Loading...
 

14 september: kruisverheffing - evangelie

Johannes 3, 13-17: Jezus en de bronzen slang

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1677)

Nog nooit is er iemand van de aarde omhooggegaan naar de hemel. Alleen de Mensenzoon, die eerst vanuit de hemel naar de aarde kwam.

Mozes zette in de woestijn een koperen slang hoog op een paal. Net zo moet de Mensenzoon een hoge plaats krijgen, eerst aan het kruis en daarna in de hemel. En daardoor krijgt iedereen die in hem gelooft, het eeuwige leven. Want Gods liefde voor de mensen was zo groot, dat hij zijn enige Zoon gegeven heeft. Iedereen die in hem gelooft, zal niet sterven, maar voor altijd leven.
God heeft zijn Zoon naar de wereld gestuurd om de mensen te redden. Niet om hen te veroordelen.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Er is nog nooit iemand naar de hemel opgestegen,
behalve Hij die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon.
Zoals Mozes in de woestijn
de bronzen slang hoog op een paal heeft gezet,
zo moet de Mensenzoon omhoog worden geheven,
zodat iedereen die in Hem gelooft, eeuwig leven bezit.

Zoveel heeft God van de wereld gehouden,
dat Hij zijn eniggeboren Zoon ervoor over had:
iedereen die in Hem gelooft gaat niet verloren,
maar heeft eeuwig leven.
Want God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden
om de wereld te veroordelen,
maar om door Hem de wereld te redden.



Stilstaan bij ...

Mensenzoon
Dit woord komt 69 keer voor in het evangelie (telkens in de mond van Jezus) en slechts één keer in de Handelingen. Die naam gebruikte Jezus vaak om over zichzelf te spreken.
Op zich betekent ‘Mensenzoon’: ‘mens’ (De profeten gebruikten het woord ‘mensenzoon’ om een mens aan te duiden in zijn sterfelijkheid en nietigheid), maar de profeet Daniël sprak over de mensenzoon als over een koning die zorgt voor vrede en die de mensen komt oordelen.
Later gebruikte men dit woord om er de menselijke natuur van Jezus mee aan te duiden. Zo vertaalde Huub Oosterhuis ‘Mensenzoon’ met ‘Mensenkind’.

Mozes
(Egyptisch = ‘uit het water gered')
Deze naam kan erop wijzen dat de familie van Mozes reeds langer in Egypte woonde.
Hij bevrijdde het volk Israël uit Egypte en bracht het tot aan de grens van het Beloofde Land. Daar stierf hij op de berg Nebo, in het zicht van het Beloofde Land.

Slang
In de tempel te Jeruzalem vereerde men een koperen / bronzen slang. Daarvan zei men dat dat de slang was die Mozes had laten oprichten in de woestijn om het volk van slangenbeten te genezen. Aan die verering kwam een eind onder de regering van koning Hizkia.
In de slang aan de paal zagen de eerste christenen en de kerkvaders het beeld van de heilbrengende Jezus aan het kruis.

Wereld
Bij Johannes betekent het woord ‘wereld’ dikwijls: de wereldlijke macht die de komst van het Rijk van God verhindert. Johannes loopt niet erg op met die ‘wereld’, omdat wat daarin gebeurt, dikwijls tegengesteld is aan het Rijk van God.
In deze tekst kon Johannes met ‘wereld’ ook ‘mensen’ bedoeld hebben. God richt zich niet enkel tot Israël, maar tot alle mensen.

Eniggeboren Zoon van God
Benaming die in het Nieuwe Testament voor Jezus Christus gebruikt wordt. Deze woorden plaatsen Hem op één lijn met God: in Jezus kan men God zien en horen, in Hem kan men Gods aanwezigheid aanvoelen.

Redden
Dat de wereld door Jezus zou worden gered, is de realisatie van de betekenis van de naam ‘Jezus’: ‘God redt’.





Bij de tekst

Jezus / slang

De overeenkomst tussen Jezus en de koperen slang bestaat erin dat beide leven schenken aan wie ten dode is opgeschreven.





Bijbel en kunst

G. FANTONI

Bronzen slang
Bronzen Slang

Dit bronzen kunstwerk is een creatie van de Italiaanse kunstenaar Giovanni Fantoni. Het is te zien op de berg Nebo, een berg ten westen van Jordanië, aan de rand van de Jordaanvallei. Volgens de Bijbel was dit de plaats waar Mozes uitkeek over het Beloofde Land, vóór hij stierf op de leeftijd van 120 jaar.
In het kunstwerk zijn twee teksten uit de Bijbel verwerkt:
. Numeri 21, 4-9
. Johannes 3, 14




Suggestie
Inspireer je op dit kunstwerk om met een soepele ijzerdraad of koperdraad een kruis te maken.





Suggesties

EXTRA

Kruis

Klik hier voor extra suggesties.



Jezus en Nikodemus

Klik hier voor extra suggesties.





Overwegingen

Frans Mistiaen s.j.

Jezus' kruis, teken van verheffing

Wat is het meest typische van het christendom?
Wat maakt het onderscheid tussen het christendom
en de andere godsdiensten?
Of men kan opkijken naar Jezus op het kruis of niet.

Met het christendom heeft de mens een nieuwe God leren kennen:
een God van Liefde.
Maar er zijn vele soorten liefde,
de ene goedkoper dan de andere.
Het meest essentiële van de liefde van de christelijke God
is Zijn belangeloze zelfgave.
In het christendom betekent liefde "zichzelf belangeloos weggeven".

Geen enkele cultuur, geen enkele godsdienst, geen enkele mens
komt spontaan tot die levenshouding.
Wij zijn immers spontaan geneigd onszelf op de voorgrond te schuiven.
Maar het christendom zegt:
"Leer van God Zelf het omgekeerde te doen. Hij geef Zichzelf.
Geef jij ook jezelf, stel jezelf achteruit,
laat anderen voorgaan en je zult echt leven"

Het Joodse volk heeft, in zijn jarenlange geschiedenis,
de bewijzen van deze zichzelf-wegschenkende Liefde-God
stilaan meer en meer erkend:
in de Schepping, in het Verbond,
in het succesrijke Koningschap van David,
in de Profeten en hun oproepen.
Maar in het christendom kijken wij vooral op naar hét teken
van de Gods belangeloze liefde:
God die Zijn Zoon Jezus durft toevertrouwen aan ons, vrije mensen.

In de visie van Johannes horen lijden, dood en opstanding van Jezus samen
in één enkele ervaring.
En het centrale moment daarvan is de "verheffing" van Jezus op het kruis.
Maar, “verheffing” in de verschillende betekenissen van het woord.
Bij de kruisiging wordt de Mensenzoon "door de beulen omhoog geheven",
maar Zijn zichzelf wegschenkende liefde tot het uiterste op dat moment,
wordt ook het moment van Zijn “verheffing door God”,
van Zijn “verheerlijking”.

Wij worden door Johannes niet uitgenodigd
op te kijken naar het kruishout,
dat marteltuig dat lijden en vernietiging brengt.
Wij worden wel uitgenodigd op te kijken
naar die Man op het kruis, die, te midden van groot lijden,
Zijn zichzelf-gevende-Liefde toont tot het uiterste toe.
Voor Johannes is het kruis de plaats van de verrijzenis.
Het kruis is de troon waarop de verrezen Heer zetelt,
vanwaar Hij alle mensen naar Zich toe trekt.
Het kruis is de levensboom,
van waaruit stromen levenssap vloeien voor de mens
als uit een bron die de zonde en de onreinheid wegwast.

Niet iedereen ziet dit.
Bij het opkijken naar het kruis en naar de Gekruisigde
staat iedereen voor de keuze: te geloven of niet te geloven.
Wie niet gelooft,
ziet alleen een gemartelde man, die lijdt en sterft aan het kruishout.
Wie gelooft, ziet juist,
in de zelfgave van de Gekruisigde en Zijn verhoging door God
het teken dat alle liefde die zichzelf geeft, sterker is dan de dood.

Geloven is dus opzien naar de Gekruisigde, kijken naar Jezus
en willen leven vanuit zo'n liefde,
een liefde waarbij wij onszelf geven voor anderen.
Geloven is opzien naar de Gekruisigde, kijken naar Jezus
en ons laten zuiveren door die bron.
Geloven is opzien naar de Gekruisigde, kijken naar Jezus
en door zijn uitnodigende liefde
opgetild worden uit de dood van de zonde
naar een nieuw, meer liefdevol leven,
een leven in licht en waarheid.

Ongelovigen blijven het kruis zien als een teken van ondergang.
Gelovigen zien het kruis als een teken van verheffing,
als een teken van overwinning van de liefde op het lijden en de dood.





Marc Gallant, trappist (Orval)

Jezus en God (2014)

Zoals de eerste twee leerlingen die Jezus ‘s avonds vergezeld hebben en bij hem gebleven zijn (Johannes 1, 39), profiteert Nikodemus van de frisheid van de vallende nacht voor een onderhoud met Jezus. Deze vooraanstaande farizeeër is een sympathisant. Hij zal Jezus verdedigen bij de overheid (Johannes 7, 50-51) en niet zien op de kosten om Jezus een treffelijke begrafenis te bezorgen (Johannes 19, 39). De vraag die er aan bod komt is de volgende: kan men aan de wondertekenen die met Jezus' prediking gepaard gaan, herkennen dat Hij van God komt?
Nikodemus denkt dat er in die richting gezocht moet worden. Hij verklaart: “Rabbi, wij weten dat U als leraar van Godswege komt. Geen mens kan immers de tekenen doen die U doet” (Johannes 3, 2). Ook in onze dagen nemen veel mensen de wondertekenen als criterium in hun zoeken naar God. Zij willen God met de hand kunnen raken in fenomenen die het menselijk vermogen overstijgen: zo kunnen ze zich een tastbare zekerheid opbouwen.

Maar Jezus tracht Nikodemus te doen begrijpen dat deze weg niet tot de kern van de zaak leidt. Hij maakt hem duidelijk dat het mysterie van de Christus zich niet ontsluiert in de wondertekenen, maar in het Kruis. Daar openbaart zich het grootste wonder: het wonder van Gods liefde. God bemint ons zodanig, dat Hij met ons komt tot in onze diepste armoede en verlatenheid. Om de Mensenzoon te erkennen, verheven in de stralende liefde van de Vader, moeten we Hem omhoog geheven zien op het kruis waar hij door zijn Vader verlaten lijkt. Het mysterie van de Mensenzoon is dat Hij, geheven op het kruis, bij God omhoog geheven is.