Romeinen 4, 1-8

Romeinen 4, 1-8: Abraham, vader van alle gelovigen

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1782)

Laten we eens kijken naar het voorbeeld van Abraham, de voorvader van de Joden. Hoe is het met hem gegaan? Abraham heeft veel goede dingen gedaan. Dat maakt indruk op mensen, maar voor God gaat het om iets anders. God heeft Abraham niet gered omdat hij zo goed leefde. Nee, in de heilige boeken staat: «Abraham geloofde in God, en daarom zag God hem als een goed mens.»
Als iemand werkt, krijgt hij loon. Niet als geschenk, maar omdat hij het verdient. Maar niemand verdient het om door God gered te worden. Je moet er dus op vertrouwen dat God je wil redden, ook al ben je een slecht mens. Als je dat gelooft, ziet God je als een goed mens.
Wat is het echte geluk? Dat God je als een goed mens ziet, ook al verdien je dat niet. Ook David heeft dat gezegd in de heilige boeken. Hij zei: «Je bent gelukkig als God je zonden vergeeft. Je bent gelukkig als God niet meer denkt aan je fouten, en niet meer kijkt naar je schuld.»



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Wat moeten wij bijvoorbeeld denken
van Abraham, onze stamvader?
Als hij gerechtvaardigd werd op basis van wat hij deed,
dan maakt dat zeker indruk. Maar niet bij God!
Want wat zegt de Schrift?
Abraham geloofde God
en dat werd hem aangerekend als een daad van gerechtigheid.
Wel, iemand die werkt, krijgt geen loon als geschenk,
maar als iets waar hij recht op heeft.
Aan wie niet werkt,
maar gelooft in Hem die de goddeloze rechtvaardigt,
wordt zijn geloof als gerechtigheid aangerekend.

Hetzelfde geldt voor de mens die David gelukkig prees
en aan wie God de gerechtigheid aanrekent,
zonder dat er sprake is van goede daden:
Gelukkig zij van wie het onrecht is vergeven
en van wie de zonden zijn toegedekt.
Gelukkig de man bij wie God de zonde niet telt.



Stilstaan bij …

Abraham, onze stamvader
Paulus schrijft over Abraham als een jood: Abraham is de stamvader van de joden. Maar dan gaat hij verder: Abraham is het voorbeeld van de gelovige. Zo is hij de vader van vele volkeren, zowel van joden als van mensen die geen Jood zijn. Een boodschap die de Joden in Rome vast moeilijk konden bevatten.

Rechtvaardigen
Deze term uit de rechtszaal werd gebruikt wanneer een rechter een beschuldigde ten gunste in het gelijk stelde, waarbij die beslissing tot de vrijspraak leidde.

Gerechtigheid
Is: leven volgens de tien geboden, in een juiste (rechte) verhouding tussen mensen onderling en tussen de mensen en God. Jezus is hierbij heel radicaal. Bv.
. niet alleen iemand doden is verkeerd, ook iemand haten
. je moet niet alleen van je vrienden houden, maar ook van je vijanden

Is: gericht zijn op het goede, op levenskansen voor elke mens. Is zo leven dat de ander er beter van wordt.


Gerechtigheid wordt vaak verward met het woord ‘rechtvaardigheid’ (= iemand recht doen, geven wat iemand toekomt)





Bij de tekst

Het geloof van Abraham

God aanvaardde Abraham omdat hij geloofde. Tegen alle verwachtingen in bleef Abraham ervan overtuigd dat God zou doen wat Hij beloofde. Daarom bestaat het volk van God niet alleen uit de nakomelingen van Abraham, maar van iedereen die gelooft zoals Abraham dat deed.