2 Tessalonicenzen 3, 6-10.16-18: Wie niet wil werken, zal niet eten

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1887)

Vrienden, namens onze Heer Jezus Christus verbied ik jullie om contact te hebben met christenen die niet leven zoals het hoort. Die christenen houden zich niet aan de uitleg die ze van mij gekregen hebben.
Ik heb het goede voorbeeld gegeven, jullie weten hoe het hoort. Want toen ik bij jullie was, heb ik ontzettend hard gewerkt. Ik vroeg toen niemand van jullie om voor mij te zorgen. Nee, ik werkte dag en nacht. Ik was bij jullie zonder dat het jullie iets kostte. Natuurlijk had ik er wel recht op dat jullie voor mij zouden zorgen. Maar ik wilde dat niet. Want zo kon ik jullie het goede voorbeeld geven.
Toen ik bij jullie was, heb ik jullie deze regel duidelijk uitgelegd: iemand die niet wil werken, krijgt ook geen eten. (...)

Ik bid dat de Heer van de vrede jullie zijn vrede geeft, altijd en op alle mogelijke manieren. En dat hij goed zorgt voor jullie allemaal.
De laatste woorden van deze brief schrijf ik, Paulus, zelf. Dat doe ik in al mijn brieven. Dan weten jullie dat het echt een brief van mij is. Ik groet jullie, en wens jullie toe dat onze Heer Jezus Christus goed is voor jullie allemaal.

Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

In naam van de Heer Jezus Christus, vraag ik aan jullie, broeders,
om geen contact te houden met broeders die arbeid schuwen
en niet leven volgens de overlevering die je van me kreeg.
Hoe je me moet navolgen, weet jullie.
Ik heb bij jullie geen werk geschuwd
en bij niemand brood gegeten zonder te betalen.
Dag en nacht werkte ik, met veel inspanning en moeite,
om niemand van jullie op kosten te jagen.
Niet dat ik er geen recht toe zou hebben,
maar ik wilde jullie een voorbeeld geven om na te volgen.
Ook toen ik bij jullie was, zei ik telkens opnieuw:
als iemand niet wil werken, dan krijgt hij ook geen eten.

Moge de Heer van de vrede,
jullie altijd en op allerlei manieren vrede geven.
Moge de Heer met jullie allen zijn.
Deze groet schrijf ik, Paulus, in mijn eigen handschrift.
Zo weten jullie dat deze brief echt van mij is,
dat ik die zelf geschreven heb.
De genade van onze Heer Jezus Christus zij met jullie allen.

Stilstaan bij …

Werken
Er waren in Tessalonica christenen die niet meer wilden werken. Ze vonden dat dit toch geen zin meer had, omdat Jezus binnenkort zou terugkeren. Zo ontstond er een onrechtvaardige situatie. Want wie bleef werken moest ook instaan voor het levensonderhoud van wie niet meer wilde werken.

Dag en nacht
In de oorspronkelijke tekst staat: nacht en dag. Want voor de joden begint de nieuwe dag 's avonds.
(Merk op: tot op vandaag begint voor de Joden de sabbat op vrijdagavond)

Bij de tekst

Verzekering

De manier waarop Paulus zijn brief beëindigt, geeft een inkijk hoe men in de oudheid kon weten of een brief al of niet authentiek was: de schrijver groette de bestemmeling in zijn eigen handschrift.