Loading...
 

Psalm 113

Psalm 113: Bezing God overal en altijd

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1000-1001)

Halleluja!

Zing voor de Heer,
dienaren van de Heer, zing voor hem!
Laat iedereen de Heer prijzen,
nu en altijd.
Laat iedereen zingen voor de Heer,
van het oosten tot het westen.

De Heer heerst over alle volken.
Zijn macht gaat hoger dan de hemel.
Niemand is zoals de Heer, onze God.
Hij woont hoog in de hemel,
maar hij ziet ook de mensen op aarde.
Niemand is zoals hij,
niemand in de hemel of op de aarde.

Zwervers trekt hij uit het vuil omhoog.
Hij haalt hen weg uit hun ellende,
en laat hen wonen bij de rijken,
bij de rijken van zijn volk.
Vrouwen zonder kinderen
maakt hij moeder van een groot gezin.
Dan is er vreugde in hun huis.

Halleluja!



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Halleluja!

Dienaren van God,
bezing de naam van God.
Dat de naam van God geprezen wordt
van nu tot in eeuwigheid.
Van waar de zon opkomt
tot waar ze ondergaat,
moet de naam van God geprezen worden.

Hoog boven alle volken staat God.
hemelhoog is zijn macht.
Wie is als onze God,
die daarboven in de hemel woont,
die wil zien naar de aarde beneden?
Wie is als Hij in de hemel en op aarde?

Hij richt de arme op uit het stof,
trekt hem omhoog uit het vuil,
zodat hij mag zitten met de machtigen,
mensen van aanzien uit zijn volk.
Die de onvruchtbare haar plaats geeft in het huis:
een lachende moeder van kinderen.

Halleluja!



Stilstaan bij …

Naam
Met de ‘naam van God’ wordt God zelf bedoeld.

Ashoop / mesthoop / vuil
(= vuilnisbelt)
Plaats voor verschoppelingen (Job 2, 8)

Onvruchtbaar
Kinderloosheid werd gezien als een straf van God (1 Samuel 1, 6; Lucas 1, 25)





Bij de tekst

Inhoud

Hoewel God boven zijn schepping staat, toch is Hij zich bewust van het menselijk lijden. Zijn liefde bevrijdt de mens die arm is en behoeftig, onderdrukt wordt en geen leven heeft. Wie onvruchtbaar is geeft Hij vreugde.



Hallelpsalm

Psalm 113 is de eerste van zes psalmen die Hallelspalmen genoemd worden (Psalm 113 - psalm 118). Ze werden gezongen tijdens de vijf grote joodse feesten (Pesach – joods paasfeest, Sjawoeot - joods pinksterfeest, Soekot – Loofhuttenfeest, Rosj Hasana - joods nieuwjaarsfeest, Yom Kippoer – feest van de verzoening) tijdens de plechtigheden in de tempel.

Nu worden ze op Pesach bij de Sedermaaltijd door Joden gebeden en gezongen. Christenen bidden ze bij het Laatste Avondmaal.