Exodus 19, 3-8a.16-20b: God spreekt
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 111-112)
Mozes klom de berg op, naar God toe. De Heer gaf hem opdracht om namens hem tegen de Israëlieten te zeggen: ‘Jullie hebben gezien wat ik, de Heer, met de Egyptenaren gedaan heb. En jullie hebben gemerkt dat ik jullie snel en veilig hier bij mij gebracht heb. Nu moeten jullie goed naar mij luisteren. En jullie moeten je houden aan de afspraken met mij. Dan zullen jullie een kostbaar bezit voor mij zijn. De hele aarde is van mij, en alle volken zijn van mij. Maar jullie zijn echt mijn volk. Jullie zijn heilig, jullie zullen mij dienen.’
Dat moest Mozes tegen de Israëlieten gaan zeggen.
Mozes ging terug. Toen hij weer bij de Israëlieten was, riep hij de leiders van het volk bij zich. Hij vertelde hun alles wat de Heer gezegd had. Toen antwoordde het hele volk: ‘We zullen alles doen wat de Heer gezegd heeft.’ (…)
Twee dagen later begon het vroeg in de ochtend te onweren. Er hing een donkere wolk boven de berg. En er werd hard op een trompet geblazen. De mensen in het kamp beefden van schrik. Mozes ging met het volk het kamp uit, naar God toe. Onder aan de berg bleven ze staan.
Om de berg Sinai heen was allemaal rook. Want de Heer kwam uit de hemel naar beneden in een vuur. De rook ging omhoog, en de hele berg schudde. Het geluid van de trompet klonk steeds harder. Mozes sprak, en God antwoordde hem met een geweldig geluid. De Heer was nu op de top van de berg. Hij riep dat Mozes naar hem toe moest komen.
Toen klom Mozes de berg op.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Mozes ging de berg op om God te zien.
Toen hij boven was, zei God tegen Mozes:
‘Dit moet je zeggen tegen de Israëlieten:
Met eigen ogen hebben jullie gezien
wat Ik gedaan heb tegen Egypte,
Ik heb jullie op arendsvleugels gedragen
en jullie hier bij Mij gebracht.
Als jullie luisteren naar mijn woorden
en mijn verbond onderhouden,
zullen jullie mijn bijzonder eigendom zijn.
Jullie zullen mijn priesterlijk koninkrijk zijn en mijn heilig volk.
Dit moet je aan de Israëlieten zeggen.’
Mozes ging terug, riep de oudsten van het volk bijeen
en zei hun alles wat God hem had gezegd.
Iedereen antwoordde:
‘Alles wat God zegt zullen wij doen.’ (…)
Op de derde dag, het was ’s morgens vroeg,
begon het te donderen en te bliksemen.
Boven de berg hing een dichte wolk,
Er klonk machtig bazuingeschal.
Iedereen in het kamp beefde van angst.
Toen liet Mozes hen naar buiten aan, God tegemoet.
Aan de voet van de berg bleven ze staan.
De Sinai was helemaal in rook,
Want God was in vuur neergedaald.
Iedereen was vol ontzag.
Er klonk bazuingeschal, luider en luider.
Mozes sprak, en God antwoordde hem.
Want God was neergedaald op de top van de Sinai.
God riep Mozes naar de top van de berg
en Mozes ging naar boven.
Stilstaan bij ...
Mozes
Mozes werd de leider van het volk Israël. Hij bevrijdde het uit Egypte, waar het in slavernij leefde.
Berg
In veel oud-oosterse religies is de berg de ontmoetingsplaats met de godheid. Men was er in het Midden Oosten van overtuigd dat goden op een bergtop neerdaalden om zo in contact te komen met de mensen. Daarom ook werd het verbond gesloten op een berg, werd de tempel gebouwd op de berg Sion, werd Jezus op een berg verheerlijkt en stierf Hij op een heuvel.
In het oude Babylon bouwde men kunstmatige bergen (ziggurats) en plaatste daar bovenop een tempel.
Verbond
Dit verbond betreft de relatie tussen God en mens, die gevolgen heeft voor de relatie tussen mensen onder elkaar. Deze visie is uniek. Goden werden doorgaans geëerd met offers en gebeden, terwijl Jahwe vraagt naar een levensstijl van rechtvaardigheid, eerbied en liefde voor de medemens.
Heilig
Wie of wat ‘heilig’ is, hoort bij God. Dit woord zegt niets over een morele kwaliteit.
Derde dag
In de Bijbel doet het getal drie aan God denken. De derde dag is dan het moment (dag, periode) waarop God zich aan de mens laat kennen. Het is het moment waarop de mens voelt en weet: God laat me niet in de steek.
Geschal van de bazuin
= Het blazen op de sjofar.
In de Bijbel is dit het teken van de komst van de koning of van een nieuwe tijd.
Bij de tekst
God laat zich kennen
Jahwe manifesteert zich in natuurverschijnselen (donder, bliksem, wolk, rook, vuur), die zowel een openbaring als een verhulling van zijn wezen zijn.
Vergelijk even met de tekst die Lucas schreef over Pinksteren (geraas alsof er een hevige wind opstak, vurige tongen …)
Betekenis
Centraal in de wetgeving van Israël staat de verering van de God, die het volk uit Egypte leidde en van wie de naam Jahwe later uit eerbied niet meer mocht uitgesproken worden. Tot nog toe had God een verbond gesloten met één persoon. In deze tekst breidt het verbond zich uit tot het hele volk.
De eerste vijf geboden bepalen de verhouding tussen God en de mensen.
. Jahwe is de enige God
. Geen andere goden worden aangeroepen
. De naam van God wordt niet zomaar gebruikt
. Ouders geven het leven uit Gods hand door
. Doden kan niet, omdat alle leven goddelijk is.
De tweede vijf geboden gaan over de verhoudingen tussen mensen onderling.
De joodse wet en andere oude wetboeken
. De joodse wet is gebaseerd op de autoriteit van Jahwe, niet op die van een koning.
. De meeste oosterse wetboeken beperken zich tot burgerlijke wetgeving. Morele- en geloofswetten horen daar niet in thuis.
In de Bijbel zijn die drie soorten wetten onafscheidelijk: er is één wet voor iedereen, wat de positie van de betrokkene ook is. Bepalingen t.a.v. minderheidsgroepen (wezen, weduwen, zwakken, slaven en vreemdelingen) zijn opvallend.
. In de Bijbel worden maximale straffen vastgesteld, met als extra bepaling dat men voor één misdaad maar éénmaal gestraft kan worden.