Inhoudstabel
…page…
Hebreeën 9, 11-15: Voor altijd gered
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1918)
Christus is onze hogepriester geworden in de veel betere, heilige tent in de hemel. Die tent is niet door mensen gemaakt en hoort niet bij onze wereld. In die tent in de hemel heeft hij gezorgd voor alle goede dingen die nu gebeuren.
Christus is daar voor eeuwig de allerheiligste ruimte binnengegaan. Hij bracht zijn eigen bloed mee als offer voor God, in plaats van het bloed van offerdieren. Zo heeft hij ervoor gezorgd dat mensen voor eeuwig gered kunnen worden. Ons lichaam kan weer rein worden door het bloed en de as van offerdieren. Maar door dit betere offer, het bloed van Christus, worden we ook diep van binnen rein.
Christus had Gods eeuwige Geest in zich. En daarom kon hij zichzelf offeren, terwijl hij zelf niets verkeerds gedaan had. Dankzij dat offer kunnen wij op een goede manier leven en de levende God dienen.
Wij hebben ons niet gehouden aan Gods oude afspraak met ons. Maar Christus is gestorven om ons te bevrijden van alles wat we verkeerd gedaan hebben. Doordat hij zichzelf geofferd heeft, geldt nu Gods nieuwe afspraak. En daarom kunnen wij, die door God uitgekozen zijn, voor eeuwig gered worden. Dat heeft God zelf beloofd.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Maar nu is Christus gekomen, de hogepriester van het echte geluk.
De tent van zijn priesterschap is groter en volmaakter dan de vorige;
ze is niet gemaakt door mensen:
ze behoort niet tot onze geschapen wereld.
Het bloed van zijn offer is zijn eigen bloed,
niet dat van bokken en kalveren.
Zo ging Hij het heiligdom binnen, eens voor altijd,
en bekwam Hij eeuwige redding.
Want als het bloed van bokken en stieren
en het bestrooien met de as van een vaars
de verontreinigden kan heiligen zodat zij wettelijk rein worden,
hoeveel groter is dan de kracht van Christus' bloed!
Door de eeuwige Geest offerde Hij zichzelf aan God
als een smetteloos offer,
dat onze ziel zuivert van dode werken om de levende God te eren.
Daarom is Hij de middelaar van een nieuw verbond:
er vond een sterven plaats dat bevrijdt van de zonden
die onder het eerste verbond werden bedreven;
nu kunnen zij die door God geroepen zijn
het eeuwig erfdeel ontvangen dat hun is beloofd.
Stilstaan bij …
Hogepriester
In de joodse godsdienst stond de hogepriester aan het hoofd van alle priesters en levieten die in de tempel van Jeruzalem dienst deden. Sinds er in Israël geen koning meer was, koos men een hogepriester als geestelijke leider van Israël. In de tijd van Jezus was die ook voorzitter van het sanhedrin, de joodse Hoge Raad.
Een keer per jaar, op de jaarlijkse ‘Grote Verzoendag’, ging de hogepriester het Heilige der Heiligen van de tempel binnen om er het zoenoffer te brengen voor de zonden van het volk Israël. Hij bedekte die zonden met het bloed van een onschuldig lam, door dat bloed op het deksel van de Ark van het verbond te sprenkelen. Daardoor kon God de zonden van de mensen niet meer zien.
Hij droeg ook symbolisch de zonden van het volk over op een bok die de woestijn werd ingestuurd (de zondebok!).
Heiligdom / Tempel
De tempel was de plaats waar de hogepriester elk jaar een offer bracht werd om het volk met God te verzoenen. Dat gebeurde met het bloed van offerdieren tot aan de verwoesting van de tempel.
Offer
Oude volkeren offerden voor (gaven geschenken aan) hun goden uit angst, uit eerbied, uit dankbaarheid of om een gunst (verzoening, vrede …) te vragen. De belangrijkste drijfveer was de wens om de godheid te voeden en in leven te houden. Want men ging ervan uit dat goden zouden sterven als ze niet genoeg te eten zouden krijgen. Zo kon men bekomen dat de godheid verder de mensen zou beschermen. Er ontstonden vele soorten offers: brandoffers, graanoffers, vredeoffers, reinigingsoffers, wijdingsoffers, hersteloffers, wijnoffers, reukoffers … Steeds werd iets waardevol geofferd: de beste vruchten van het veld, het gezondste dier ... Zo waren dat voor een schaapherder lammeren. Die waren zijn kostbaarste bezit omdat ze zorgden voor de uitbreiding van de kudde. Maar Jahwe wenst geen offers te krijgen. Hij wil dat mensen rechtvaardig en liefdevol leven. Vooral profeten maakten dat duidelijk.
Zonde
Wie opzettelijk iets fout doet en daarmee iemand kwetst, kwetst niet alleen die persoon, maar ook God, omdat Hij wil dat we voor anderen respect opbrengen.
Verbond
Een verbond is een bindende afspraak waarbij twee partijen beloften en verplichtingen uitspreken en vastleggen.
Bij de tekst
Geen echte brief
De brief aan de Hebreeën is eerder een preek om mensen te overtuigen dan dat het een brief is. De schrijver ervan is onbekend. Het is ook niet duidelijk wie de ‘Hebreeën’ precies waren.
Hoogstwaarschijnlijk werd de brief geschreven tussen 75 en 100 na Christus, voor christenen die eerst jood waren. De schrijver wil hen helpen om hun geloof niet te verliezen. Hij laat zien dat Jezus vervult wat God vroeger beloofde en dat met Hem een nieuwe tijd begonnen is.
Lees meer
Jezus, dé hogepriester
De hogepriester was hij die in de tempel de verzoening bewerkte tussen God en zijn volk.
In de brief aan de Hebreeën is het Jezus die dé hogepriester is. Hij is de eeuwige, betrouwbare hogepriester in de ‘hemelse tempel’. Als hogepriester vertegenwoordigt Hij de mensen bij God. Maar net als de hogepriester in de tempel van Jeruzalem is Hij een gewoon mens, blootgesteld aan verleidingen en zwakheden. Daarom kan Hij begrijpen dat mensen zondigen en kan Hij aan God vergeving vragen. Net al de andere hogepriesters is Hij door God geroepen.
Verbond
Eerste / Oude verbond | Nieuwe verbond | |
Wat? | Een verbond is een bindende afspraak waarbij twee partijen beloften en verplichtingen uitspreken en vastleggen. In het joodse Bijbel (het eerste deel van de christelijke Bijbel, het Oude Testament) gaat het om de ‘regeling’ die God met de mensen treft: God neemt de Israëlieten aan tot zijn volk; de mensen moeten moreel en religieus leven. | Een verbond is een bindende afspraak waarbij twee partijen beloften en verplichtingen uitspreken en vastleggen. |
Kenmerk | Deze overeenkomst had betrekking op het buitenste van de mens: men moest de wetten van God gehoorzamen. | Het nieuwe verbond steunt op kennis en begrip, op de eenheid van hart en verstand tussen God en de mensen. God doet de mensen zelf leven naar zijn wil en neemt hen aan tot volk. |
Priesters | Priesters waren tijdelijk priester. | Jezus is priester voor altijd. Hij werd als hogepriester geroepen en aangesteld om door het offer van zijn leven God voor altijd met de mensen te verzoenen. |
Wortel in het Oude Testament
Deuteronomium, 19, 16-18:
'Ieder die in het open veld iemand aanraakt die vermoord of gestorven is, wie mensenbeenderen of een graf aanraakt, wordt voor zeven dagen onrein. Men moet wat stof van de verbrande koe nemen, het in een vat doen en daarop bronwater gieten. Een man die rein is, moet een hysoptakje in dat water dopen, daarmee de tent besprenkelen en ook de vaten en de mensen die erin waren. Hetzelfde doet hij met hem die met beenderen, met een vermoorde, met een gestorvene of met een graf in aanraking is geweest.'
As is een reinigingsmiddel