Inhoudstabel
…page…
Rechters 14-15: Simson en zijn vrouw
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Op een dag ging Simson naar Timna. Daar zag hij een Filistijns meisje.
Toen hij thuiskwam zei hij aan zijn ouders: `Ik heb in Timna een Filistijns meisje gezien, waarmee ik zou willen trouwen.'
Maar zijn ouders zeiden: `Is er dan in ons eigen volk geen vrouw te vinden, dat je er een zoekt bij de Filistijnen?'
Simson zei: `Toch wil ik met haar trouwen. Zij is knap.'
Zo ging Simson met zijn ouders naar Timna. Toen hij bij Timna was, kwam er een leeuw brullend op hem af. Simson doodde hem met zijn blote handen, alsof het een geitenbokje was.
Simson ging verder, sprak met het meisje, en vond haar lief. Een tijd later ging hij terug naar Timna om met haar te trouwen. Onderweg ging hij even van de weg af om naar de dode leeuw te zien. In het kadaver was een bijenzwerm en ook honing.
Toen hij bij zijn ouders kwam, gaf hij hun ook wat honing, zonder te vertellen dat die uit het kadaver van de leeuw kwam. Zijn vader ging naar het huis van het meisje.
Simson gaf daar een feest, zoals jonge mannen doen als ze gaan trouwen. Na de kennismaking werden dertig metgezellen aangewezen om hem te begeleiden.
Simson zei tot hen: `Ik zal u een raadsel opgeven. Als jullie mij binnen de zeven dagen van het feest de oplossing kunt geven, krijgen jullie van mij dertig onder - en dertig bovenkleren. Kunnen jullie dat niet, dan krijg ik van jullie dertig onder - en bovenkleren.'
Zij antwoordden: `Laat je raadsel maar eens horen.'
Simson zei: `Het is sterk en verslindt altijd, nu biedt het een maal van zoetigheid.’
Na drie dagen hadden zij het raadsel nog steeds niet opgelost. De zevende dag zeiden ze tot de vrouw van Simson: `Jij moet zorgen dat je man ons de oplossing van het raadsel vertelt, anders verbranden wij jou en je hele familie. Of wil je ons soms arm maken?'
Toen ging de vrouw schreiend bij Simson en zei: `Je hebt een hekel aan mij. Je houdt niet van me. Je hebt mijn landgenoten een raadsel opgegeven en mij de oplossing niet verteld.'
Simson zei: `Die heb ik niet eens aan mijn ouders verteld! Waarom dan aan jou?'
Snikkend bleef ze aandringen. En zo vertelde hij haar de oplossing. Zij vertelde de oplossing aan haar landgenoten over.
Op die zevende dag, nog voor zonsondergang, zeiden de mannen tegen Simson: `Wat is zoeter dan honing en wat is sterker dan een leeuw?'
Hij antwoordde: `Als jullie niet met mijn vrouw hadden gepraat, hadden jullie mijn raadsel nooit opgelost.'
Daarop ging hij naar Askelon, sloeg dertig mannen dood, nam hun kleren en gaf die aan degenen die hem de oplossing van het raadsel gegeven hadden. Woedend ging hij terug naar het huis van zijn vader.
De vrouw van Simson werd gegeven aan een van zijn metgezellen.
Een tijd daarna, tijdens de tarweoogst, ging Simson zijn vrouw bezoeken. Hij had een geitenbokje voor haar mee. Maar haar vader liet hem niet binnen. Hij zei: ‘Ik dacht dat je haar niet graag had en heb haar aan een ander gegeven. Maar haar jongere zus is nog mooier. Laat die in haar plaats jouw vrouw worden!'
Simson ging weg, bond driehonderd vossen twee aan twee met de staart aan elkaar. Hij stak toortsen in de staarten, en stak die aan. Toen liet hij die vossen los op de rijpe korenvelden van de Filistijnen.
Zo stak hij de schoven en het koren in brand, en zelfs wijngaarden en olijftuinen.
De Filistijnen vroegen: `Wie heeft dat gedaan?'
`Simson,' zei men, `de schoonzoon van die man uit Timna. Die nam hem zijn vrouw af en gaf haar aan een ander.'
De Filistijnen gingen er naar toe en staken de vrouw en haar vader in brand.
Toen zei Simson: `Als jullie zo optreden, dan zal ik mij wreken.'
Hij sloeg er op los. Daarna vond een onderkomen in een rotskloof bij Etam. De Filistijnen rukten uit, sloegen hun kamp op in Juda en drongen door tot in Lechi.
De Judeeërs vroegen hen: `Waarom bent u tegen ons uitgerukt?'
Zij zeiden: `Wij willen Simson gevangen nemen om wat hij ons heeft aangedaan.'
Toen trokken drieduizend Judeeërs naar de rotskloof bij Etam en zeiden tot Simson: `U weet toch dat de Filistijnen hier de macht in handen hebben. Waarom hebt u dat gedaan?'
Hij zei: `Ik heb hun alleen betaald gezet voor wat zij mij aangedaan hebben.'
Toen zeiden ze: `Wij zijn gekomen om u aan de Filistijnen uit te leveren,'
Simson zei: `Zweer dat jullie mij niet zult doden.'
`Neen, zeiden ze, wij zullen u alleen maar uitleveren aan de Filistijnen.'
Toen boeiden ze hem met twee nieuwe touwen en voerden hem weg uit de rotskloof.
Toen hij in Lechi aankwam en de Filistijnen luid schreeuwend op hem toeliepen, werden de touwen om zijn armen als vlasdraad dat door het vuur wordt verteerd, en de boeien smolten van zijn handen. Hij pakte een kinnebak van een ezel die daar lag en doodde er duizend man mee. Daarna wierp hij de kinnebak weg en noemde die plaats Ramat-lechi.
Omdat hij hevige dorst had gekregen riep hij tot Jahwe: `Gij hebt uw dienaar deze grote overwinning laten behalen. Moet ik nu dood gaan van dorst en in de handen vallen van die Filistijnen?'
Toen deed God de rots bij Lechi splijten en er kwam water uit. Nadat Simson gedronken had, keerden zijn krachten terug en leefde hij weer op. Daarom heet die bron bij Lechi tot op vandaag `Bron van de roeper'.
Simson werd twintig jaar rechter over Israël, toen de Filistijnen het land overheersten.
Stilstaan bij…
Simson
= zonnekind
Filistijnse vrouw
In de tijd van Simson werden huwelijken met niet-Israëlieten afgewezen omdat het huwen buiten de stam met zich meebracht dat men geërfd land aan niet-Israëlieten moest overdragen, waardoor de mogelijkheid om het Beloofde Land in handen te houden bedreigd werd. Zo werd ook de religieuze identiteit van Israël bedreigd.
Rechter
Benaming voor een aantal leiders tussen de 12e en de 10e eeuw voor Christus. Ze beschermden het nationale en godsdienstige leven van Israël, meestal in verzet tegen de Filistijnen en de Kanaäneten.
Bij de tekst
Historische achtergrond
In de 12e eeuw kwamen de Filistijnen terecht in de zuidelijke kuststrook van Kanaän. De naam Palestina gaat waarschijnlijk terug op Philistina. De Filistijnen ontleenden hun belang aan het feit dat ze ijzer konden smeden.
Betekenis
Wie alleen let op de daden van Simson, ziet een krachtpatser die uitsluitend met eigen belang bezig is en ziet in zijn heldendaden alleen de uitwerking van wrok en wraak.
Maar het verhaal van zijn roeping door God, plaatst zijn avonturen in een ander daglicht: doorheen zijn daden wordt Gods handelen duidelijk.
'Maar zijn vader en moeder wisten niet dat JHWH er de hand in had en dat Hij een gelegenheid zocht om iets tegen de Filistijnen te doen. (14, 4)
'gegrepen door de geest van JHWH' (14,6)
'En toen greep de geest van JHWH hem aan.' (14,19)
'Toen de Filistijnen luid schreeuwend op hem toeliepen, greep de geest van JHWH hem aan (15,14)
Suggestie
Grote kinderen
VERDIEPEN
Soldaten en agenten
Bij 6-7 jarigen heeft alles wat met macht en kracht te maken heeft hun aandacht. Oorlogje voeren en politie spelen is populair.
Bevraag de kinderen naar hun ervaringen op dat vlak.
Laat in het gesprek doorschemeren dat de soldaat of de agent zijn mogelijkheden alleen mag gebruiken ten dienste van de gemeenschap (preventie, bescherming...)
Deze informatie is belangrijk om duidelijk te maken dat wat Simson deed meer was dan krachtpatserij: hij gebruikte zijn kracht ten voordele van zijn volk.