1 Korintiërs 10,1-6.10-12: Het voorbeeld van Israël
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1815-1816)
Vrienden, het is belangrijk dat ik jullie vertel over de Israëlieten in de woestijn, onze voorouders. Ooit werden de Israëlieten allemaal beschermd door een wolk die boven hen hing. En allemaal liepen ze veilig over een pad door de zee. Het was alsof ze toen allemaal gedoopt werden, in de naam van Mozes. Alle Israëlieten aten hetzelfde brood uit de hemel. Dat kregen ze van God. En allemaal dronken ze hetzelfde water. Dat kregen ze ook van God. Dat water stroomde uit een bijzondere rots. En overal waar de Israëlieten kwamen, was die rots er ook. Het was alsof die rots Christus zelf was.
Toch is het duidelijk dat God over de meeste Israëlieten niet tevreden was. Want hij liet hen sterven in de woestijn. Wat er met de Israëlieten gebeurde in de woestijn, is een waarschuwing voor ons. Wij moeten geen slechte dingen willen doen, zoals zij.
En we moeten ook nooit klagen tegen God. Sommige Israëlieten klaagden, en daarom kwam er een engel die hen vernietigde. Wij leven nu in Gods nieuwe tijd. Voor ons zijn die verhalen over de Israëlieten een waarschuwing. Als je vindt dat je een sterk geloof hebt, moet je oppassen dat je geen verkeerde dingen doet.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Jullie mogen nooit vergeten, broeders en zusters,
dat onze vaderen allemaal geleid en beschermd werden
door de wolk van God
en allemaal door de zee trokken.
Allen werden ze door wolk en zee gedoopt in de naam van Mozes.
Ze aten allemaal hetzelfde geestelijk voedsel.
Ze dronken allemaal dezelfde geestelijke drank,
want zij dronken uit een geestelijke rots die met hen meeging,
en die rots was Christus.
Maar over de meesten van hen was God niet tevreden,
want zij stierven in de woestijn.
Deze gebeurtenissen zijn een waarschuwing voor ons,
zodat wij niet, zoals zij, slechte dingen zouden verlangen.
Mopper niet tegen God, zoals sommigen van hen deden:
ze zijn gedood door de engel van de dood.
Wat hun overkwam is een voorbeeld voor ons
en werd neergeschreven als een waarschuwing voor ons,
voor wie het einde der tijden gekomen is.
Daarom, wie denkt dat hij staat,
moet opletten dat hij niet valt.
Stilstaan bij …
De geestelijke rots
Volgens een joodse legende volgde de rots van het wonderbare water de Israëlieten op hun tocht door de woestijn.
De rots is in de Bijbel vaak het beeld van God. In deze brief vereenzelvigt Paulus deze rots met Christus.
Bij de tekst
De betekenis van de geschiedenis van Israël
Paulus verbindt in dit fragment uit de brief aan de christenen van Korinte de lotgevallen van Israël met het leven van christenen.
. De doortocht door de Zee (Exodus 13–14) verbindt hij met het doopsel
. De verhalen over het manna (Exodus 16) en het water (Exodus 17) in de woestijn verbindt hij met het geestelijke voedsel dat Christus is.
De lotgevallen van Israël zijn een voorbeeld voor de christenen van Korinte. Wanneer ze geconfronteerd worden met beproevingen, trappen ze beter niet in dezelfde val als die waarin Israël trapte: ‘Wie meent te staan, moet oppassen dat hij niet valt’.