Ketelaar Voor dag van het Netwerk van Basisgroepen 11 oktober 2003 in Aalst)

Mijn dochter heeft een handicap. Haar geboorte was moeizaam. Mijn man en ik, we wilden het niet zien. ‘Kijk eens hoe lief ze ligt te slapen in haar wieg, onze dochter!‘
Maar ze greep niet met haar armpjes naar ons!
Het werd steeds duidelijker. Regelmatig kreeg ze stuipen. Het schuim stond dan op haar mond en haar ogen draaiden weg. Geen enkel ogenblik verloor ik haar uit het oog. Ze mocht niet alleen zijn als ze een aanval zou krijgen! Ze mocht zich niet bezeren.
Het kind was een stuk van mijzelf. Ging het met haar goed, dan ging het ook met mij goed. Had zij verdriet of pijn, dan werd ik verscheurd door verdriet en onmacht.
Buren en familie trokken zich steeds meer terug. Ik had al veel dokters bezocht, ver weg en dichtbij. Platzak keerde ik daarna naar huis terug, met een dochter die nog altijd niet was genezen. Wat zou er met haar gebeuren als ik haar niet meer kon verzorgen? Wie zou in haar ogen de smekende vraag naar liefde kunnen ontdekken? Toen ik geen kant meer op kon, hoorde ik over Jezus, een joodse rabbi.
Onmiddellijk ben ik naar hem toegegaan in een huis aan de rand van de stad. Ik zag Hem… en schreeuwde het uit: 'Heb medelijden met mijn kind!'. Maar Hij was aan het eten. Hij keek niet eens op. Ik schreeuwde daarom nog harder: 'Heb medelijden met mijn kind!'. Het werd donker omdat nieuwsgierige mensen in de deuropening gingen staan. De mannen in huis werden onrustig: 'Help haar toch, dan zijn we van haar getier af!'. Maar Jezus zei botweg: 'Het is niet goed, dat men het brood van de kinderen wegneemt en het aan de honden geeft.’ Dat had ik niet verwacht. Hij vergelijkt mij met een hond omdat ik geen joodse vrouw ben!
Ik had boos kunnen weglopen, maar ik kwam niet voor mezelf, maar voor mijn kind.
Ik zag de ogen van mijn dochter voor me en dat hielp mij om staande blijven. Als Jezus mij wilde vergelijken met een hond, dan euh euh… 'Ja Heer, zeker Heer, maar de honden eten toch ook van de kruimeltjes die van tafel vallen!'… Zijn mond viel open van verbazing. Toen zei hij: ‘Dat heb je goed gezegd, ga naar huis, de boze geest is al weg bij je dochter'.
Niet één keer heb ik bedacht dat ik Hem zou kunnen of moeten bedanken. Ik stamelde iets verwards en stortte mij door de mensenmassa heen, terug naar huis. Ze lag nog precies zo te slapen als toen ik weg was gegaan. Toen ze wakker werd zag ik het direct aan haar ogen… ze straalden, ze waren vrolijk … En toen, toen vroeg ze of ze buiten mocht om te spelen! Ik voelde het, iets was er veranderd. Een nieuw leven was begonnen.



Het grootste wonder in dit verhaal is dat hier drie mensen zijn veranderd: de dochter is genezen, de vrouw krijgt eindelijk haar leven terug, maar ook Jezus is 'bekeerd'.





Overweging

Anselm Grün

Een mogelijke interpretatie

(Anselm Grün. Het Evangelie spiritueel gelezen. Deel I: Matteüs en Marcus. Berne Media, 2020)

"Jezus trekt met zijn leerlingen naar heidens grondgebied, waar hij veilig is voor de gerechtsdienaren van Herodes. Hij wil alleen zijn met zijn leerlingen, maar het lukt niet onopgemerkt te blijven. Een Griekse, heidense vrouw krijgt lucht van zijn aanwezigheid. Ze gaat naar hem toe en valt voor hem neer. Als ze Jezus vraagt of hij haar dochter wil bevrijden van een onreine geest, geeft hij een curieus antwoord: 'Eerst moeten de kinderen genoeg te eten krijgen; het is niet goed om de kinderen hun brood af te pakken en het aan de honden te voeren.' (Marcus 7, 27)

Uitleggers stellen dat Jezus zijn genezende krachten exclusief voor de joden reserveerde en niet voor de heidenen. Maar het verzoek van de heidense vrouw zou hem op andere gedachten hebben gebracht. Jezus zou bereid zijn geweest om te leren, zich zelfs door een vrouw hebben laten overtuigen dat ook de heidenen zijn blijde en genadevolle boodschap nodig hebben. Deze geschiedenis kan inderdaad zo uitgelegd worden.

Maar we kunnen haar ook als het verhaal over een moeder en dochter lezen. Dan communiceren Jezus' woorden de beschuldiging dat deze vrouw haar dochter geen eten heeft gegeven. Ze heeft haar brood aan de honden gevoerd. Honden waren populaire huisdieren bij de Grieken. De honden staan voor alle voorkeuren die deze vrouw kennelijk belangrijker vindt dan haar dochter. Dat kan haar bezit, haar uiterlijk, haar vrije tijd, haar beroep zijn. Jezus vraagt deze vrouw de relatie met haar dochter eens goed onder de loep te nemen om te onderzoeken of zij heeft gekregen wat ze nodig heeft om te leven, of ze haar de nodige liefde en bevestiging heeft gegeven.

Het enige wat deze vrouw zag was een lastige dochter. Die wilde ze naar een therapeut brengen zodat ze beter zou worden. Maar Jezus dwingt haar naar zichzelf te kijken. Misschien zeggen de problemen van haar dochter iets over haar. Misschien kan het meisje niet uit de verf komen omdat haar moeder te dominant is. Misschien is de projectie van de moeder op haar dochter het werk van een demon die bezit van haar heeft genomen en haar belemmert om te leven.

Deze Griekse moeder ziet in dat Jezus gelijk heeft: 'HEER, de honden onder de tafel eten toch de kruimels op die de kinderen laten vallen' (7, 28). De vrouw haalt zichzelf niet naar beneden door alle schuld op zich te nemen. Ze erkent dat haar dochter tekort is gekomen. Maar daaruit concludeert ze niet dat haar dochter voortaan haar enige zorg moet zijn. Als de dochter genoeg te eten heeft, blijft er ook nog wat over voor de honden; dan kan ze ook in haar eigen behoeften voorzien. Ze mag in de relatie met haar dochter een weg gaan die ook goed is voor haar. Als ze het meisje verwaarloost, wordt ze ziek. Als ze alles voor haar doet en haar met zorg overlaadt, loopt het ook spaak. Ze zal alleen begrijpen wat haar dochter nodig heeft en haar serieus nemen wanneer ze zichzelf serieus neemt. Door deze moeder te dwingen naar haar eigen gedrag en behoeften te kijken, ontwart Jezus de ongezonde verstrikkingen tussen moeder en dochter en creëert hij een ruimte waar ze allebei zichzelf kunnen zijn. Als moeder en dochter dat beiden leren, heeft de demon geen macht meer."