Romeinen 4, 20-25

Romeinen 4, 20-25: Geloven als Abraham

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1783)

Toch twijfelde Abraham niet, maar hij geloofde dat ze een kind zouden krijgen. Omdat God het beloofd had.
God zorgde ervoor dat Abrahams geloof steeds sterker werd. En Abraham eerde God. Want God heeft de macht om te doen wat hij belooft. Dat geloofde Abraham, zonder te twijfelen. En daarom zag God hem als een goed mens.

In de heilige boeken staat dus dat God Abraham als een goed mens zag. Dat geldt niet alleen voor Abraham, maar ook voor ons. Want God ziet ook ons als goede mensen, omdat we in hem geloven. Wij geloven dat God Jezus Christus, onze Heer, heeft laten opstaan uit de dood. Omdat Jezus Christus gestorven is, worden onze zonden vergeven. En omdat hij is opgestaan uit de dood, worden wij gered.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Abraham twijfelde geen moment aan de belofte van God.
Integendeel,
hij eerde God door zijn krachtig geloof, zijn vaste overtuiging
dat God kan realiseren wat Hij zegt.
Daarom zag God hem als een goed mens.

Die woorden werden niet alleen neergeschreven
omwille van Abraham maar ook omwille van ons.
God zal ook met ons geloof rekening houden.
Want we geloven in Hem,
die Jezus onze Heer uit de dood heeft opgewekt:
Jezus die werd overgeleverd omwille van onze tekorten
en opgewekt omwille van onze rechtvaardiging.



Stilstaan bij …

Abraham
Abraham leefde rond 2000 voor Christus. Omdat met hem de eigenlijke geschiedenis van het joodse volk begint, wordt hij hun stamvader genoemd.