Inhoudstabel
…page…
Daniël 3, 52-56: We juichen God toe
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
We juichen Je toe,
God van onze voorouders,
We juichen Je toe en respecteren Je
vandaag en alle dagen.
We juichen Je toe,
om je glorievolle en heilige Naam,
We juichen Je toe en respecteren Je
vandaag en alle dagen.
We juichen Je toe,
in je heilige en glorievolle tempel,
We juichen Je toe en respecteren Je
vandaag en alle dagen.
We juichen Je toe,
die op de kerubs troont en de afgronden peilt,
We juichen Je toe en respecteren Je
vandaag en alle dagen.
We juichen Je toe,
op de troon van uw koninkrijk,
We juichen Je toe en respecteren Je
vandaag en alle dagen.
We juichen Je toe,
in het gewelf van de hemel
We juichen Je toe en respecteren Je
vandaag en alle dagen.
Stilstaan bij …
Kerubs / cherubijnen
Een kerub / cherubijn is een gevleugeld wezen met een mensenhoofd, dat de wacht hield bij de ingang van een heiligdom.
In de Bijbel staan kerubs in verband met de aanwezigheid van God. In de tempel van Salomo stonden twee kerubs op de ark in het Heilige der Heiligen.
Op de kerubs tronen
Dit verwijst naar de kerubs die zich bevonden bovenop de ark, een kist van acaciahout (1,25 x 0,75 x 0,75cm), die met goud bekleed was. Men zag de ark als de troon van God: God zat er onzichtbaar op de vleugels van de kerubs. De ark was dan zijn voetbank. In de ark werden de stenen bewaard waarop de tien woorden van God (geboden) waren gegrift. Daarom werd de ark het beeld van de aanwezigheid van de onzichtbare God bij het volk van Israël.
Firmament / uitspansel / hemelgewelf
Een uitspansel is te vergelijken met een groot tentzeil.
Vroeger dacht men dat de aarde een platte schijf was die dobberde op water. Het water boven de aarde, werd tegengehouden door 'zeil', een uitspansel. Dat er achter dat uitspansel water was, kun je zien, zeiden de mensen toen, aan de blauwe kleur van de lucht. In dat uitspansel waren sluizen die opengezet konden worden. Als dat gebeurde, regende het. Tot op vandaag wordt de uitdrukking gebruikt: ‘De sluizen van de hemel openzetten'.
In het eerste scheppingsverhaal staat dat aan dat firmament de zon, de maan en de sterren werden opgehangen als lichten voor overdag en ’s nachts.
Bij de tekst
Context
Toen koning Nebukadnessar een groot gouden beeld liet maken, dat hij liet plaatsen in een vlakte buiten de stad, riep hij iedereen die het land mee bestuurde bijeen bij de inwijding van dat beeld. Iedereen moest voor dat beeld knielen. Wie dat niet deed, moest in het vuur van een oven geworpen worden.
Iedereen knielde, behalve drie vrienden van Daniël. Zo kwam het dat ze in een oven werden gegooid. Maar daar raakten ze niet verbrand.
In de oven zongen ze een loflied voor God, dat begint met de Bijbeltekst hierboven.