Lucas 2, 33-35: Voorspelling van Simeon
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1619-1620)
Die dingen zei Simeon over Jezus. Jozef en Maria waren erg verbaasd. Toen zegende Simeon hen, en hij zei tegen Maria: ‘Jouw zoon is een teken van de dingen die in Israël gaan gebeuren. Veel mensen zullen door hem nieuw leven krijgen. Maar anderen zullen zich tegen hem verzetten. Die mensen zullen niet gered worden.’
Simeon zei ook: ‘Maria, jij zult veel verdriet en pijn hebben om je zoon. Maar al die dingen moeten gebeuren. Want zo wordt duidelijk hoe de mensen van binnen echt zijn.’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Jozef en Maria waren erg verbaasd
over wat Simeon van Jezus zei.
Simeon zegende hen en zei tegen Maria:
‘Niet iedereen zal later akkoord gaan met Jezus.
Hij zal mensen doen vallen
maar ook veel mensen doen opstaan.
En jij zult verdriet kennen
dat als een zwaard door je hart zal gaan.’
Stilstaan bij ...
Simeon
(= Hebreeuws: ‘God verhoort’)
Door uw ziel zal een zwaard gaan
Manier om te zeggen dat iemand ‘hartenpijn’ zal hebben, verdriet zal kennen.
Dit ‘beeld’ was de aanleiding om Maria als Mater Dolorosa voor te stellen met een hart dat door zeven zwaarden doorboord werd.
Bijbel en kunst
Schilderkunst
Icoon
Opdracht van Jezus in de tempel
'De opdracht des Heren', het feest dat de katholieke Kerk viert op 2 februari, wordt in de orthodoxe Kerk het 'feest van de ontmoeting' genoemd. De kerkvaders, theologen uit de eerste eeuwen van het christendom, zagen in dit gebeuren de ontmoeting tussen het Oude en het Nieuwe Testament.
Het gebeuren speelt zich af in de tempel, de plaats van het Oude Verbond. Dat het tafereel zich dit binnen afspeelt wordt aangegeven door de gedrapeerde rode stof. In de tempel ziet men een altaar, met een baldakijn / ciborium bovenop.
Min of meer centraal staat Maria, de moeder Gods. Haar handen zijn bedekt met de stof van haar mantel. Die houding is ontleend aan de gebruiken aan het hof van Byzantium: in aanwezigheid van de keizer bedekte men zijn handen om zo eerbied voor hem te tonen.
De moeder Gods wordt gevolgd door de heilige Jozef die in zijn handen, die ook bedekt zijn, twee duiven draagt die als offer zullen gegeven worden. In die twee duiven ziet men het symbool van het Oude en het Nieuwe verbond.
Rechts van Maria en Jozef staat Simeon. Hij houdt de kleine Jezus vast in zijn handen die ook bedekt zijn.
Achter Simeon staat de profetes Anna. Zij wijst naar het kind.
Soms staat ze tussen Jozef en Maria in.
Het kind Jezus draagt een gouden (soms een witte) tuniek, waarvan de kleur verwijst naar zijn goddelijkheid. Zijn blote armpje en beentje verwijzen naar zijn menselijkheid. Achter zijn hoofd is een nimbus (stralenkrans) waarin een kruis te zien is. Dat kruis verwijst naar zijn dood. De Griekse letters erin betekenen 'de zijnde' en verwijzen naar zijn goddelijkheid.
In zijn hand draagt Hij een schriftrol, waarmee zijn relatie tot de Bijbel duidelijk gemaakt wordt.
P.P. RUBENS
De kruisafneming (1612)
Dit drieluik werd geschilderd door Pieter Paul Rubens voor de kathedraal van Antwerpen in opdracht van de kolveniers (of haakbusschutters) is nog steeds op die plaats te bezichtigen.
De kolveniers hadden als patroon Sint Christoffel (= Christusdrager). Maar die heilige mocht niet op de centrale panelen van het drieluik voorkomen, want het concilie van Trente had besloten om geen aandacht meer te besteden aan onbetrouwbare heiligenlegenden, waartegen het protestantisme was tekeer gegaan. Dit werd voor de kolveniers opgelost door op het retabel taferelen af te beelden uit het Nieuwe Testament, waarbij 'Jezus werd gedragen'.
Wanneer het drieluik open is:
Linker zijluik
De zwangere Maria, die dus Christus in haar schoot draagt, bezoekt haar nicht Elisabet.
Centraal luik
Alle personen dragen op een of andere manier het lichaam van de gestorven Christus.
Rechter zijluik
De oude Simeon 'draagt' het kind waarvan hij zegt dat het de redder van de wereld zal zijn.
Wanneer het drieluik gesloten is:
Linker zijluik
Sint-Christoffel draagt het kind Jezus.
Rechter zijluik
De kluizenaar wijst Christoffel niet alleen de weg, maar onderwijst hem ook in het geloof.
Het licht dat de gelovige de weg wijst is Jezus. De kluizenaar is dus ook een Christusdrager.
Paneel: De oude Simeon draagt Jezus
Dit tafereel speelt zich af in de tempel van Jeruzalem, die Rubens schilderde als een kerk uit Italië.
Simeon is gekleed als een priester zoals de apocriefe evangelies (= evangelies die niet in de Bijbel werden opgenomen) van Jakobus en Nicodemus hem beschrijven: als een oude wijze man. Maar daar schrijft Lucas niets over.
Alle aandacht is op het kind Jezus gericht, dat ‘stralend’ in de armen van Simeon ligt.
Hanna staat tussen Jezus en Maria. Ze is biddend dankbaar dat ze de ‘Redder‘ te zien krijgt.
Maria draagt een blauwe mantel. Ze heeft Jezus net aan Simeon gegeven.
Jozef knielt en heeft in zijn handen twee tortelduiven.
Suggesties
. Inspireer je aan dit werkblad om naar dit schilderij te kijken.
Eventueel kun je in tekstballonnen of gedachtenballonnen laten opschrijven wat de verschillende figuren op het kunstwerk zouden gezegd of gedacht kunnen hebben.
. Maak zelf een retabel. Lees meer
Suggesties
Kleine kinderen
KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST
Uit TOV – kleuters
(Als ondersteuning bij het vertellen/voorlezen zijn er bij dit verhaal drie prenten in: Tov Bijbelverhalen in Woord én Beeld.)
Jozef en Maria zijn op weg naar de stad Jeruzalem.
Maria draagt de kleine Jezus op haar arm. Ze lacht naar Hem en knuffelt Hem.
Ze is blij en Jozef ook. ‘Dit kindje maakt ons heel gelukkig’, zegt hij.
Ze willen God er graag voor bedanken. Daarom zijn ze op weg naar de grote tempel.
De grote tempel in Jeruzalem is de beste plaats om dankjewel te zeggen tegen God.
In de tempel ontmoeten Jozef en Maria een oude man.
Het is Simeon. Hij woont in Jeruzalem.
Al heel lang gelooft Simeon dat God iemand naar de mensen zal sturen om hen te helpen.
Wanneer hij de kleine Jezus ziet, roept hij: ‘Dit kind is een teken van God.’
Maria is verwonderd dat die man dat zegt.
Simeon is heel blij dat hij de kleine Jezus even mag vasthouden.
‘God, nu zie ik met mijn eigen ogen wie de mensen zal helpen!’ zegt hij.
Tegen Maria zegt hij zachtjes: ‘Jouw zoon zal heel veel goeds doen.
Toch zal niet iedereen zijn vriend willen zijn en dat zal je veel verdriet doen.’
Wat verder in de tempel staat Hanna, een oude vrouw.
Ze is alle dagen in de tempel en vertelt de mensen over God.
Wanneer ze Simeon met de kleine Jezus ziet, komt ze dichterbij.
Ze hoort Simeon zeggen: ‘Dit kind is een teken van God.
Hij zal licht zijn voor alle mensen.’
Dat maakt Hanna zo gelukkig dat ze het aan iedereen verder vertelt.
Maria en Jozef bedanken God voor hun kindje en keren blij naar huis terug.
TIP
Vertel het Bijbelverhaal vanuit het perspectief en de beleving van één van de personages: Simeon, Jozef, Maria of Hanna. Gebruik een attribuut om dat personage te accentueren.
Uit Naomi, uitgeverij Averbode
(2003, nr 3, p. 11-12)
Acht dagen na de geboorte gaan Jozef en Maria
met hun kindje naar de tempel in Jeruzalem.
Daar wordt het kind Jezus genoemd,
de naam die de engel zei tegen Maria.
Maria en Jozef schenken aan de priester
twee jonge duiven als offer voor God, de Heer.
In Jeruzalem woont een erg oude man, een zeker Simeon.
Hij is een vriend van God en wil Jezus graag ontmoeten.
Simeon komt in de tempel binnen samen met Maria, Jozef en Jezus.
Hij neemt het kind in zijn armen, looft God en zegt:
‘Nu kan ik in vrede sterven, God.
Want ik heb met mijn eigen ogen
het kind gezien dat ons zal redden.
Jezus zal een licht zijn
dat schijnt op de mensen overal in de wereld.’
Maria en Jozef zijn erg verbaasd
over wat er over hun kindje gezegd wordt.
DOEN
Kleuren