Inhoudstabel
…page…
Psalm 79: Kom ons met je goedheid tegemoet
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 948-949)
Een lied van Asaf.
God, vreemdelingen hebben uw land veroverd.
Ze zijn met geweld uw heilige tempel binnengegaan,
en ze hebben Jeruzalem verwoest.
Ze hebben uw dienaren gedood.
Hun lichamen lagen op straat,
als voer voor de roofvogels,
als eten voor de wilde dieren.
Overal stroomde het bloed van uw volk,
en niemand kwam de doden begraven.
Nu lachen de andere volken ons uit,
ze beledigen ons en spotten met ons.
Heer, blijft u voor altijd boos op ons?
Gaat uw woede nooit voorbij?
Straf de volken om ons heen,
laat ze zien hoe woedend u bent!
Zij kennen u niet,
ze bidden niet tot u.
Ze hebben ons vernietigd,
ze hebben ons land verwoest.
God, onze ellende is groot.
Vergeef ons, wacht niet langer!
Straf ons niet voor de fouten van onze voorouders.
U bent machtig,
help ons en red ons.
U bent onze God,
red ons en vergeef ons!
Waarom mogen onze vijanden zeggen:
‘Waar is nu die God van jullie?’
Laat ons toch zien dat u er bent!
Straf onze vijanden,
straf hen voor de moord op uw dienaren.
Wij zitten gevangen in verre landen,
we sterven bijna.
Hoor ons gebed!
Uw macht is groot,
u kunt ons redden.
Houd ons in leven!
Heer, straf de volken om ons heen.
Straf ze hard, straf ze telkens weer,
want ze hebben u beledigd en bespot.
Maar wij zijn uw volk.
U moet voor ons zorgen,
zoals een herder voor zijn schapen zorgt.
Dan zullen wij u altijd danken,
dan zullen we steeds weer vertellen over uw daden!
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Psalm van Asaf.
God, vreemde volkeren hebben je land bezet.
Ze schonden de tempel, je heiligdom
en maakten van Jeruzalem een ruïne.
Ze gaven de lijken van je dienaren
als voedsel aan de vogels van de hemel
en het lichaam van je getrouwen
als prooi aan de wilde dieren.
Hun bloed werd vergoten als water
vlak onder Jeruzalem. En niemand begroef de doden.
We worden vernederd door onze buren,
beschimpt en bespot door onze omgeving.
Hoe lang nog, God? Ben Je voor altijd kwaad?
Blijft je woede smeulen als een vuur?
Wees boos op volkeren die Je niet willen erkennen,
op koninkrijken waar je naam nooit wordt aanroepen:
ze verscheurden Jakob als een prooi,
en maakten woestijnen van zijn weiden.
Scheld de zonde van onze voorouders kwijt.
Kom snel bij ons met je goedheid. Zie hoe machteloos we zijn!
Help ons, God die ons geluk bent, omwille van je heerlijke naam,
maak ons vrij, veeg onze zonden weg, omwille van je naam.
Waarom mogen vreemde volkeren zeggen: 'Waar blijft hun God?'
Laat ons zien dat Je het bloed van je dienaren vergoedt.
Beluister de klacht van de gevangenen,
red de kinderen van de dood met je macht.
Betaal onze nabuurvolken in zevenvoud de vernedering terug,
die ze Je aandeden, God.
Wij, die je volk zijn, de schapen waar Je herder van bent,
we zullen Je altijd danken:
als we Je van generatie op generatie mogen loven.
Stilstaan bij …
Asaf
Asaf was een Leviet en het hoofd van een van de drie zangersgilden in de tijd van koning David.
Psalm 50 en psalmen 73 tot 83 worden aan hem toegeschreven.
Prooi
Dat het stoffelijk overschot van een mens niet werd begraven, maar achtergelaten als aas voor de dieren werd als een grote schande ervaren.
Jakob
Jakob is één van de stamvaders van Israël, die in deze psalm staat voor het hele volk Israël.
Bij de tekst
Inhoud
Psalm 79 is een klaagzang over de verwoesting en de ellende bij de val van Jeruzalem in 587 voor Christus onder Babylon. De Israëlieten zagen deze gebeurtenis als een reactie van God op hun zondige manier van leven. Daarom vroeg de psalmist aan God om zijn volk te vergeven, te helpen en de vijand te vernietigen.