Loading...
 

Matteüs 8, 5-17

, -

Matteüs 8, 5-17: Jezus in Kafarnaüm

Matteüs 8, 5-13 // Lucas 7, 1-10
Matteüs 8, 14-15 // Marcus 1, 29-39 // Lucas 4, 38-39



De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1532)

Jezus ging naar Kafarnaüm. Daar kwam een Romeinse officier bij hem. Hij vroeg Jezus om hulp. Hij zei: ‘Heer, mijn zoon kan niet lopen en heeft erge pijn. Hij ligt thuis op bed.’ Jezus zei: ‘Ik zal met je meegaan en hem beter maken.’
Maar de officier zei: ‘Heer, kom alstublieft niet naar mijn huis, want dat ben ik niet waard. U hoeft alleen maar te zeggen dat mijn zoon beter moet worden. Dan zal dat gebeuren. Want ik moet zelf ook doen wat mijn generaal zegt. En mijn soldaten moeten doen wat ik zeg. Als ik tegen een soldaat zeg: ‘Je moet gaan,’ dan gaat hij. En als ik zeg: ‘Je moet komen,’ dan komt hij. En als ik tegen mijn knecht zeg: ‘Doe dit,’ dan doet hij het.’
Toen Jezus hoorde wat de officier zei, was hij verbaasd. Hij zei tegen de mensen die met hem meegingen: ‘Luister goed naar mijn woorden: Zo’n groot geloof heb ik in heel Israël nog niet gezien!
Mensen uit alle landen zullen in Gods nieuwe wereld komen. Ze zullen er feestvieren met Abraham, Isaak en Jakob. Maar er zullen ook mensen zijn die niet naar binnen mogen. Ook al was de nieuwe wereld wel voor hen bedoeld. Ze worden weggestuurd naar de donkerste plaats. Daar huilen ze van ellende en spijt.’
Daarna zei Jezus tegen de officier: ‘Ga maar rustig naar huis. Je geloofde dat je zoon beter zou worden. Dat zal ook gebeuren.’ Precies op dat moment werd de jongen beter.

Jezus ging naar het huis van Petrus. Daar lag de schoonmoeder van Petrus met koorts in bed. Jezus zag haar en raakte haar hand aan. Meteen had de vrouw geen koorts meer. Ze stond op en ging eten klaarmaken voor Jezus.
’s Avonds laat werden er zieke mensen bij Jezus gebracht, en ook veel mensen die een kwade geest in zich hadden. Jezus zei tegen de kwade geesten dat ze weg moesten gaan, en hij maakte alle zieken beter.
Dat moest zo gebeuren, want de profeet Jesaja heeft gezegd: «Hij neemt alle ziektes en alle pijn van ons weg.»



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Toen Jezus in Kafarnaüm aangekomen was,
kwam een honderdman naar Hem toe.
Hij riep de hulp in van Jezus en zei:
‘Heer, mijn knecht ligt verlamd in mijn huis en lijdt hevige pijn.’
Jezus zei: ‘Ik kom hem genezen.’
Maar de honderdman zei:
‘Heer, ik ben het niet waard dat Je onder mijn dak komt,
maar een enkel woord van Je is voldoende
om mijn knecht te doen genezen.
Want al ben ik zelf een ondergeschikte,
ik heb wel manschappen onder mij.
Tot de een zeg ik: ga, en hij gaat.
En tot een ander: kom, en hij komt.
En aan mijn knecht: doe dit, en hij doet het.’
Toen Jezus dit hoorde, stond Hij verwonderd
en zei tegen hen die Hem volgden:
‘Echt waar, Ik zeg jullie:
Ik heb bij niemand in Israël zo’n groot geloof gevonden.
Ik zeg jullie: velen uit het oosten en het westen zullen komen
en zullen met Abraham, Isaak en Jakob aanzitten
in het Rijk der hemelen,
maar de kinderen van het Rijk zullen buitengeworpen worden
in het donker.
Daar zullen ze wenen en knarsetanden.’
Jezus zei tot de honderdman:
‘Ga, zoals je geloofd hebt, zo zal het gebeuren.’
En op datzelfde ogenblik werd de knecht gezond.

Toen Jezus in het huis van Petrus kwam,
vond Hij daar de schoonmoeder van Petrus met koorts in bed.
Hij raakte haar hand aan en de koorts ging weg.
Ze stond op en begon voor Jezus te zorgen.
‘s Avonds bracht men veel bezetenen bij Hem.
Met een woord dreef Hij kwade geesten uit en alle zieken genas Hij.
Zo werd vervuld wat de profeet Jesaja zei:
‘Hij nam onze zwakheden weg en droeg onze ziekten.’



Stilstaan bij ...

Kafarnaüm
(= 'Stad van Nahum')
Kafarnaüm was een drukke handelsstad aan de oever van het meer van Galilea aan de grens van het grondgebied van Antipas en van Filippus. De Romeinen hielden toezicht op die grensstreek omdat ze een belangrijk overgangspunt was voor de karavanen.
Jezus woonde in Kafarnaüm.

Een honderdman / centurio
Romeinse legeraanvoerder die het bevel uitoefende over honderd soldaten. Later werden dat er een tachtigtal. Meestal was een honderdman een gewoon soldaat, die door zijn veldheer werd bevorderd omwille van zijn moed of trouw.
De honderdman geeft blijk van moed als hij Jezus vraagt zijn zoon te genezen. Contact opnemen met een joodse rabbi was voor een officier in het Romeinse leger politiek gezien helemaal niet vanzelfsprekend.

'Ik ben niet waard dat Gij onder mijn dak komt...'
Voor de joden waren de Romeinen 'heidenen': mensen die een ander geloof hadden en waar ze niet mee mochten omgaan. Ze mochten de Romeinen niet bij hen thuis ontvangen en ze mochten zelf niet op bezoek gaan in het huis van een Romein.
Deze uitspraak laat zien hoeveel waardering de centurio heeft voor Jezus als persoon en hoeveel hij rekening hield met de joodse afspraken.

Geloof
Het geloof van de honderdman blijkt een innerlijke houding van vertrouwen te zijn. Het heeft niets sensationeel en beroept zich op niets: geen verdiensten, geen rechten. Jezus wordt hierdoor getroffen.

Koorts
In de oudheid werd koorts gezien als een ziekte, en niet als een symptoom van een bepaalde ziekte.

Opstaan
Dit woord wordt ook gebruikt voor de opwekking van de doden en de verrijzenis van Jezus. Zoals God Jezus deed opstaan uit de dood, zo deed Jezus mensen opstaan uit ziekte en lijden.

Bedienen
Het Griekse werkwoord voor dienen is van dezelfde stam als het woord diaken.

Ziekten
Een ziekte werd in de Bijbel gezien als een teken van zonde en een straf van God.
(BELANGRIJK: zorgvuldig omspringen met deze informatie bij kinderen! Deze gedachtegang is helemaal achterhaald!)





Bij de tekst

Betekenis

. Door te zeggen dat het geloof van de Romein voorbeeldig is, neemt Jezus afstand van de traditionele visie van de priesters.
. Door de honderdman te waarderen en zijn zoon beter te laten worden, zegt Hij zonder woorden dat God houdt van ieder mens en dat het Rijk van God er is voor iedereen.



Honderdman

Dat in het Nieuwe Testament vaak over een honderdman wordt gesproken heeft te maken met de bezetting van Palestina door de Romeinen in die tijd. De relatie tussen de joden en deze honderdmannen was niet altijd zo grimmig als men kon verwachten:
. Een honderdman bekostigde de bouw van de eerste synagoge van Kafarnaüm en hield respectvol rekening met de gebruiken van het volk dat hij bezette.
. Sommige honderdmannen hadden waardering voor Jezus en zijn volgelingen:
- de honderdman die bij het overlijden van Jezus zegt: 'Waarlijk, deze man is een zoon van God,
- de honderdmannen Cornelius (die Petrus ontmoet) en Julius (die Paulus ontmoet) in het boek 'Handelingen van de apostelen'.



In het Nederlands gebruikt men verschillende woorden voor het Griekse woord 'ekatóntarchos':

HonderdmanZo iemand was een legeraanvoerder over honderd soldaten.
CenturioDit is de Latijnse naam van zo'n legeraanvoerder. Deze Latijnse benaming verwijst naar de Romeinse bezetting toen Jezus leefde. ‘Cent’ in het woord ‘centurio’ komt van ‘centum, het Latijnse woord voor honderd.
OfficierDe 'Bijbel in Gewone Taal' noemt een honderdman een officier, omdat die Bijbel ervoor kiest woorden te gebruiken die iedereen kent.




Spreken met beelden

Hondermanbelichaamt het geloof van niet-Joden in Jezus.
Verlamd'beeld' voor alle vormen van nood




Eucharistie

‘Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden’.
Deze woorden die in een eucharistieviering driemaal uitgesproken worden vlak voor de communie, zijn geïnspireerd door de woorden van de honderdman van Kafarnaüm.



Eigen bedoelingen van de evangelist

MATTEÜS
LUCAS
(Matteüs 8, 5-13) (Lucas 7, 1-10)
schreef voor christenen die voordien jood warenschreef voor niet-joodse christenen
maakt met deze tekst duidelijk dat Jezus niet alleen voor het joodse volk gekomen is.maakt duidelijk dat iemand die geen jood is (in dit geval: een Romein) door bemiddeling van de joden bij Jezus mag / kan komen.






Bijbel en kunst

Schilderkunst

P. VERONESE

Christus en de honderdman

5 P. Veronese

(Bron: Wikipedia)


Paolo Veronese (1528-1588), een Italiaans kunstschilder uit de renaissance, heette Paolo Caliari. Hij werd ‘Veronese’ genoemd omdat hij in Verona geboren werd.

Merk op dat Jezus en de apostelen geen schoeisel dragen.
De persoon met de grijze haren en het gele bovenkleed die naast Jezus staat, is Petrus.





ANONIEM

Genezing van de moeder van Petrus (Mozaïek)

B5zoevWB6

Van links naar rechts:
Johannes
Hij wordt voorgesteld als de jongste leerling van Jezus: hij heeft geen baard.

Jakobus

Jezus
Hij is te herkennen aan de nimbus / aureool waarin een kruis te zien is.
Jezus draagt een rood kleed - een verwijzing naar zijn goddelijke natuur -, en een blauwe mantel - een verwijzing naar zijn menselijke natuur.
In zijn linkerhand heeft Hij een papierrol vast, verwijzing naar de Blijde Boodschap (evangelie) die Hij bracht.

Petrus
Hij is te herkennen aan zijn grijs krullend haar en zijn gele mantel.

De schoonmoeder van Petrus
Zij wordt afgebeeld als een joodse vrouw, die haar haren verbergt in een kap waarboven ze een sluier draagt. De schoonmoeder ligt op een praalbed zoals dat in Byzantium gebruikelijk was.

Opvallend is de manier waarop Jezus de vrouw bij de hand neemt. Vergelijk even met de icoon van de verrijzenis. Daar neemt Jezus op die manier Adam (en soms ook Eva) vast om hen uit hun graf te trekken, zodat ze kunnen deelnemen aan zijn verrijzenis.

Icoon Pasen

Wellicht wilde de anonieme mozaïekkunstenaar zo duidelijk maken dat iemand genezen, iemand terug levenskwaliteit geven, te vergelijken is met iemand te doen verrijzen.




Mozaïek met een aardappelstempel
Materiaal
papier, water, gouache, aardappel, aardappelmesje, handdoek.

Verloop
Maak een tekening met grote vlakken.

Snijd een aardappel in frieten. Halveer de staafjes.
Vul de vlakken van de tekening op met afdrukken van de staafjes aardappel, die je eerst in de gouache gedrukt hebt.




Mozaïek met gekleurd papier
Materiaal
Gekleurd papier (uit oude tijdschriften) dat je per belangrijk kleur sorteert (rood, groen, geel, oranje, paars, blauw, grijs, wit, zwart).
Wit papier, lijm, schaar (eventueel).


Verloop
Scheur het gekleurd papier in stukjes die ongeveer dezelfde grootte hebben, of knip ze in vierkantjes van 0,5 cm op 0,5 cm.
Maak een tekening met grote vlakken. Vul de vlakken van de tekening op met de stukjes gekleurd papier.


TIP
Hoe groter de kinderen zijn, hoe kleiner de stukjes papier mogen zijn.





Muziek

T. L. DE VICTORIA

Domine non sum dignus (16e eeuw)
De woorden van de honderdman ('Heer, ik ben het niet waard dat u onder mijn dak komt ...') worden aangepast uitgesproken vooraleer christenen naar de communie gaan. Die woorden zette de Spaanse priester-componist Tomas Luis de Victoria op muziek.

Klik hier om die muziek te beluisteren.





Suggesties

JEZUS EN DE HONDERDMAN

Kleine kinderen

VERDIEPEN

Welkom

Bij ons zegt men ‘welkom’ of ‘welgekomen’ tegen wie thuis binnenkomt. Bij sommige kinderen gebruikt men daarvoor een ander woord. Hoe heet men iemand ‘welkom’ in een andere taal?
- Wat betekent het woordje ‘welkom’ (wel = goed; het is goed dat je gekomen bent)
- Wie wordt allemaal ‘welkom’ geheten?
- Zijn er ook mensen die niet welkom zijn? (Waarom? Wanneer?)
- Als een land in oorlog is, zijn de vreemde soldaten dan welkom? (Waarom?)


Vertel over Palestina, het land waarin Jezus woonde. In die tijd waren in Palestina veel Romeinse soldaten. De joden waren er niet zo beste vrienden mee want ze moesten ook extra belastingen betalen aan de keizer van Rome.
Op een dag ... (vertel of lees voor over Jezus en de honderdman - tekst 'Dichter bij de tijd' , zie hoger)


De ontmoeting tussen Jezus en de Romeinse honderdman is bijzonder! In de tijd van Jezus waren de Romeinen de baas in het land waar Jezus woonde. Joden en Romeinen hadden nauwelijks contact met elkaar, omdat de joodse godsdienst dat verbood. Bovendien waren de Romeinen niet erg geliefd bij de joden. Dat de honderdman bij Jezus komt, is dan ook verwonderlijk. Maar voor Jezus is ieder mens een kind van God en daarom is ook die Romeinse honderdman bij Hem welkom.

- Wat vind je ervan dat een Romeins honderdman ook bij Jezus welkom is?





DOEN

Kleuren

Kleurplaat Honderdman





Grote kinderen

KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST

Jezus geneest de knecht van een honderdman

(C. LETERME in Simon plus, uitgeverij Averbode, 2012 nr 6)

Materiaal
Zorg voor een twintigtal boeken die onderling van elkaar verschillen en op elkaar gelijken.


Verloop
Leg de boeken in een kring, en vraag de kinderen om de boeken te sorteren.
Vooraf bespreken ze hoe ze dat zouden kunnen doen.
Stel met de kinderen vast dat er bij zo'n klassering telkens boeken zijn die er overal kunnen bij horen, en boeken die er tussen uitvallen. Opvallend is dat het niet altijd om dezelfde boeken gaat.

Vertel dat er mensen zijn die ook zo met andere mensen omgaan: ze zeggen van sommige mensen: 'die horen er niet bij'; of: 'alleen die behoren tot mijn groep.'

Vertel:
Toen Jezus leefde, werd zijn land bezet door de Romeinen. Volgens de joden hoorden de Romeinen er niet bij: ze geloofden anders dan zij dat deden en hadden andere leef- en eetgewoontes. Maar sommige van die Romeinen hadden wel wat sympathie voor de Joden. Zo was er een honderdman die met zijn eigen geld een synagoge had laten bouwen voor de joden. Als een Romein zo handelt, dan kun je die toch niet meer in het hokje plaatsen van mensen waar je niets mee wilt te maken hebben.

Op een dag van de knecht van die honderdman ziek. De honderdman was er zelf ziek van: zo'n toffe kerel was die knecht. En nu lag die knecht daar op zijn bed: doodziek, verlamd van de pijn. Hij dacht: Ik ga naar Jezus van Nazaret. Ik heb al zoveel over Hem gehoord. Ze vertellen dat Hij zieken geneest. Misschien kan Hij mijn knecht genezen. Als hij bij Jezus komt zegt hij: 'Heer, mijn knecht ligt thuis in bed met vreselijk veel pijn.'

Jezus denkt niet in hokjes. Of die zieke nu een jood, een Romein of een Griek is ... Voor Hem gaat het allereerst om iemand, die ziek is en hulp nodig heeft.
En Jezus zegt onmiddellijk: 'Ik kom hem genezen.' Maar dan denkt de Romein: Ik ben een Romein en een jood mag niet in mijn huis komen. Ik heb zoveel waardering en bewondering voor die Jezus, dat ik Hem dat niet mag vragen. Ik wil Hem zeker niet in problemen brengen. En de honderdman zegt: 'Heer, ik ben het niet waard dat Je bij mij thuis komt. Maar spreek een woord en mijn knecht zal beter worden. Want ik weet wat woorden kunnen betekenen. Als iemand van mijn officieren iets vraagt, dan doe ik dat, en als ik iets vraag aan mijn soldaten, dan doen die dat.'

Jezus kijkt verbaasd om. Als andere mensen vragen om een zieke te genezen, dan verwachten ze dat Hij die zieke zou aanraken en nu staat Hij voor een man die zegt: 'Je hoeft alleen maar een woord te spreken, en mijn knecht zal genezen zijn. En Jezus zegt tegen zijn leerlingen: 'Hebben jullie dat gehoord? Ik ben al in heel het land rondgetrokken, maar nergens kwam ik iemand tegen met zo'n groot vertrouwen in Mij.' En tegen de honderdman zegt Hij: Ga maar naar huis. Ik hoop dat alles gebeurt zoals je dat vertrouwt.'
De honderdman gaat naar huis. Als hij eraan komt gaat hij direct naar zijn knecht om te zien hoe het ermee is. Daar krijgt hij te horen dat de zieke knecht beter werd rond de tijd dat Jezus met hem sprak.





EVEN TESTEN

Schrijf in de juiste volgorde

Vertel eerst over Jezus en de honderdman.
Nadien lezen de kinderen de verschillende zinnen van dit verhaal op dit werkblad.
Ze schrijven ze dan over in de juiste volgorde.


TIP
Omdat sommige kinderen er veel tijd over doen om zoveel zinnen over te schrijven, kun je ook vragen om de zinnen uit te knippen en in de juiste volgorde op een ander blad te kleven.
Klik hier voor geschikt materiaal.



Waar of niet waar?

.Joden en Romeinen waren goede vrienden van elkaar. (Niet waar)
. De honderdman die bij Jezus komt is graag gezien door de joden.(Waar)
. Een knecht van de honderdman is zwaar ziek. (Waar)
. Jezus gaat naar het huis van de honderdman. (Niet waar)
. Jezus is niet welkom bij de honderdman. (Niet waar)
. De knecht geneest door het woord van Jezus. (Waar)
. De honderdman wil Jezus nooit meer zien. (Niet waar)




Kies het vervolg van de zin

(J. DE MEYERE in Simon, uitgeverij Averbode, 2007 nr 1)

De vraag om hulp van de Romeinse honderdman wordt door Jezus
O ontweken.
O beantwoord met daden.
O beluisterd zonder iets te doen.

De Romein heeft een groot vertrouwen in Jezus, want …
O hij stelt een moeilijke vraag aan Jezus.
O hij vraagt dat Jezus naar zijn huis zou komen.
O hij gelooft dat een woord van Jezus zijn knecht zal genezen.

Wanneer Jezus naar het huis van de honderdman wil komen, zegt die:
O Mijn huis is veel te klein om bezoek te ontvangen.
O Heer, mijn huis is niet veel waard.
O Heer, ik ben niet waardig dat U bij mij thuis komt.



De ‘Krant van Jeruzalem’

Een andere manier om dit verhaal te hernemen met de kinderen is ze deze tekeningen te bezorgen. In kleine groepjes schrijven ze de tekst die volgens hen bij de tekeningen hoort.





VERDIEPEN

'Iemand waardig zijn'

Sta stil bij de woorden die de honderdman heeft uitgesproken: 'Ik ben niet waardig ...'
Waar hebben jullie die nog gehoord?

O In een grootwarenhuis?
O Tijdens een doopsel?
O Bij een feestmaal?
O Tijdens een eucharistieviering?
O Als je gaat zwemmen?
O Als je op school bidt?

Deze woorden gebruiken we bijna niet meer als we gewoon met elkaar spreken.
Een gelegenheid om er eens dieper op in te gaan, zeker omdat ze ook aan bod komen in de eucharistieviering: 'Heer ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt...' woorden die we de honderdman nazeggen.
Wie hier klikt, vindt een werkblad dat helpt om dichter te komen bij de betekenis van deze woorden.



Ongelooflijk!

(Geïnspireerd door: H. Bergmans in Simon 3, uitgeverij Averbode, Januari - Februari 2018, p. 12)

Wat vind je ongelooflijk aan dit verhaal?
O Dat de honderdman neerknielt voor Jezus?
O Dat de honderdman zo bezorgd is om een zieke knecht?
O Dat de honderdman gelooft dat Jezus de zieke knecht kan genezen?
O Dat Jezus luistert naar een honderdman?
O Dat Jezus de zieke knecht van de honderdman geneest?

Waarom vind je dat ongelooflijk?
Vind je sommige uitspraken niet zo speciaal?
Leg telkens je antwoord uit.





DOEN

Boek

Verdeel de tekst van de honderdman in een aantal taferelen. Bij elk van die taferelen maken kinderen een afbeelding. Samen vormen deze afbeeldingen een boek, of een wandfries.
(Indien je telkens na een Bijbelverhaal de tekst verwerkt door er een boek van te maken, krijg je met verloop van tijd een prachtige eigen bibliotheek. Deze boeken stellen je in staat om Bijbelverhalen gemakkelijker bij de kinderen op te roepen.)



Kubus

Verdeel het tekst uit het evangelie in zes delen.
Bijvoorbeeld:
- de knecht van de honderdman is ziek (bv. ligt neer in bed)
- de honderdman gaat naar Jezus (en denkt ...)
- de honderdman vraagt aan Jezus om zijn zoon te genezen
- de honderdman zegt dat hij het niet waard is dat Jezus bij hem aan huis komt, maar dat één woord van Jezus al voldoende is
- Jezus zegt dat de honderdman een heel gelovig man is.
- thuisgekomen is de zoon van de honderdman veel beter (bv. zit rechtop in zijn bed)

De kinderen maken bij elk tafereel een tekening op een vierkant stuk tekenpapier dat je nadien op een kubus kleeft of aanbrengt. De kinderen maken gebruik maken van tekstballonnen (of gedachtenballonnen) om de tekeningen iets meer te verduidelijken.
Gebruik nadien deze kubus gebruiken om voorzichtig te gooien. De tekening die bovenaan komt leggen de kinderen uit. Zo raken ze meer eigen met het verhaal.





Jongeren

ONDERZOEKEN

Zoek het eens op ...

Romeinse Helm

Schrijf rond de helm van een honderdman alles wat je kunt vernemen over de Romeinen en Palestina te tijde van Jezus. Maak hiervoor bv. gebruik van het internet.

- Wat is een honderdman?
- Waarom waren er honderdmannen in Palestina?
- Hoe was de verhouding tussen Romeinen en Joden?

Heb je in die info ook de reden gevonden waarom de honderdman aan Jezus zegt dat 'hij niet waard is dat Jezus onder zijn dak komt'?



Eén gebeurtenis, twee versies

Hierna volgen twee teksten over de honderdman van Kafarnaüm.

Lucas schreef:
Toen Hij ten aanhoren van het volk dit alles had gezegd, ging Hij Kafarnaüm binnen. Een centurio daar had een slaaf die veel voor hem betekende; deze was ziek geworden en lag op sterven. Toen hij over Jezus hoorde, zond hij Joodse oudsten naar Hem toe met het verzoek zijn slaaf te komen genezen. Bij Jezus gekomen deden zij een klemmend beroep op Hem. ‘Hij verdient het dat U hem deze gunst bewijst,’ zeiden ze, ‘want hij houdt van ons volk. De synagoge hier heeft hij voor ons laten bouwen.’ Jezus ging met hen mee. Toen Hij niet ver meer van het huis vandaan was, stuurde de centurio vrienden met de boodschap: ‘Heer, doe geen moeite. Ik ben niet waard dat U onder mijn dak komt. Daarom vond ik me ook te min om zelf naar U toe te komen. Maar zeg een enkel woord, dan zal mijn jongen beter worden. Want ik ben iemand die onder bevel staat, en soldaten onder zich heeft. Tegen de een zeg ik: “Ga!” en hij gaat, en tegen de ander: “Kom!” en hij komt, en tegen mijn slaaf: “Doe dit!” en hij doet het.’ Jezus verbaasde zich over hem toen Hij dit hoorde. Hij wendde zich tot de mensen die Hem volgden en zei: ‘Ik verzeker u, zo’n groot vertrouwen heb Ik zelfs in Israël niet aangetroffen.’ Daarop keerden de boodschappers terug naar het huis en troffen daar de slaaf gezond aan.
(Lucas 7, 1-10)

Matteüs schreef:
Toen Hij in Kafarnaüm was gekomen, kwam een centurio naar Hem toe die Hem te hulp riep. Hij zei: ‘Heer, mijn kind ligt verlamd thuis, met vreselijk veel pijn.’ Hij zei hem: ‘Ik zal het komen genezen.’ De centurio antwoordde daarop: ‘Heer, ik ben niet waard dat U onder mijn dak komt, maar spreek een woord en mijn kind zal beter worden. Want ik ben iemand die onder bevel staat en soldaten onder zich heeft. Tegen de een zeg ik: “Ga!” en hij gaat, en tegen de ander: “Kom!” en hij komt, en tegen mijn slaaf: “Doe dit!” en hij doet het.’ Toen Jezus dit hoorde, was Hij verbaasd, en Hij zei tegen degenen die Hem volgden: ‘Ik verzeker u, bij niemand in Israël heb Ik zo’n groot vertrouwen aangetroffen. Ik zeg u dat velen uit oost en west zullen komen en aan tafel zullen gaan met Abraham, Isaak en Jakob in het koninkrijk der hemelen. Maar de kinderen van het koninkrijk zullen in de uiterste duisternis geworpen worden. Het zal daar een gejammer zijn en een tandengeknars.’ Jezus zei tegen de centurio: ‘Ga maar naar huis; het moge u gaan overeenkomstig uw vertrouwen.’ En op datzelfde uur werd zijn kind beter.
(Matteüs 8, 5-13)


- Bij welke tekst kun je de volgende illustratie plaatsen?
Honderdman
- Waarom is dat?


Correctiesleutel
Tekst van Matteüs. Daar spreken Jezus en de honderdman elkaar rechtstreeks aan.



Drie keer hetzelfde?

Marcus, Matteüs en Lucas schreven alle drie over Jezus die de schoonmoeder van Petrus heeft genezen.
Op het eerste zicht vertellen die drie teksten driemaal hetzelfde.
Maar vergelijk die teksten eens grondig met elkaar.
Vraag je af:
- Welke kijk had elk van die evangelisten op Jezus?
- Welke boodschap had elk van die evangelisten voor zijn lezers of toehoorders?

Je kunt je ook afvragen:
- Bij welke evangelist voel ik me het meest thuis? En waarom?





JEZUS EN DE SCHOONMOEDER VAN PETRUS

Kleine kinderen

DOEN

Kleuren

Kleurplaat



Tekenen

Materiaal
Kopie van deze tekening
Kleurpotloden


Verloop
Vertel over Jezus die de schoonmoeder van Petrus geneest.
Omdat kleine kinderen moeite kunnen hebben met het woord 'schoonmoeder', kun je het gemakshalve hebben over de moeder van Petrus.
In de ogen van kleine kinderen is de vrouw van Petrus zijn 'mama'. Als je dan in hun taal spreekt over 'de mama van zijn mama' als omschrijving van 'schoonmoeder', dan zou het gaan om zijn oma, wat niet correct is. Misschien kun je het hebben over de 'schone mama' (= mooie mama) van Petrus, een laat compliment voor die dienstbare vrouw over wie de evangelisten een paar zinnen schreven.

Er is veel witruimte rond de tekening.
Die ruimte vullen de kinderen op met alles wat ze nog in het verhaal hoorden.
Laat de kinderen daarom het verhaal nog eens vertellen.

Wat kunnen de kinderen er rond tekenen?
Een huis, drie leerlingen van Jezus, de vrouw van Petrus.
In de verte een synagoge, andere huizen, palmbomen, een meer (Kafarnaüm lag aan de oever van het meer van Galilea)





Grote kinderen

SPREKEN MET HET LICHAAM

'Sprekende' handen

Materiaal
Kopieer dit werkblad


Verloop
Sta met de kinderen stil bij het feit dat men met handen iets kan zeggen zonder woorden te gebruiken.
Zoek daar allerlei voorbeelden van.
Wuiven, hand geven, 'halt', wenken, aaien, handen op een schouder leggen...
De kinderen sommen niet alleen op wat handen doen, maar geven ook een omschrijving van de betekenis.

De kinderen krijgen per twee het werkblad.
Ze letten heel goed op de houding van de handen, en proberen met eigen woorden te zeggen wat die handen 'zeggen', 'uitdrukken.
(Zo is het bijvoorbeeld niet onbelangrijk dat de ene hand de ander bij de pols neemt.
Laat kinderen dat eens bij elkaar doen.
Merken ze een verschil tussen het geven van een hand, en het nemen van iemand bij de pols?
Wie gewoon een hand geeft, kan gemakkelijker 'loslaten', dan wanneer die iemand vastneemt bij de pols. Zo iemand wil de ander zeker niet in de steek laten.)

Vertel dan over Jezus die de schoonmoeder van Petrus geneest.
- Ga terug naar de handen op het werkblad.
- Van wie zijn de handen?
De kinderen lezen voor wat die handen uitdrukken en vernemen zo wat Jezus duidelijk wil maken.



'Handen' in de eucharistieviering

De 'handdruk' als rode draad in de eucharistieviering:
.
De schuldbelijdenis kan vertrekken vanuit de vraag:
- Wanneer is het moeilijk iemand een hand te reiken?'

.
Het uitgangspunt van de voorbeden kan zijn:
- Wat gebeurt er als je iemand die hand toch reikt?

.
Bij het onzevader geven iedereen elkaar de hand. Zo is men met elkaar verbonden in wat men doet (hand geven) en in wat men zegt (het 'Onze Vader bidden)





ZINGEN / BELUISTEREN

Lied

Kom, ga mee, geef ieder een hand
Samen bouwen aan een nieuw land,
het Rijk van God leeft diep in je hart
vandaag begint een nieuwe start.
(Muziek G. MOUSTAKI - Uit 'Zingen in vieren', Hilversum 1987)





Jongeren

ONDERZOEKEN

Drie keer hetzelfde?

Marcus, Matteüs en Lucas schreven alle drie over Jezus die de schoonmoeder van Petrus heeft genezen.
Op het eerste zicht vertellen die drie teksten driemaal hetzelfde.
Maar vergelijk die teksten eens grondig met elkaar.
Vraag je af:
- Welke kijk had elk van die evangelisten op Jezus?
- Welke boodschap had elk van die evangelisten voor zijn lezers of toehoorders?

Je kunt je ook afvragen:
- Bij welke evangelist voel ik me het meest thuis? En waarom?