Loading...
 

Ruth 1, 1.3-6.14b-16.22

2  Gerst

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Ruth 1, 1.3-6.14b-16.22: Noomi en Ruth

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 393-394)

Toen de rechters het land bestuurden, was er eens hongersnood in Juda. Daarom besloot een man uit Betlehem naar het land Moab te gaan. Zijn vrouw en zijn twee zonen gingen mee.

Na een tijd stierf Elimelech. Zijn vrouw bleef achter met haar twee zonen. De zonen trouwden met meisjes uit Moab. Het ene meisje heette Orpa, het andere meisje heette Ruth.
Na ongeveer tien jaar stierven ook de zonen. Noömi bleef toen alleen achter, zonder zonen en zonder man.

Op een dag hoorde Noömi dat de Heer medelijden had gekregen met zijn volk. Hij had een einde gemaakt aan de honger in Juda. Daarom besloot Noömi terug te gaan naar haar eigen land.

Orpa kuste Noömi en nam afscheid. Maar Ruth sloeg haar armen om Noömi heen. Noömi zei tegen Ruth: ‘Kijk, je schoonzus gaat terug naar haar volk en haar god. Ga toch met haar mee!’
Maar Ruth antwoordde: ‘Zeg toch niet steeds dat ik terug moet gaan! Ik laat u niet in de steek. Waar u heen gaat, daar ga ik heen. Waar u woont, daar wil ik ook wonen. Uw volk is mijn volk, en uw God is mijn God.

Zo kwam Noömi terug uit Moab, samen met Ruth, haar schoondochter uit Moab. Ze kwamen in Betlehem aan toen de boeren het koren gingen maaien.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

In de tijd van de rechters brak er in het land een hongersnood uit. Elimelek trok weg uit Betlehem in Juda en vestigde zich als vreemdeling in de vlakte van Moab, samen met Noomi, zijn vrouw, en Machlon en Kiljon, zijn twee zonen.

Maar hij stierf en Noomi bleef achter met haar zonen. Die trouwden alletwee met een Moabitische vrouw. De ene vrouw heette Orpa, de andere Ruth. Ze bleven er ongeveer tien jaar wonen. Toen stierven ook de zonen en bleef de vrouw alleen achter, zonder haar zonen en haar man. Samen met haar schoondochters vertrok zij uit de vlakte van Moab, omdat ze gehoord had dat God zich het lot van zijn volk had aangetrokken en het weer brood gaf.

Orpa kuste haar schoonmoeder vaarwel, terwijl Ruth zich aan haar vast klemde. Noomi zei: ‘ Je schoonzuster keert terug naar haar volk en haar goden. Ga toch met haar mee!' Maar Ruth zei: ‘Zeg toch niet telkens opnieuw dat ik je moet verlaten en terugkeren, zo ver van jou vandaan. Waar jij gaat, zal ik gaan. Waar jij blijft, zal ik blijven. Jouw volk is mijn volk, jouw God is mijn God.

Zo keerde Noomi, samen met haar schoondochter Ruth, uit de vlakte van Moab terug. Zij kwamen in Betlehem aan bij het begin van de gersteoogst.



Stilstaan bij …

Rechters
Dit waren leiders in Israël voor de tijd van de koningen. Ze waren aanvoerders in oorlogstijd of spraken recht. Ze beschermden het nationale en religieuze leven in Israël, meestal in conflict met de Filistijnen en de Kanaänieten.

Hongersnood
In Juda kwam er regelmatig hongersnood voor, omdat er in die streek weinig rivieren waren en de mensen voor de watervoorziening vooral afhankelijk waren van regen.

Elimelek
(= God is koning)

Betlehem
(= broodhuis)
Stad 7 km ten zuiden van Jeruzalem. Plaats waar Rachel, de lievelingsvrouw van Jakob werd begraven. Lees meer over deze stad.

Juda
Zuidelijke landstreek van Palestina. De streek waarin Jeruzalem zich bevindt, de belangrijkste stad voor de joden.

Moab
In de tijd van het Oude Testament was Moab een vruchtbare hoogvlakte ten oosten van de Dode Zee. De Moabieten, de bewoners van Moab, waren verwant aan de Israëlieten. Hun stamvader was Moab, een zoon van Lot, de neef van Abraham. Hun relaties waren niet erg vriendschappelijk. Voor de Israëlieten waren ze vreemdelingen en afgodendienaars. Hun cultuur stond op een redelijk hoog peil.

Noomi
(= de lieflijke, de gelukkige)
Een vrouw uit Israël. Zij was met haar gezin naar Moab gevlucht omdat er in Israël hongersnood was.
Later wilde Noömi een nieuwe naam: ze wilde Mara (= de ongelukkige) heten, want ze was weduwe geworden en kinderloos, want haar beide zonen waren gestorven.

Machlon (= de zieke) en Kiljon (= de zwakke)
Naam van de twee zonen van Noömi. Beide waren gehuwd met een meisje uit Moab (Ruth en Orpa). Kort na hun huwelijk stierven ze.

Orpa
(= zij die de rug toekeert, afvallige, weerspannige)
Opra ging niet mee met Ruth en keerde terug naar Moab.

Ruth
(= vriendin, gezellin)
Een vrouw uit het land Moab, een buurland van Israël. Ruth trouwde met een zoon van Noömi, die met haar gezin uit Betlehem was gevlucht omwille van de hongersnood. Toen haar man en haar schoonvader overleden waren, ging Ruth samen met haar schoonmoeder terug naar Betlehem, waar ze werd opgenomen in het volk van Noömi. Zij huwde met Boaz en werd de overgrootmoeder van koning David. Haar geschiedenis situeerde zich in de tijd van de Rechters.

Alleen achterblijven
Alleen achterblijven betekende voor een vrouw een uitzichtloze situatie. Want zonder man was er geen eten, en zonder zonen die moesten voorzien in het levensonderhoud van een weduwe, was er geen toekomst. Noomi's levensweg liep dus dood.

Gersteoogst
Deze oogst valt in de periode waarin het joodse paasfeest gevierd werd.





Suggesties

EXTRA

Klik hier voor mogelijke inspiratie.