Jesaja 6, 1-2a.3-8: Roeping van Jesaja
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1143-1144)
In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Heer. Hij zat op een hoge troon. De onderkant van zijn mantel vulde de hele tempel. Boven hem stonden engelen. De engelen riepen tegen elkaar: ‘Heilig is hij, heilig! Heilig is de machtige Heer! Overal op de aarde kun je zien hoe machtig hij is!’ De engelen riepen zo hard dat de deuren van de tempel begonnen te schudden. En overal in de tempel was rook.
Toen werd ik bang en ik schreeuwde: ‘Vanaf nu moet ik zwijgen! Ik mag niet meer spreken als profeet. Want ik heb met mijn eigen ogen de machtige Heer gezien, onze koning. En dat mag niet, want ik ben schuldig. Ik doe verkeerde dingen, net als de mensen om mij heen.’
Maar één van de engelen pakte met een tang een gloeiend kooltje van het altaar. Hij vloog met dat kooltje naar me toe, en raakte daarmee mijn lippen aan. Toen zei hij: ‘Nu ben je niet meer schuldig. Alles wat je verkeerd gedaan hebt, is je vergeven.’
Toen hoorde ik de stem van de Heer. Hij zei: ‘Wie zal ik naar mijn volk sturen? Wie kan er namens mij spreken?’ En ik zei: ‘Ik! U kunt mij sturen.’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik God.
Hij zat op een hoge en verheven troon.
De sleep van zijn mantel vulde heel de tempel.
Serafs, engelen met zes vleugels, stonden boven Hem.
Zij riepen elkaar toe:
‘Heilig, heilig, heilig is God van de machten.
Heel de aarde is vol van zijn heerlijkheid.’
De deurpinnen in de dorpels schudden van het luide geroep
en de tempel stond vol rook.
Ik zei: ‘Wee mij! Ik ben verloren!
Ik ben een mens met onreine lippen,
ik woon onder een volk met onreine lippen
en ik zag met eigen ogen de koning, de heer van de machten!’
Maar één van de serafs vloog op me af met een gloeiende kool,
die hij met een tang van het altaar nam,
hij raakte er mijn mond mee aan en zei:
‘Zie, nu dit je lippen heeft aangeraakt,
is je zonde verdwenen en je schuld bedekt.’
Daarop hoorde ik de stem van de Heer:
‘Wie zal Ik zenden, wie zal in onze naam gaan?’
Ik antwoordde: ‘Hier ben ik, zend mij.’
Stilstaan bij ...
Uzzia
Uzzia was koning van het koninkrijk Juda (Zuidrijk). Hij zou 52 jaar geregeerd hebben in de achtste eeuw voor Christus. Hij was een goede vorst. Hij zorgde voor een sterk leger en bouwde verschillende verdedigingswerken. Aan het eind van zijn regering werd hij getroffen door melaatsheid. Er werd gezegd dat dit kwam omdat hij - tegen de regels in - zelf wierook had geofferd in de tempel van Jeruzalem.
Wellicht stierf hij rond 740-739 voor Christus.
Sterfjaar
Normaal gezien duidt dit het jaar aan waarin iemand sterft. Maar in deze tekst betekent het ook de aankondiging van een nieuwe orde, een orde waarin God centraal staat.
Zag
Als iemand overdag een soort droom heeft waarin God iets laat zien over de toekomst, dan wordt dit een visioen genoemd.
Heer
‘Heer‘ is een respectvolle manier om iemand aan te spreken.
De joden gebruiken het woord ‘Heer’ wanneer ze over God spreken omdat ze uit eerbied voor God zijn eigen naam niet willen uitspreken.
Seraf / Serafijn
(De brandende / vurig wezen)
Alleen in deze tekst van de Bijbel is er sprake van serafs. Deze wezens bedekten hun gelaat met twee van hun vleugels om God niet te zien. Ze worden ook omschreven als engelen.
Heilig
(= apart zijn)
God is anders dan de mensen. Hij is apart.
Tegelijk staat hij de mensen nabij.
Heerlijkheid / Glorie
Dit gaat over iets wat iemand deed en dat hem / haar een goede reputatie verzekert.
Zien
In het Oude Testament werd het zien van God gelijkgesteld met ‘dood gaan’.
Gloeiend
Op het altaar in de tempel lagen gloeiende kooltjes, zodat men altijd vuur kon maken voor de offers.
De gloeiende kool waarvan hier sprake is, verwijst naar de zuiverende / reinigende kracht van het vuur.
Bij de tekst
Historische benadering
De roeping van Jesaja wordt gesitueerd in het sterfjaar van koning Uzzia (750 voor Christus)
Een roepingsverhaal
Lees meer over roepingsverhalen.
Jesaja
Van Jesaja, over wie deze tekst gaat, weet men bijna niets. Zijn geboorteplaats en zijn beroep zijn niet bekend. Hij was gehuwd en had tenminste twee zonen. Hij werd - volgens de Bijbel - profeet in het jaar dat koning Uzzia stierf. Uit zijn manier van spreken vermoedt men dat hij een stedeling was. Hij was ontwikkeld en beschaafd, een groot dichter, een bekwaam politicus en een belangrijk profeet met grote invloed op zijn tijd. Hij trad op in Juda en Jeruzalem (740 - 698) onder de koningen Jotam, Achaz en Hizkia.
Jesaja leefde in een periode waarin de Assyriërs en de opkomende stadscultuur, de harmonie van de boerenbevolking hadden verstoord en sterke tegenstellingen hadden gecreëerd tussen rijk en arm.
Jesaja hield zich niet alleen bezig met grote politiek, ook het gewone leven trok zijn aandacht. Hij verzette zich tegen sociaal onrecht, tegen het verdrukken van de armen, tegen omkoperij en onrechtvaardige uitspraak, tegen het opkomende grootgrondbezit. Hij reageerde ook sterk tegen een oppervlakkige eredienst, waarbij men God probeerde te overreden met offers en veel gebeden terwijl men onrechtvaardig was en de zwakken verdrukte.
Liturgie
Deze tekst ligt aan de basis van het liturgisch gebed dat gebeden wordt bij het begin van het grote dankgebed:
Bijbel en kunst
Schilderkunst
G.B. TIEPOLO
De roeping van Jesaja (1726 – 1729)
Giovanni Battista Tiepolo (1696 - 1770), een kunstschilder uit Venetië, was bekend om zijn levendige, zonnige en kleurrijke composities.
B. WEST
Jesaja's lippen gezalfd met vuur
Werk van de Engels-Amerikaanse kunstschilder Benjamin West (1738-1820).
Muziek
F. SCHUBERT (1797-1828)
Zum Sanctus
Heilig, heilig, heilig, heilig ist der Herr!
Heilig, heilig, heilig, heilig ist nur er!
Er, der nie begonnen, er, der immer war,
ewig ist und waltet, sein wird immer dar.
Heilig, heilig, heilig, heilig ist der Herr!
Heilig, heilig, heilig, heilig ist nur er!
Allmacht, Wunder, Liebe, alles rings umher!
Heilig, heilig, heilig, heilig ist der Herr!
Heilig, heilig, heilig, heilig is de Heer.
Heilig, heilig, heilig, heilig, is alleen Hij!
Hij die geen begin kent, Hij die altijd was,
blijvend heerst en standhoudt eeuwig en altijd.
Heilig, heilig, heilig, heilig is de Heer.
Heilig, heilig, heilig, heilig, Hem zij eer!
Almacht, wonder, liefde dalen om ons neer!
Heilig, heilig, heilig, heilig is de Heer!
Luister mee.
Missa pro Europa
Klik hier voor het ‘Sanctus’ in deze mis.
Suggestie
Grote kinderen
SPREKEN MET BEELDEN
De zuiverende werking van vuur
(Geïnspireerd door: S. Veulemans, Averbode / Zonneland - januari 2014)
Stel de onderstaande vragen één na één. De kinderen denken eerst in stilte na, daarna wisselen ze hun ideeën uit per vier om daarna te komen tot een uitwisseling in de hele groep.
.
Ik vraag me af wat dat betekent ‘onzuivere lippen’.
- Wat zou Jesaja hiermee bedoelen?
- Kun je daar een voorbeeld bij geven?
(Jesaja heeft kwaad gesproken over anderen, leugens verteld …)
.
Ik vraag me af wat dat betekent: ‘je bent weer zuiver’.
- Wat zou er hier bedoeld worden?
(Wat fout gedaan is wordt vergeven.)
.
Ik vraag me af waarom die engel de mond van Jesaja zuivert met een gloeiende kool.
Dat doet toch pijn?
- Zou Jesaja het niet vreselijk hebben gevonden?
.
Ik vraag me af wat eigenlijk de betekenis is van die gloeiende kool …
(De gloeiende kool is een symbool voor het opnieuw zuiver worden. Het is beeldspraak om te zeggen dat wat fout is, vergeven is.)
.
Ik vraag me af hoe Jesaja zich nadien voelt.
- Wat zou hij aan God willen zeggen na dit gebeuren?
- …
Belangrijk
De antwoorden tussen haakjes geven een richting aan. Het is helemaal niet de bedoeling dat kinderen komen tot deze precieze antwoorden.
Overweging
Marc De la Marche s.j.
God laat zich kennen
(M. DE LA MARCHE in Overhoop 11, 2012, p. 35)
'Ik zag de Heer!'
Met deze woorden begint de profeet zijn verbijsterend verhaal. De Onuitsprekelijke, de Onkenbare, de Eeuwige openbaart zich, laat zich kennen in tijd en ruimte. Hier aan een aristocratische inwoner van Jeruzalem, iemand uit een voornaam priesterlijk geslacht, een kenner van de plechtige liturgie van de tempel. Het is in de grootsheid en de pracht van de tempelliturgie dat deze goddelijke openbaring plots en onverwacht aan hem gebeurt: 'Ik zag de Heer!' Deze goddelijke zelfopenbaring wordt door Jesaja 'gepercipieerd', 'gezien', 'ontvangen' in beelden van de tempelliturgie: een grootse tempelruimte, rook, schuddende deurpinnen, een hoge en verheven troon, een mantel waarvan de sleep de hele tempel vult, en vreemde wezens, serafs, elk met zes vleugels, en luide muziek en koorzang: 'Heilig, heilig, heilig is de Heer van de machten; heel de aarde is vol van zijn majesteit.'
Zo anders maakte Mozes deze zelfopenbaring van God mee: niet in een tempel, maar ver in de verlatenheid en hardheid van de woestijn. Bij hem 'ver-taal-de' Gods openbaring zich in het niet verterende vuur van een brandende doorn- of braamstruik. De doorn- of braamstruik is stekelig, krom, dicht bij de grond zoals het leven van Mozes toen was, met ook een niet verterend vuur in zijn binnenste.
Bij de visser Simon Petrus en zijn maats gebeurde deze openbaring in een plotse en 'onmogelijke' overvloed aan vis in hun netten, nadat zij die netten een hele nacht tevergeefs hadden uitgegooid.
Gods 'majesteit', zijn 'transcendentie' openbaart zich in de 'taal' van de mens die ze ontvangt.
Angst is de reactie bij de mens. Ontzetting.
Jesaja schreeuwt het uit: 'Wee mij! Ik ben verloren, want ik ben een mens met onreine lippen.'
Mozes bedekt zijn gelaat en durft niet op te zien. En Petrus roept uit: 'Ga weg van mij, want ik ben een zondig mens.'
Tegenover het goddelijke, het Heilige, beseft de mens zijn niets-zijn, zijn zondigheid of onreinheid. (...)
Maar God zelf overbrugt de kloof tussen Hem en de mens. In de taal en beelden van deze concrete persoon vraagt Hij en roept Hij en zendt Hij de mens.
En door God aangeraakt, antwoordt de mens:
'Hier ben ik, zend mij' (Jesaja)
'Hier ben ik' (Mozes)
'Ze lieten alles achter en volgden Hem' (Petrus en zijn maats.
En zo deden Abraham en Jakob en Elia en Paulus en Francisco van Assisi en Inigo de Loyola en Teresa (de grote en de kleine) en Pascal en Willem-Jan Otten en...
Het gebeurt nog altijd.