Inhoudstabel
…page…
Hebreeën 9, 2-3.11-14: De kracht van Jezus’ bloed
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1917-1915)
In het voorste deel van de tent staan de kandelaar en de tafel met de offerbroden. Dat deel van de tent heet de heilige ruimte.
Achter een gordijn in de heilige ruimte begint een ander deel van de tent. Dat deel heet de allerheiligste ruimte. (...)
Christus is onze hogepriester geworden in de veel betere, heilige tent in de hemel. Die tent is niet door mensen gemaakt en hoort niet bij onze wereld. In die tent in de hemel heeft hij gezorgd voor alle goede dingen die nu gebeuren.
Christus is daar voor eeuwig de allerheiligste ruimte binnengegaan. Hij bracht zijn eigen bloed mee als offer voor God, in plaats van het bloed van offerdieren. Zo heeft hij ervoor gezorgd dat mensen voor eeuwig gered kunnen worden. Ons lichaam kan weer rein worden door het bloed en de as van offerdieren. Maar door dit betere offer, het bloed van Christus, worden we ook diep van binnen rein.
Christus had Gods eeuwige Geest in zich. En daarom kon hij zichzelf offeren, terwijl hij zelf niets verkeerds gedaan had. Dankzij dat offer kunnen wij op een goede manier leven en de levende God dienen.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Er was een tabernakel, een tentheiligdom, ingericht,
In het voorste deel stond daar
de kandelaar en de tafel met de toonbroden.
Dit noemde men het heilige.
Achter het tweede voorhangsel
was het deel dat het allerheiligste werd genoemd.
Maar nu is Christus gekomen,
de hogepriester van het echte geluk.
De tent van zijn priesterschap
is groter en volmaakter dan de vorige;
ze is niet gemaakt door mensen,
dat wil zeggen, ze behoort niet tot onze geschapen wereld.
Het bloed van zijn offer is zijn eigen bloed,
niet dat van bokken en kalveren.
Zo ging Hij het heiligdom binnen, eens voor altijd,
en bekwam Hij een eeuwige verlossing.
Want als het bloed van bokken en stieren
en het bestrooien met de as van een vaars
de verontreinigden kan heiligen zodat zij wettelijk rein worden,
hoeveel groter is dan de kracht van Christus' bloed!
Door de eeuwige Geest
offerde Hij zichzelf aan God als een smetteloos offer,
dat onze ziel zuivert van dode werken
om de levende God te eren.
Stilstaan bij …
Tabernakel
Latijns woord voor ‘tent’. De tabernakel was een tent, een verplaatsbaar heiligdom tijdens de veertig jaar durende tocht van de Israëlieten door de woestijn. In die tent werd de ark van het verbond bewaard
Heiligdom / Tempel
De tempel was de plaats waar de hogepriester elk jaar een offer bracht werd om het volk met God te verzoenen. Dat gebeurde met het bloed van offerdieren tot aan de verwoesting van de tempel.
Hogepriester
In de joodse godsdienst stond de hogepriester aan het hoofd van alle priesters en levieten die in de tempel van Jeruzalem dienst deden. Sinds er in Israël geen koning meer was, koos men een hogepriester als geestelijke leider van Israël. In de tijd van Jezus was die ook voorzitter van het sanhedrin, de joodse Hoge Raad.
Een keer per jaar, op de jaarlijkse ‘Grote Verzoendag’, ging de hogepriester het Heilige der Heiligen van de tempel binnen om er het zoenoffer te brengen voor de zonden van het volk Israël. Hij bedekte die zonden met het bloed van een onschuldig lam, door dat bloed op het deksel van de Ark van het verbond te sprenkelen, zodat God de zonden van de mensen niet meer kon zien.
Hij droeg ook symbolisch de zonden van het volk over op een bok die de woestijn werd ingestuurd (de zondebok!).
Bij de tekst
Tabernakel
De tabernakel
In het Oude Testament was ‘de tabernakel’ de naam voor de tent, het verplaatsbare heiligdom van God tijdens de tocht van de Israëlieten door de woestijn, waarin de ark van het verbond werd bewaard.
Het tabernakel
Kistje dat kan afgesloten worden en van binnen doorgaans met stof bekleed is, een herinnering aan de tent uit het Oude Testament. In het tabernakel worden gewijde / geconsacreerde hosties bewaard.
In veel kerken bevindt het tabernakel zich op het hoofdaltaar.