Handelingen 28, Paulus in Rome
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1774-1775)
Na drie dagen nodigde Paulus de Joodse leiders bij zich uit. Toen ze er waren, zei hij: ‘Beste vrienden, ik heb me altijd aan de wetten van onze voorouders gehouden. En ik heb ons volk geen kwaad gedaan. Toch ben ik door de Joden in Jeruzalem gevangengenomen. En zij hebben me aan de Romeinen overgedragen. De Romeinen stelden mij veel vragen, maar daarna wilden ze me vrijlaten. Want ze vonden dat ik niets gedaan had waar je de doodstraf voor moet krijgen. Maar de Joden in Jeruzalem waren het daar niet mee eens. Toen moest ik wel zeggen dat ik het oordeel van de keizer wilde. Ik wil mezelf bij hem verdedigen. Maar ik ben niet van plan mijn volk te beschuldigen.
Ik heb niets verkeerds gedaan. Ik zit gevangen omdat ik vertrouw op Gods beloftes, net als heel het volk van Israël. Dat wilde ik jullie graag vertellen.’
De Joodse leiders zeiden toen tegen Paulus: ‘Hier is niemand gekomen met slechte berichten over jou. We hebben ook geen brieven uit Judea over jou gekregen. We weten wel dat je een christen bent. Daar zouden we graag meer over willen horen. Want het is ons bekend dat veel mensen het niet met de christenen eens zijn.’
Ze maakten een afspraak om elkaar weer te ontmoeten. Op de dag van de afspraak kwamen er nog veel meer Joden mee naar Paulus. Van de ochtend tot de avond gaf hij hun uitleg over Gods nieuwe wereld. Ook legde hij de wet van Mozes uit, en de boeken van de profeten. Zo wilde hij laten zien dat Jezus de Messias is.
Sommige Joden gingen geloven in de dingen die Paulus vertelde, maar anderen niet. Ze konden het niet met elkaar eens worden over de uitleg die Paulus gaf. Ten slotte gingen ze weer weg.
Toen ze weggingen, zei Paulus alleen nog dit: ‘Luister, de heilige Geest gaf aan de profeet Jesaja een opdracht. Hij zei: "Jij moet naar je volk gaan en zeggen: Jullie luisteren wel goed, maar jullie begrijpen het niet. Jullie kijken wel goed, maar jullie snappen het niet. Dat komt doordat jullie zo vreselijk eigenwijs zijn. Jullie ogen en oren zitten dicht. Jullie willen het niet zien. Jullie willen het niet horen. Anders zouden jullie begrijpen dat jullie je leven moeten veranderen. En dan zou ik jullie te hulp komen."
Jesaja zei dat tegen jullie voorouders. Maar het zijn woorden van de heilige Geest die eigenlijk over jullie gaan. Want God heeft mij naar jullie toe gestuurd, maar jullie willen niet luisteren. Dit moeten jullie weten: God laat zijn boodschap van redding nu aan andere volken vertellen. En zij zullen er wel naar luisteren.’
Twee jaar lang woonde Paulus in het huis dat hij gehuurd had. En hij sprak met iedereen die naar hem toe kwam. Hij vertelde over Gods nieuwe wereld en hij gaf uitleg over de Heer Jezus Christus. Hij deed dat zonder angst, en niemand probeerde hem tegen te houden.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Wanneer de christenen van Rome hoorden dat Paulus in de buurt was,
gingen ze hem tegemoet.
Toen Paulus hen zag, dankte hij God en kreeg moed.
In Rome kreeg Paulus de toestemming
om zelfstandig te wonen met een soldaat als bewaker.
Na drie dagen riep hij de voornaamste Joden van de stad bij zich.
Hij zei: ‘‘Broeders,
ik heb niets gedaan tegen ons volk of hun gebruiken.
toch ben ik door de joden in Jeruzalem
als gevangene aan de Romeinen uitgeleverd.
Die Romeinen hebben me ondervraagd.
Daarna wilden ze me vrijlaten
omdat er geen enkele reden was om mij ter dood te veroordelen.
Maar de Joden spraken dat tegen.
Daarom deed ik een beroep op de keizer.
En dat is de reden waarom ik u wilde zien en spreken.’
Ze zeiden tegen hem:
‘We hebben geen brieven over u ontvangen uit Judea
en er is hier ook niemand aangekomen
die iets slechts over u gezegd heeft.
Wel willen we graag uw mening horen,
want we weten dat de groep waartoe u behoort
overal op verzet stuit.’
Ze spraken met hem een dag af om bijeen te komen.
Paulus sprak lang met hen.
Van de ochtend tot de avond vertelde hij over het koninkrijk van God
en probeerde hij hen voor Jezus te winnen.
Sommigen geloofden wat hij zei, anderen niet.
Bij het afscheid zei Paulus:
‘De Heilige Geest zei door de profeet Jesaja tegen jullie voorouders:
Jullie zult horen en horen, maar niet verstaan
en kijken en nog eens kijken, maar niet zien.
Want het hart van dit volk is hard geworden:
hun oren zijn doof en hun ogen zijn blind.
Anders zouden ze zien met hun ogen,
en horen met hun oren, en met hun hart verstaan,
en ze zouden zich bekeren. En Ik zou hen genezen!
Deze redding heeft God nu aan de heidenen gezonden.
Die zullen wel luisteren!’
Paulus bleef twee volle jaren in Rome in een huis dat hij zelf huurde.
Hij ontving er iedereen die naar hem toe kwam.
Hij verkondigde het koninkrijk van God
en sprak vrijmoedig over Jezus Christus,
zonder dat iemand hem iets in de weg legde.
Stilstaan bij …
Rome
In de tijd van Paulus was Rome een kleine stad gebouwd op zeven heuvels aan de Tiber.
Joden
Van alle joden die niet in Israël woonden, was de groep joden in Rome de grootste. Men schat dat er toen een 20-tal synagogen waren.
Heilige Geest
Christenen spreken over God als over de vader, de zoon en de Heilige Geest.
Zij verwachten van de Heilige Geest dat Hij hen het enthousiasme geeft om te doen wat God goed vindt voor de mensen.
Jesaja
(Hebreeuws = God redt)
Belangrijk profeet uit het Oude Testament. Hij zag in zijn dromen hoe zijn volk ronddwaalde in het donker, maar hij zag ook uiteindelijk een helder licht schijnen. Hij droomde van een wereld waarin God weer thuis is op aarde. Ook Jezus wordt vaak profeet genoemd omdat ook hij in naam van God kwam vertellen hoe we moeten leven.
In zijn voorspellingen over de Messias zagen christenen later de voorspelling van Jezus Christus.
Bij de tekst
Onaf?
Hier breekt het verhaal vrij plots af. Wat daarna gebeurde, weet men niet. Mogelijk werd Paulus vrijgelaten, is hij opnieuw gaan reizen en werd hij opnieuw gevangen genomen en dan in Rome terechtgesteld. Het kan ook dat hij meteen voor de rechtbank gebracht en gedood.
Insula
De woning die Paulus in Rome huurde, was hoogst waarschijnlijk een insula, een gebouw dat te vergelijken is met een flatgebouw van drie, vier of vijf etages hoog, dat aan de vier zijden omgeven was door smalle straatjes en steegjes. In het Romeinse Rijk was dit de woning voor de arme burgerij. De kamers die verhuurd werden waren klein. Het licht kwam binnen door de open vensters in de voor- en achtermuur. Er was meestal geen eigen keuken, zodat de bewoners hun eten kochten bij een thermopolium (soort snackbar), een gaarkeuken of bij een van de vele straatverkopers. Op het gelijkvloers van een insula waren meestal winkeltjes, werkplaatsen of herbergen. Omdat de kwaliteit van de bouw van zo’n insula veel te wensen overliet, waren er vaak instortingen en branden.
Reconstructie van een insula
Ruïne van het gelijkvloers van een insula in Ostia Antica
(vroegere havenstad op ongeveer 30 km van Rome)
Ruïne van een thermopolium (herberg) in Ostia Antica