Loading...
 

Pinksteren: vooravond - eerste lezing uit Ezechiël

Ezechiël 37, 1-14: Het visioen van de beenderen

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1390)

Op een dag voelde ik opeens de macht van de Heer. Ik werd meegenomen door de geest van de Heer, en die bracht me naar een dal. Dat dal lag vol met botten. De Heer liet me om het dal heen lopen. Toen zag ik hoe enorm veel botten er lagen. Ze lagen verspreid over het hele dal, en ze waren helemaal uitgedroogd.

Toen vroeg de Heer aan mij: ‘Mensenkind, denk je dat die botten weer kunnen veranderen in levende mensen?’ Ik antwoordde: ‘Heer, mijn God, dat weet u alleen!’ De Heer zei tegen mij: ‘Spreek tegen deze botten. Zeg tegen ze: ‘Uitgedroogde botten, luister naar de woorden van de Heer! Dit zegt God, de Heer: Ik ga jullie weer levend maken! Ik zal jullie bedekken met spieren en vlees, en daar zal ik huid omheen laten groeien. Ik zal adem in jullie blazen, zodat jullie weer levend worden. Dan zullen jullie begrijpen dat ik de Heer ben.’’

Ik deed wat de Heer tegen mij gezegd had, en sprak tegen de botten. Zodra ik dat deed, hoorde ik een zacht geluid. Ik zag dat de botten naar elkaar toe bewogen en dat ze aan elkaar vast gingen zitten. Ik zag dat er spieren aan de botten kwamen, en vlees. En daaromheen groeide huid. Maar de lichamen leefden nog niet.
Toen zei de Heer tegen mij: ‘Mensenkind, spreek nu tegen de wind. En zeg tegen de wind: ‘Dit zegt God, de Heer: Wind, kom uit alle richtingen. En blaas adem in deze dode lichamen, zodat ze levend worden!’’
Ik deed wat de Heer tegen mij gezegd had, en sprak tegen de wind. Toen kwam er adem in de lichamen, en ze werden levend. Ze gingen allemaal rechtop staan. Het was een enorme massa mensen.

De Heer zei tegen mij: ‘Mensenkind, die botten zijn het volk van Israël. Want de Israëlieten zeggen: ‘Het is afgelopen met ons! We hebben geen hoop meer. We zijn net als uitgedroogde botten, waar geen leven meer in zit.’
Daarom moet jij tegen de Israëlieten zeggen: ‘Dit zegt God, de Heer: Luister, mijn volk! Ik zal jullie weer leven geven, net zoals ik graven openmaak en dode mensen uit hun graf laat opstaan. Ik zal jullie bevrijden en jullie terugbrengen naar het land Israël. Als dat gebeurt, zullen jullie begrijpen dat ik de Heer ben.
Ik zal mijn adem in jullie blazen, zodat jullie weer levend worden. Ik laat jullie weer in je eigen land wonen. Dan zullen jullie begrijpen dat ik de Heer ben.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Lang geleden leefde de profeet Ezechiël.
Op een nacht droomde hij, had hij een visioen .

De volgende dag zei hij:
‘Beste mensen. Ik heb een droom gehad.
Een bijzondere droom, een visioen.
Ik droomde dat God me met een sterke wind naar een dal bracht.
Het lag vol beenderen.
God vroeg me: 'Mensenkind,
zouden deze beenderen nog kunnen leven?'
Ik zei: 'God, alleen Jij kunt dit weten.'
Toen zei God: ‘Mensenkind, zeg tegen deze beenderen:
“Dorre beenderen, luister naar het woord van God.
Ik zal de Geest van leven in jullie brengen.
Zo zullen jullie tot leven komen.”
Ik deed wat God hem vroeg.
Er ontstond een groot gedruis: de beenderen voegden zich aaneen.
Er kwamen pezen en vlees op
en ze werden met een huid overtrokken.
Maar de levensgeest was er nog niet in.
Toen zei God: ‘Roep de geest van het leven
en blaas op deze beenderen zodat ze weer leven.''
En ik deed wat God hem vroeg.
De levensgeest kwam in de beenderen.
Ze werden weer levend en gingen overeind staan.
Toen zei God tegen me: 'Mensenkind, deze beenderen zijn mijn volk.
Het denkt: het is met ons gedaan.
“Dit moet je als profeet tegen de Israëlieten zeggen:
‘Dit zegt God: Ik zal jullie graven openen.
Ik zal heel veel van jullie weer leven geven
en jullie terug brengen naar het land Israël.
Als Ik jullie graven open en jullie terug tot leven wek,
dan zullen jullie begrijpen dat Ik God ben.
Ik zal jullie mijn adem geven zodat jullie weer levend worden.
Ik laat jullie weer in je eigen land wonen.
Dan zullen jullie verstaan dat Ik, God, doe wat Ik zeg.’
Zo spreekt God.”



Stilstaan bij ...

Profeet
Het Nederlandse woord 'profeet' komt van het Griekse woord 'pro-phètès', iemand die 'voor (iemand) spreekt', ‘in naam van iemand spreekt’. Een profeet is een woordvoerder van God.
Het oorspronkelijke Hebreeuwse woord betekent '(door God) geroepene'.

Ezechiël
(= 'JHWH is mijn sterkte')
Ezechiël was een priester, een tijdgenoot van Jeremia. Hij leefde in het koninkrijk Judea. Toen Jeruzalem in 597 voor Christus door Nebukadnesar, de koning van Babylonië, belegerd werd, maakte hij deel uit van het eerste transport ballingen naar Babylonië, waarbij zich ook koning Jojakin bevond.
Tien jaar sprak hij in Babylon woorden van gelijke strekking als Jeremia.
Vanaf 587, toen het volk alle hoop had laten varen, verkondigde hij een boodschap van hoop: God zal zijn volk en nieuw bestaan geven. Hij was hiervan zo zeker dat hij op een futuristische manier het door God herschapen Jeruzalem van de toekomst beschreef.

Visioen
Een visioen is als een droom. Een droom die iets zegt over wat God wil voor de mensen. In een visioen komen vaak woorden voor die meer zeggen dan men eerst zou denken. Zo zeggen de beenderen in het visioen van Ezechiël iets over de mensen. Ze zijn meer dood dan levend. De fut is er uit. Het einde van zijn visioen zegt iets over het effect van de Geest van God bij mensen die in de put zitten.

Leven
Leven doet men als men ademt, speelt, eet, loopt ... Maar in de Bijbel wil ‘leven’ nog meer zeggen. Echt leven doet men pas als men het woord van God beluistert en ernaar handelt (wanneer men van de medemens houdt, wanneer men anderen kansen biedt, wanneer men eerlijk is, wanneer...

Profeteren / zeggen als profeet
Spreken als een profeet, spreken in naam van God.
(Niet te verwarren met: profiteren)





Bij de tekst

Bij het vertellen aan kinderen

Hou er rekening mee dat deze tekst vol beeldspraak zit. Het gaat dus helemaal niet om een lichamelijke verrijzenis of om een reanimatie van lijken.



Historische context

Toen Nebukadnesar, de koning van Babylonië, in 597 Jeruzalem veroverde, legde hij de stad een zware belasting op. Hij liet een deel van de inwoners (onder wie Ezechiël) deporteren en vertrok na de installatie van een vazalkoning.
Profeten zeiden aan de mensen dat dit maar een voorbijgaand slecht moment was.

In Jeruzalem pleitte de profeet Jeremia voor onderwerping aan de Babyloniërs. Voor hem was de belangrijkste vraag niet of het volk vrij en politiek afhankelijk was, maar of het rechtvaardig was en geestelijk vrij doordat het zijn God diende.
Maar Jeremia werd 'verrader van het vaderland' genoemd.

In Babylon zei Ezechiël hetzelfde tegen zijn volksgenoten waarmee hij samen werd weggevoerd. Dat haalde niets uit. In het geheim bereidden ze zich voor om hun broeders te verwelkomen als hun bevrijders. In 587 zagen ze hen komen,
maar met een touw om hun nek, uitgeput na een mars van 1500 kilometer, in het gevolg van een koning met uitgestoken ogen, die als laatste beeld op zijn netvlies dat van zijn vermoorde zoons bewaarde.



Het boek Ezechiël

Dit boek bevat drie delen:

Ezechiël 1-24Aankondiging van de val van Jeruzalem en de ballingschap.
Ezechiël 25-32Profetieën tegen de vijanden van Juda
Ezechiël 33-48Woorden van troost vanuit de hoop op het herstel en de terugkeer van zijn volk naar Jeruzalem


Het visioen van Ezechiël 37,1-14 behoort tot dit laatste deel.



Spreken met beelden

De profeet ziet een dal vol dode beenderen, een beeld voor zijn volk in ballingschap, dat zich hopeloos en dood voelt. Alles wat zijn bestaan de moeite waard maakte, is het kwijt:
. het land, zichtbaar teken van de zegen van God voor zijn volk
. de koning, door wie God deze zegen doorgeeft, borg staat voor de eenheid van het volk en het vertegenwoordigt bij God
. de tempel, de plaats van de aanwezigheid van God tussen zijn volk.
De profeet krijgt de opdracht om tweemaal tot de beenderen te spreken, zodat ze tot nieuw leven komen.

Tegenover de klacht van het volk (‘Onze botten zijn verdord, onze hoop is vervlogen, onze levensdraad is afgesneden’ (Ezechiël 37, 11) plaatste de profeet de belofte van God van een nieuwe adem voor het volk, van nieuw leven en hoop op terugkeer naar het eigen land.



Waarover het gaat

Het verbannen volk Israël is wanhopig en is te vergelijken met een hoop verdorde beenderen. Het heeft zelfs zijn God verloren - niet vreemd in een tijd waarin men dacht dat elk land werd beschermd door zijn eigen nationale god, die de legers kracht verleende. De God van Israël leek verslagen door de god Mardoek van Babylon. En een verslagen god blijft men niet dienen...

Merkwaardig genoeg betekende deze catastrofe voor het geloof van Israël niet de ondergang, maar een opleving en een uitzuivering ervan. Dit was te danken aan profeten (o.m. Ezechiël) en ook aan priesters die het volk ertoe brachten zich opnieuw te verdiepen in hun tradities om daarin een basis te vinden voor hun verwachtingen. Zo kwamen ze tot een meer vergeestelijkte manier om het geloof te beleven.

Later zagen joden en christenen in deze tekst een verwijzing naar de opstanding van de doden, een profetie over het leven na de dood, naar de verrijzenis.





Suggesties

Grote kinderen

EVEN TESTEN

Spreken met beelden

Wat betekenen de beenderen in dit visioen van Ezechiël?
Ze doen denken aan:
O beenderen van mensen of dieren
O mensen die geen levenskracht meer hebben
O mensen die verbrand zijn

Wat betekent het dat de beenderen terug leven?
O ze werden terug aan elkaar gelijmd.
O ze worden mensen die rechtop gaan staan
O mensen mogen terug hoop hebben.





SPREKEN MET BEELDEN

Leven als balling

(Naar C. LETERME in Zonnestraal, uitgeverij Averbode, 2001 nr 39)

De kinderen groeperen de volgende uitdrukkingen in twee kolommen: Dood (D) en Leven (L).

In de put zitten (D)
Het zwarte schaap zijn (D)
De morgenstond geeft goud in de mond (L)
In de schaduw van anderen leven (D)
Dat brengt leven in de brouwerij (L)
Zolang er leven is, is er hoop (L)
Er het bijltje bij neerleggen (D)
Leven als God in Frankrijk (L)


Vertel over de joden die in ballingschap leefden in Babylonië en hoe ze hierdoor erg gedeprimeerd waren. Ze voelden zich toen meer dood dan levend.
Verwerk hierbij eventueel enkele uitdrukkingen rond dood en leven of zoek met de kinderen welke uitdrukkingen het best de situatie van de joden in ballingschap weergeven.





BELEVEN

Een profeet over de kracht van Gods adem

(Dit is mijn veertigdagenboekje 2008 p. 36. 38)

De profeet Ezechiël krijgt een droom van God.
Hij ziet allemaal beenderen op de grond naast elkaar. Ze liggen daar doodstil. Maar dan komt Gods levensadem in deze beenderen en ze bewegen, ze leven. Ze staan op als levende mensen.

Ga eens doodstil op de grond liggen. Beeld je in dat je benen en je armen van elkaar los zijn, dat niets meer kan bewegen.

Kom dan stilaan weer tot leven. Beweeg eerst je pinken, je vingers, je tenen, je oren.
Dan je handen, de hielen van je voet, je knieën, je ellebogen, je armen, je benen, je nek, je schouders. Voel je hoe je in beweging komt? Beweeg je achterwerk, ga recht zitten, beweeg je rug. Zet je voeten plat op de grond en sta op. Steek nu je armen in de lucht!





DOEN

Een doosje bloemen

(C.L. 15/02/2017)

Zorg voor een doosje waar een deksel op past of een glazen bokaal met een deksel (Weck).
Plantje (bv. Klimop) of bloemen en wat groen uit de tuin en wat isomo.


Bespreek
- Wat kun je doen met een doosje / bokaal waar een deksel op past?
- Waarvoor dient dat deksel eigenlijk?
- Als we een plantje in de doos /bokaal zouden steken, en er nadien een deksel zouden op doen, wat zou er dan met dat plantje gebeuren?
Kan een plantje leven in een afgesloten ruimte?
(Leven blijkt maar mogelijk als de ruimte vrij is, als die niet wordt afgesloten)

De kinderen schikken een plantje (of wat bloemen en groen) op een stukje oasis. Het deksel van de doos, of van de bokaal wordt er naast gelegd.

Lees daarna de tekst van Ezechiël. Vanuit deze activiteit zullen kinderen meer oog hebben voor de betekenis van de ‘open graven’ in de tekst.
Nadien doen ze daar hun voordeel mee bij het beluisteren van het wondere verhaal over de opwekking van Lazarus.

File0001961357345





Jongeren

ZINGEN / BELUISTEREN

By the rivers of Babylon

By the rivers of Babylon, there we sat down
Ye-eah we wept, when we remembered Zion

By the rivers of Babylon, there we sat down
Ye-eah we wept, when we remembered Zion

When the wicked
Carried us away in captivity
Required from us a song
Now how shall we sing the lord's song in a strange land

When the wicked
Carried us away in captivity
Requiering of us a song
Now how shall we sing the lord's song in a strange land

Let the words of our mouth and the meditations of our heart
Be acceptable in thy sight here tonight

Let the words of our mouth and the meditation of our hearts
Be acceptable in thy sight here tonight

By the rivers of Babylon, there we sat down
Ye-eah we wept, when we remembered Zion

By the rivers of Babylon, there we sat down
Ye-eah we wept, when we remembered Zion

By the rivers of Babylon (dark tears of Babylon)
There we sat down (you got to sing a song)
Ye-eah we wept, (sing a song of love)
When we remember Zion (yeah yeah yeah yeah yeah)

By the rivers of Babylon (rough bits of Babylon)
There we sat down (you hear the people cry)
Ye-eah we wept, (they need their god)
When we remember Zion (ooh, have the power)


Nederlandse vertaling

Bij de rivieren van Babylon, daar zaten we
Ye-eah, we huilden, toen we aan Sion (het Joodse land-vert.) dachten

Bij de rivieren van Babylon, daar zaten we
Ye-eah we huilden, toen we aan Sion dachten

Toen de gekken
Ons wegbrachten in gevangenschap
Verlangden ze een lied van ons
Hoe kunnen we Gods lied nu zingen in een vreemd land

Toen de goddelozen
Ons wegvoerden in gevangenschap
Verlangden ze een lied van ons
Hoe kunnen we Gods lied nu zingen in een vreemd land

Laat de woorden uit onze monden en het gepeins van onze harten
acceptabel zijn in Uw opinie hier vanavond

Laat de woorden uit onze monden en het gepeins van onze harten
Acceptabel zijn in Uw ogen hier vanavond

Bij de rivieren van Babylon, daar zaten we
Ye-eah we huilden, toen we aan Sion dachten

Bij de rivieren van Babylon, daar zaten we
Ye-eah we huilden, toen we aan Sion dachten

Bij de rivieren van Babylon,(donkere tranen van Babylon)
daar zaten we (Je moet een lied zingen)
Ye-eah we huilden, (Zing een lied over liefde)
Toen we aan Sion dachten (yeah yeah yeah yeah yeah)

Bij de rivieren van Babylon,(woeste gedeelten van Babylon)
Daar zaten we (Je hoort de mensen huilen)
Ye-eah we huilden, (Moet dat)
Toen we aan Sion dachten (Ooh, zorg voor de kracht)


Video met optreden van boney-m.


Opdracht
Dit lied is gebaseerd op psalm 137, een psalm die het gemoed weergeeft van de joodse bannelingen in Babylon.
Schrijf een tekst die die bannelingen moed inspreekt zoals Ezechiël dat deed met zijn visioen over de doodsbeenderen.


Om op te starten …
De Jordaan is dé rivier van Israël. Met het oversteken van de Jordaan kwamen de joden terug in het Beloofde Land …
Hoe zou hun lied nu klinken?

‘By the rivers of the Jordan ...’