Loading...
 

Genesis 3, 1-8

Genesis 3, 1-8: De slang en de vrouw

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 15)

De slang was een slim dier, het slimste van alle dieren die God, de Heer, gemaakt had. De slang vroeg aan de vrouw: ‘God heeft zeker gezegd dat je van geen enkele boom in de tuin mag eten?’
‘Nee,’ zei de vrouw. ‘We mogen de vruchten eten van alle bomen, behalve van de boom in het midden van de tuin. Als we van die boom eten, of hem alleen maar aanraken, zullen we sterven. Dat heeft God gezegd.’
‘Sterven?’ zei de slang. ‘Jullie zullen helemaal niet sterven! Maar God weet wat er gebeurt als jullie van die boom eten: Dan zullen jullie alles begrijpen. Jullie zullen dan net zo zijn als God. Net als hij zullen jullie weten wat goed en wat kwaad is.’
De vrouw keek naar de boom. De vruchten zagen er mooi en lekker uit, en de vrouw wilde graag alles weten. Ze pakte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf er ook één aan haar man, die bij haar was. En hij at er ook van.
Toen begrepen ze dat ze naakt waren. Daarom pakten ze grote bladeren van een vijgenboom, en die bonden ze om hun heupen.

Aan het eind van de middag begon er een frisse wind te waaien. God liep door de tuin. Toen de man en de vrouw hem hoorden, verstopten ze zich tussen de bomen.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Van alle dieren, die God gemaakt had, was de slang de sluwste.
Ze vroeg aan de vrouw: `Heeft God werkelijk gezegd
dat je van geen enkele boom in de tuin mag eten?'
De vrouw zei:
`Wij mogen wel eten van de vruchten van de bomen in de tuin.
God heeft alleen gezegd:
Je mag niet eten van de vruchten van de boom
die midden in de tuin staat.
Je mag de zelfs niet aanraken, anders zul je sterven.'
Maar de slang zei tegen de vrouw: 'Je zult helemaal niet sterven!
God weet dat je ogen zullen open gaan als je eet van die boom,
en dat je dan door de kennis van goed en kwaad,
gelijk zult worden aan God.'
Toen zag de vrouw dat het goed eten was van die boom,
dat hij mooi was om te zien
en hoe aantrekkelijk het was er inzicht door te krijgen.
Ze plukte dus een vrucht en at ervan.
Ze gaf er ook van aan haar man, die bij haar stond
en ook hij at ervan.
Nu gingen hun beiden de ogen open
en ze ontdekten dat ze naakt waren.
Daarom hechtten ze vijgenbladen aaneen
en maakten er lendenschorten van.
Toen ze, bij het opkomen van de middagwind,
de donder van God in de tuin hoorden klinken,
verborgen de mens en zijn vrouw zich voor God
tussen de bomen van de tuin.



Stilstaan bij …

Slang
De slang was in de oudheid symbool voor vruchtbaarheid en leven.
In de Bijbel is de slang, een dier dat door God geschapen is, symbool van het kwaad en de dood: een duidelijke afrekening met de slangencultus van Kanaän.

Vrouw
De vrouw wordt het eerst bekoord door de slang (symbool van vruchtbaarheid).
In Israël werden de vrouwen in Israël het meest aangetrokken tot de vruchtbaarheidscultus omdat geen kinderen krijgen voor hen de grootste schande was.

Eten van de vrucht
Dit maakt de mens niet gelijk met God. Integendeel: man en vrouw ontdekken, nu ze zich losgemaakt hebben van God, hun naaktheid en hun kleinheid. Bovendien komt er vrees voor God in de plaats van een oorspronkelijke nauwe relatie.





Bij de tekst

Als je dit verhaal aan kinderen vertelt ...

... leg dan niet teveel nadruk op de slang, zodat de eigen verantwoordelijkheid van de mens voldoende aan bod komt.



Soort verhaal

Dit verhaal is een mythologisch verhaal, een verhaal waarin een antwoord gegeven wordt op vragen die mensen zich stellen (in dit geval: waarom is er kwaad in de wereld?).
Dit is dus geen verhaal dat het verslag wil zijn van een historisch gebeuren.
Lees meer hierover.



Vergelijkende godsdienstwetenschappen...

In de oudheid vertelde men mythen waarin de draak van de oerchaos de scheppende en ordenende God tegenwerkte. In deze machtsstrijd werd de mens betrokken.
De Bijbel verinnerlijkt dit gegeven: het conflict neemt intrek in het menselijk hart:
. Niet de wereld is slecht, maar de mens.
. Niet het lot is aansprakelijk voor zijn onheil, maar zijn ongehoorzaamheid.
. De mens is zelf verantwoordelijk voor het kwaad.

Wat de slang zei, kon de mens evengoed tegen zichzelf zeggen.
De slang wordt zo de verpersoonlijking van het kwaad dat in de mens leeft (vgl. duivel).



Betekenis

. Wat Israël in zijn geschiedenis met God ondervond (ontrouw/trouw), wordt in dit verhaal op algemeen menselijk vlak geplaatst. De trouw van God is groter dan die van de mens.

. Dé zonde van de mens bestaat erin zelf uit te maken wat goed en wat kwaad is zonder rekening te houden met God.
Merk op dat niet God, maar de mens er verantwoordelijk voor is dat de wereld geen paradijs meer is.
Zoals alle geluk van God komt, zo komt alle ongeluk voort uit de ongehoorzaamheid aan zijn gebod.



Uit de Koran …

(C. Leterme - bewerking op basis van drie Nederlandse vertalingen:
Wikipedia; koran.nl; De Koran, Rainbow Pocket 795)

‘O, Adam, verblijf met je vrouw in de tuin en eet wat je wilt,
maar nader deze boom niet, anders behoren jullie tot de onrechtvaardigen.’

Om hun naaktheid te openbaren die voor hen verborgen was,
fluisterde Satan hun in: ‘Jullie Heer heeft deze boom alleen verboden voor jullie,
om te voorkomen dat jullie engelen zouden worden
of zouden gaan behoren tot hen die altijd blijven leven.’
En hij bezwoer hun: ‘Ik ben voor jullie echt een goede raadgever.’
Zo misleidde hij hen met bedrog.

Toen zij van de boom proefden zagen zij hun naaktheid
en begonnen zij zich te bedekken met bladeren uit de tuin.
En hun Heer riep: "Had Ik jullie die boom niet verboden
en zei Ik niet tot jullie: ’Echt waar, Satan is een duidelijke vijand van jullie’?’
Zij antwoordden: ‘Onze Heer, wij hebben onszelf onrecht aangedaan
en als U ons niet vergeeft en ons niet genadig zijt,
zullen wij zeker bij de benadeelden horen.
Hij zei: ‘Gaat heen, sommigen van jullie zullen de vijanden van anderen zijn.
Voor jullie is er een tijdelijk verblijf op aarde en vruchtgebruik.’
Hij zei: ‘Jullie zullen op die aarde leven en sterven
en jullie zullen daarvandaan worden opgewekt.’

Soera De Kantelen 7: 19-25


Klik hier om de zevende soera in het Arabisch te horen.


Lees meer over de Islam





Bijbel en kunst

H. VAN DER GOES

De zondeval

5 Hugo Van Der Goes

Olieverf op paneel 23,3 op 21,9 cm – onderdeel van een diptiek.
Kunsthistorisch museum, Wenen


Werk van de Vlaamse kunstschilder Hugo van der Goes (ca 1430/1440-1482).
Merk op dat de slang antropomorf wordt afgebeeld: met armen en benen en een menselijk gezicht.