Matteüs 16, 21-27: Jezus navolgen
Matteüs 16, 21-27 // Marcus 8, 34-9,1 // Lucas 9, 23-27
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1550)
Vanaf dat moment begon Jezus zijn leerlingen te vertellen wat er met hem moest gebeuren. Hij zei: ‘Ik moet naar Jeruzalem gaan. Daar zal ik veel moeten lijden. De leiders van het volk, de priesters en de wetsleraren zullen mij doden. Maar drie dagen later zal ik opstaan uit de dood.’
Toen nam Petrus Jezus mee, weg van de andere leerlingen. Hij zei tegen Jezus: ‘Nee, dat mag niet gebeuren! God zal u beschermen, Heer.’ Maar Jezus draaide zich om en zei tegen Petrus: ‘Achteruit jij, Satan! Houd me niet tegen. Jij denkt aan wat mensen willen, maar niet aan wat God wil.’
Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Als je mijn volgeling wilt zijn, dan mag je niet meer aan jezelf denken. Nee, je moet bereid zijn om je leven op te geven en met mij mee te gaan. Als je je leven probeert te redden, zul je het juist voor altijd verliezen. Maar je kunt ook je leven verliezen omdat je mijn volgeling bent. Dan zul je je leven juist voor altijd redden. Stel dat je de hele wereld in bezit krijgt. Wat heb je daaraan als je je leven verliest? Het eeuwige leven is niet te koop.’
Jezus zei verder: ‘De Mensenzoon zal terugkomen met de macht van zijn Vader, samen met de engelen. Dan zal hij alle mensen geven wat ze verdienen. Luister goed naar mijn woorden: Sommigen van jullie zullen dat nog tijdens hun leven meemaken. Zij zullen de Mensenzoon zien komen als de koning van de nieuwe wereld.’
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Op een dag zei Jezus aan zijn leerlingen:
‘Ik moet naar Jeruzalem gaan. Daar zal Ik veel moeten lijden.
Daar zullen belangrijke mensen Mij doden.
Maar de derde dag zal Ik verrijzen.’
Petrus nam Jezus apart en zei: ‘Jezus, dat mag niet gebeuren.’
Maar Jezus zei: ‘Weg, Petrus, je bent een struikelsteen voor Me.
Want je gedachten zijn niet die van God, maar van de mensen.’
Dan zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Als iemand Me wil volgen,
dan mag hij niet meer aan zichzelf denken,
maar moet hij zijn kruis opnemen en Me volgen.
Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen.
En wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het vinden.’
Stilstaan bij …
Jeruzalem
Religieus en politiek centrum van Palestina. Plaats waar de tempelautoriteiten en Schriftgeleerden woonden. De stad zoals Jezus die kende, werd in 70 na Christus door de Romeinse keizer Titus veroverd en verwoest. De tempel ging toen in de vlammen op en werd nooit meer heropgebouwd. Voor de evangelisten was Jeruzalem het beeld van het afwijzen van Jezus.
Jeruzalem is nu zowel voor joden als voor christenen en moslims een belangrijke stad.
Oudsten / belangrijke mensen
De oudsten waren de hoofden van de belangrijkste families bij de joden. Zij hadden een leidinggevende positie in Israël en zetelden in het Sanhedrin, het joodse gerechtshof.
Hogepriesters / belangrijke mensen
Een hogepriester stond aan het hoofd van de priesters en de levieten, de tempeldienaren. Hij was ook de voorzitter van het Sanhedrin, de Grote Raad, het hoogste Joods gerechtshof dat besliste over wereldlijke en geestelijke zaken.
Van 18-36 na Christus was Kajafas hogepriester in Jeruzalem. Hij was de schoonzoon van Annas, die hogepriester was van 5-15 na Christus. Annas was een hogepriester met veel invloed en gezag, ook na zijn ambtstermijn. Dit is wellicht de reden waarom in het evangelie sprake is van hogepriesters.
Schriftgeleerden / belangrijke mensen
Toen Jezus leefde, waren ze vooraanstaande leraars en geestelijke leiders van het volk. Het waren geleerden die de joodse heilige geschriften kenden en bestudeerden. Zij stonden hoog in aanzien.
Derde dag
In de Bijbel doet het getal drie aan God denken. De eerste dag en de tweede dag … dat is de tijd van de mens. Dat is niet letterlijk een dag, dat kan een hele periode zijn. De derde dag is de dag van God, de tijd waarop God zich aan de mens laat kennen. Het moment dat de mens voelt en weet: God laat me niet in de steek.
Dat Jezus zal opgewekt worden / zal verrijzen, wil zeggen dat Hij verder blijft leven na de dood. Het getal drie drukt zijn verbondenheid met God uit.
Petrus
(Grieks = rots; Frans = rots, pierre)
Petrus was een broer van Andreas. Beide waren ze vissers uit Betsaïda. Zij waren de eerste leerlingen van Jezus. Petrus werd later de belangrijkste in de groep van de apostelen. Rond het jaar 67 stierf hij de marteldood onder keizer Nero. Hij werd begraven buiten de stadsmuren van Rome, op de plaats waar nu de Sint-Pietersbasiliek staat.
Satan
(Hebreeuws = tegenstander, aanklager, vijand)
Aanstoot / struikelsteen
(Grieks: skandalon)
Het Griekse skandalon is eigenlijk het haakje in de muizenval, waaraan het lokaas bevestigd wordt. Zo is dat het beeld van een verlokkend gevaar en tegelijk van een struikelblok: men valt erover en komt erdoor ten val.
Terug
Dit woord is de vertaling van ‘achter Mij’, wat men kan begrijpen als ‘Word terug mijn leerling’. Want een leerling loopt achter zijn meester aan.
Verloochenen
Aan iets niet meer denken. In dit geval: je mag niet meer aan jezelf denken, want God komt op de eerste plaats.
Kruis
Dit kruis doet denken aan de kruisiging, die al voorbij is wanneer Matteüs zijn evangelie schrijft. Het blijkt dus te gaan om het fysieke dragen van het kruis door iemand die ter dood veroordeeld is.
Maar met het kruis kan men ook de moeilijke momenten bedoelen in het leven van de mens.
Mensenzoon
Dit woord gebruikte Jezus om over zichzelf te spreken. Op zich betekent het 'mens'. Maar de profeet Daniël speekt over de mensenzoon als over een koning die zorgt voor vrede en die de mensen komt oordelen. Men gebruikt het woord ‘mensenzoon’ ook voor de Messias.
Bij de tekst
Verrezen / gekruisigd
Met deze tekst wilde de evangelist tegelijk de eerste christenen waarschuwen tegen goedkoop triomfalisme. Ze beleden dat Christus is verrezen en is opgestaan uit de dood. Maar Jezus heeft ook geleden en werd gekruisigd tot de dood.
Wie Jezus wil navolgen moet met lijden rekening houden.
Suggesties
Kleine kinderen
DOEN
En kruis van vijf vierkanten
De kinderen scheuren elk vijf vierkantjes uit, die ze nadien op een contrasterende ondergrond kleven waarbij ze een kruis vormen.
Of laat ze een kruis tekenen.
- Waar hebben ze dit nog gezien?
- Wat weten ze erover?
Laat de kinderen dat kruis inkleuren met levende kleuren.
EXTRA
Klik hier voor suggesties bij de zin: 'Zijn kruis dragen'.
Klik hier voor meer informatie en suggesties over 'kruis'.
Grote kinderen
EVEN TESTEN
Jezus en Petrus
Schrijf in een tekstballon bij deze illustratie:
- Wat Petrus zegt ...
- Wat Jezus zegt ...
of:
vertel in eigen woorden waarom Jezus de arm van Petrus wegduwt.
VERDIEPEN
'Stenen om op te bouwen of om over te struikelen'
Materiaal
. een aantal keien
. wat zand
. stiften of kleurpotloden
. twee borden
. wat kraantjeswater
. twee legoblokjes, of iets anders wat een huisje kan voorstellen. Teken er eventueel ramen en een deur op en kleef er een dak op.
Bespreek
Toon een keitje.
- Wie is al eens over een steen gestruikeld?
- Wat gebeurde toen?
(vallen, pijn doen, geschaafd zijn, bloed ...)
Toon daarna het zand en het hoopje keien.
- Als je een huis wilt bouwen. Welke ondergrond is dan het beste: zand of stenen?
(Doe eventueel de volgende proef: Neem de twee borden. In het ene bord zeg je zand, in het andere de keien. Op het zand en op de keien leg je nu een blokje die een huisje voorstelt. Giet dan voorzichtig wat water op de twee huisjes. Wat merken de kinderen?)
Herneem: een steen is iets waarover men kan struikelen.
(Het ligt in de weg, het verhindert dat je voluit kunt lopen)
Maar steen is ook iets waarop men kan bouwen.
(Het is zo stevig, dat men geen schrik moet hebben dat het huis in de grond verzakt)
- Welke steen moet men zijn als men Jezus wil volgen / een vriend van Jezus wil zijn?
Geef elk van de kinderen een steen of een blad papier waarop ze een steen tekenen. Laat ze op de steen tekenen of schrijven hoe ze het beste een steen kunnen zijn, waarop Jezus kan bouwen.
Gesprek: Kruis opnemen
- Een kruis, wat is dat?
(Het doet denken aan de kruisdood van Jezus, aan iets wat moeilijk is.)
- Als mensen zeggen: 'Ik moet mijn kruis dragen', wat bedoelen ze daarmee?
(Kruis dragen = het leed dragen dat bij het leven hoort)
- Dragen wij ook een kruis?
- Welk kruis is dat?
- Als mensen Jezus willen volgen, dragen die dan een kruis?
- Welk kruis kan dat zijn?
BELEVEN
Wat God belangrijk vindt
Materiaal
. paginagrote reclames uit tijdschriften.
. groot tekenblad met in het midden een grote cirkel. (gebruik hiervoor de omtrek van een groot bord)
. lijm, stift
Bespreek
Sta stil bij wat mensen belangrijk vinden. Bestudeer hiervoor de uitgescheurde reclames. Ze helpen om op het spoor te komen wat mensen belangrijk vinden. (bv. jong voorkomen, gezondheid, rijkdom, luxe)
Bespreek verder
- Vindt God dit ook belangrijk?
(BELANGRIJK
niet al wat mensen belangrijk vinden, vindt God onbelangrijk)
- Wat zou God belangrijk vinden?
- Welke aspecten op de reclames zou God belangrijk vinden?
(bv. Elke mogelijke vorm van hartelijk omgaan met elkaar...)
Laat de kinderen die aspecten uitscheuren en als collage groeperen binnen een cirkel op het tekenblad. Bovenaan de collage komt: WAT GOD BELANGRIJK VINDT.
Deze collage vindt nadien zijn weg als affiche in het portaal van de kerk.
De hartendoos
De kinderen maken een ‘hartendoos’, een doos die / doosje dat met één groot hart versierd is.
Wie volgeling van Jezus is, wil steeds meer en beter doen wat Jezus zegt. Wat kan dit allemaal zijn?
Deze antwoorden schrijven de kinderen met trefwoorden op kaartjes, in de vorm van een hartje.
(bv. vrede, liefde, rechtvaardigheid, eerlijkheid, delen, vrede, vergeven ...)
Elke dag halen de kinderen een hartje uit de doos. Dit wordt het werkpuntje van de dag.
TIP
Maak eventueel zo’n ‘hartendoos’ voor de groep. Wanneer men bijeenkomt wordt er een hartje uitgehaald, dat voor de hele groep het werkpunt van die dag wordt.
VERDIEPEN
Gesprek: Kruis opnemen
Een kruis, wat is dat?
(Het doet denken aan de kruisdood van Jezus, aan iets wat moeilijk is.)
Als mensen zeggen: 'Ik moet mijn kruis dragen', wat bedoelen ze daarmee?
(Kruis dragen = het leed dragen dat bij het leven hoort)
- Dragen wij ook een kruis? Welk kruis is dat?
- Als mensen Jezus willen volgen, dragen die dan een kruis?
- Welk kruis kan dat zijn?
VERTELLEN
Een kamer vol kruisen
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode 2007, p. 100)
Een jonge man was ten einde raad.
Hij zag geen uitweg meer in zijn leven,
en begon te bidden:
'God, ik kan niet meer!
Mijn kruis is veel te zwaar om te dragen.'
God antwoordde:
'Lieve zoon, kom even met me mee.
In deze kamer staan verschillende kruisen.
Kies maar het kruis waarvan jij vindt
dat je dat het beste kunt dragen.'
De man was opgelucht.
Hij keek rond in de kamer
en zag allerlei soorten kruisen.
Sommige waren zo groot
dat hij er de top niet van kon zien.
Andere zagen er heel zwaar uit.
Toen zag hij een klein kruisje.
Het stond tegen de muur.
'Ik zou dat kruis willen, God,' zei hij.
Toen zei God: 'Lieve zoon,
dat is het kruis
dat je zelf naar hier hebt gebracht.'
EXTRA
Klik hier voor meer informatie en suggesties over 'kruis'.
Jongeren
BELEVEN
Wat God wil
Materiaal
Een aantal foto's en krantenkoppen uit de actualiteit die te vinden zijn in tijdschriften en/of kranten.
Twee verschillend gekleurde bladen papier.
Lijm
Verloop
In het evangelie van deze zondag zegt Jezus woorden als:
'Weg Petrus, jij bent een struikelsteen voor Mij.
Je laat je leiden door wat mensen willen en niet door wat God wilt.'
- Groepeer deze foto's in twee groepen: 'Wat God wil' en 'Wat mensen willen'.
De jongeren nemen het materiaal zorgvuldig door en bespreken tot welke groep het kan behoren.
Wanneer dat gebeurd is, kiezen ze de meest geschikte kleur van papier voor het gegroepeerde materiaal, en kleven er de foto's en krantenkoppen op die erbij horen.
Belangrijk
Niet alle materiaal zal in één van de twee groepen horen. Het bespreken waarom dit zo is, is minstens zo belangrijk als het eindresultaat.
ZINGEN / BELUISTEREN
'I wil follow him'
Klik hier om dit lied uit de film 'Sister act' te beluisteren.
Zing mee met de tekst:
I will follow Him
Follow Him wherever he may go
And near Him, I always will be
For nothing can keep me away
He is my destiny
I will follow Him
Ever since he touched my heart I knew
There isn't an ocean too deep
A mountain so high it can keep
Keep me away
Away from His love
I love Him! (3x)
And where He goes
I'll follow! (3x)
I will follow Him
Follow Him wherever He may go
There isn't an ocean too deep
A mountain so high it can keep
Keep me away
I will follow Him (follow Him)
Follow Him wherever
He may go! (uhh uhh uhh)
There isn't an ocean
Too deep (too deep!)
A mountain so high it can keep
Keep us away!
Away from His love!
Oh oh yeah!
(I love Him!)
Oh yes, I love Him
(I'll follow!)
I'm gonna follow
(True love!)
He'll always be my true love
(Forever!)
From now until forever
I love Him! (3x)
And where He goes
I'll follow! (3x)
He'll always be my true love
(My true love! My true love!)
From now until forever!
(Forever, forever)
There isn't an ocean too deep
A mountain so high it can keep
Keep us away!!
Away from His love
Songwriters: Norman Gimbel, Arthur Altman, Paul Mauriat, Franck Marius Louis Pourcel, Jacques Plante, Raymond Lefebvre.
Alleen voor niet-commerciële doeleinden.
Overwegingen
Herwi Rikhof
De eerste schooldag van Petrus
(H. RIKHOF in http://www.tijdschriftvoorverkondiging.org - preekvoorbeeld)
Eerst krijgt Petrus te horen dat hij nog leerling is en zijn plaats niet weet: Ga weg daar, achter mij. Iemand die volgt, mag niet voorop lopen en zeker niet voor de voeten lopen. Petrus is nog leerling, maar de leerschool van het geloof, net zoals de leerschool van het leven, houdt niet op. Petrus is leerling en blijft leerling. Wij ook. En dan krijgt hij te horen dat hij zich meer laat leiden door menselijke overwegingen dan door wat God wil. Fundamenteler kan kritiek niet zijn.
Een harde les, wat mensen willen tegenover wat God wil. Geen pijn en lijden tegenover wel pijn en lijden. Geen kruis opnemen tegenover wel kruis opnemen. Hard maar duidelijk.
Hoewel: zo duidelijk vind ik dat niet. De suggestie dat God het lijden wil staat mij helemaal tegen, het idee dat geloven een pijnlijke kwestie is, het idee dat met God omgaan verre van vrolijk is, bevalt mij niet. Niet omdat ik graag opgewekt door het leven wil gaan, maar omdat ik vind dat dit niet past bij ons geloof. We lezen toch elke zondag niet voor niets uit het evangelie, uit de goede, blijde boodschap?
Volgens mij zegt Jezus dat ook helemaal niet, dat God lijden wil. Want als je het zo verstaat, speel je God en mens tegen elkaar uit. En dat is precies het tegenovergestelde van wat Jezus Petrus en ons opdraagt om te doen: verbanden laten zien. Nee, ik denk dat het anders ligt. Jezus wijst Petrus terug omdat hij dat verband leggen veel te oppervlakkig ziet en veel te beperkt. Petrus ziet het verband met God alleen maar in het mooie van het leven, op de momenten dat het goed gaat. God wil het lijden niet, maar wil wel in lijden en dood aanwezig zijn. Petrus begrijpt dat niet. Dat God ons in de ontzettende en onontkoombare eenzaamheid die wij allen meemaken of mee zullen maken, dat God ons daarin niet alleen laten wil laten.
Agnes Lameire
Het kruis opnemen
Petrus verzet zich heftig tegen het idee dat hogepriesters en Schriftgeleerden zijn Meester, de Messias notabene, zouden verwerpen. 'Dat mag U niet overkomen' zegt hij. Jezus antwoordt met de woorden die Hij ook in de woestijn tot de duivel had gesproken: Weg daar, achter Mij, satan. Waarop Hij verder zegt dat ook zijn volgelingen vervolging en lijden zullen moeten doorstaan. Als iemand achter Mij aan wil komen, laat hij dan met zichzelf breken, zijn kruis opnemen en Mij volgen. Inderdaad, volgens de traditie zijn alle apostelen, behalve Johannes, omwille van hun geloof de marteldood gestorven.
Toch heeft dat Jezuswoord doorheen de eeuwen vele christenen niet enkel ten goede maar ook ten kwade geïnspireerd. Zelfkastijding, fysieke boetedoening en overdreven vasten zijn daarvan maar enkele uitwassen.
Jezus heeft zijn volgelingen, waar ook wij toe behoren, nooit opgedragen opzettelijk lijden en kruis te zoeken. Maar wie met Hem optrekt, moet bereid zijn de consequenties van zijn of haar keuze met een groot hart te blijven opnemen. Het komt erop aan trouw te zijn aan een gegeven woord, trouw zoals Jeremia, trouw zoals Jezus zelf. In dat trouw zijn aan je roeping biedt het kruis zich op tijd en stond vanzelf wel aan.
Letizia Magri
In de voetstappen van de Heer
(Woord van leven – Focolare september 2017)
“Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en Mij volgen” (Matteüs 16, 24).
Wat vraagt Jezus met deze woorden eigenlijk van ons? Wil Hij dat we onszelf verachten? Dat we ons allemaal toewijden aan een ascetisch leven? Vraagt Hij ons het lijden te zoeken om aangenaam te zijn aan God?
Nee, dit Woord spoort ons aan om op weg te gaan in de voetstappen van Jezus, en de levensstijl van het evangelie aan te nemen. Dat betekent ook het lijden niet te ontkennen. Jezus leert ons juist daar een onverwacht licht in te ontdekken. Dan gebeurt er zoiets als wanneer we een kerk binnengaan en ontdekken hoe prachtig de donkere glas-in-loodramen kunnen oplichten, die van buiten gezien somber en lelijk lijken.
Jezus en het Evangelie nodigen ons uit om niet onszelf meer als centrum van de wereld te beschouwen maar om verder te kijken dan de logica van het persoonlijk belang: oog hebben voor de noden van anderen, tijd en energie besteden om anderen gelukkig te maken, mensen bemoedigen en troosten. Deze bevrijding uit ons egoïsme helpt ons te groeien in menselijkheid en geeft ons een vrijheid die onze persoonlijkheid ten volle realiseert.
Jezus nodigt ons uit om ook stand te houden te midden van onbegrip van onze omgeving en ons te blijven inzetten voor het ideaal van broederschap en een beschaving van liefde.
Frans Mistiaen s.j.
Ons kruis dragen
Petrus meent er goed aan te doen
Jezus de raad te geven niet naar Jeruzalem te trekken,
de plaats waar de verstarde joodse religieuze leiders
Hem kunnen veroordelen tot lijden en dood.
Maar Petrus krijgt hiervoor een ware uitbrander:
"Weg, Satan, gij laat u leiden door menselijke overwegingen
en niet door wat God wil.”
m.a.w. navolging van de liefde zonder het kruis bestaat niet.
Nu is het is wel belangrijk voor onze christelijke geloofsbeleving
de zaken niet scheef te zetten.
Jezus zegt niet dat Zijn volgelingen
het kruis en het lijden moeten zoeken.
Zo'n opvatting is menselijk zonder betekenis
en bovendien religieus hoogmoedig.
God heeft niet verlangd dat Zijn Zoon de kruisdood zou ondergaan.
God verlangt niet dat de mensen nu lijden.
Het was de “wil van de Vader” dat Jezus Zijn liefde zou tonen,
Zijn mateloze liefde, op elk moment van Zijn leven,
ook in de pijn die Hem werd aangedaan.
Zo verlangt God dat wij mensen zo liefdevol mogelijk handelen,
op elk moment van ons leven, bij alles wat ons overkomt,
ook in het lijden.
Als wij ervoor kiezen liefdevol te handelen
dan weten wij dat dit van ons onvermijdelijk
veel offer, veel belangeloze zelfverloochening, vraagt.
Een jongeman is bereid de hele wereld af te reizen
om bij het meisje te geraken waarvan hij houdt.
Een moeder waakt zo nodig de hele nacht
bij het ziekbed van haar kind dat zij bemint.
Een gelovige zal de spot en de tegenkantingen van ongelovigen
met overtuiging trotseren,
als dat nodig is om de vriendschap met zijn Heer te bewaren.
Zoals Jeremia beschreef in de eerste lezing:
"Er is een vuur dat oplaait in mijn hart,
het brandt in mijn gebeente."
De vurige liefde van een mens is tot zeer veel in staat,
en zal altijd meebrengen
dat hij zijn eigenbelang vergeet, zichzelf achteruit zet.
Jezus vraagt dus nooit
dat wij het lijden en het kruis gaan opzoeken.
Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.
Elk huisje heeft zijn kruisje.
Het leven zelf brengt genoeg tegenkanting en lijden mee.
Maar Jezus vraagt wel dat wij, in welke omstandigheden ook,
willen blijven leven vanuit een trouwe liefde, met Hem verbonden.
En er bestaat geen echte liefde
zonder opoffering van het eigenbelang.
Jezus vraagt ook niet dat wij Zijn kruis dragen,
of het kruis van de hele wereld.
Hij vraagt dat wij ons kruis dragen,
dwz. dat wij de tegenkanting die ons overkomt,
onze beperktheden en ons falen,
werkelijk dragen
dwz. er moedig onze schouder onder zetten,
nog beter gezegd, ons liefdevol hart,
zodat wij onze beperkingen en ons lijden
niet achter ons aan voortslepen,
maar ze dragen, torsen,
er de kracht van onze liefde onder steken.
Ondanks ons eigen lijden,
toch de liefde in de centrum van onze aandacht blijven stellen,
dwz. niet toeklappen over ons eigenbelang,
maar toch in de eerste plaats
zorg blijven opbrengen voor anderen,
dat is hetgeen Jezus bedoelt met
“onszelf verloochenen, ons kruis opnemen,
Hem navolgen en Gods wil doen.”
Zelfverloochening en belangeloosheid dus,
niet omdat wij onszelf willen pijn doen,
maar wel omdat wij trouw willen blijven
aan wat de bezielde liefde van ons vraagt,
ook in de pijnlijke omstandigheden die ons overkomen.
Dat is de, niet altijd gemakkelijke,
maar uiteindelijk meest menselijke en meest waardevolle weg,
waarop de Heer ons is voorgegaan.
Wie gelooft, weet heel goed
dat hij, die zichzelf prijsgeeft aan de liefde,
het echte leven ontdekt.
Marc Gallant, trappist (Orval)
Zichzelf verloochenen
Jezus gaf Petrus de taak ‘steenrots’ te zijn voor de Kerk. Petrus nam die taak ernstig op. Als Jezus depressief begon te doen en te zeggen dat zijn zending, die zo goed begonnen was, op een fiasco uit zal lopen, dan gaf Petrus hem terstond een standje. Petrus treedt op met gezag, zelfs tegenover Jezus. Dat laat ons iets zien van de menselijke hoedanigheid van Jezus’ relaties met zijn apostelen: hij plaatste zich niet in een machtsverhouding, maar in een vranke vriendschap waar men elkaar de waarheid kan zeggen.
Dat liet Jezus toe even vrij Petrus op zijn plaats te zetten: als Petrus zo optreedt is hij geen steenrots, maar een steen des aanstoots, een ‘satan’ die Jezus’ zending in de weg staat. En Jezus, die het belang begreep van dit incident, keerde zich onmiddellijk tot zijn leerlingen, tot ons, met een woord dat ons nog steeds met verstomming slaat: ‘Wie mijn leerling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen’. Met zo een woord maak je echt geen publiciteit voor het christendom! Maar het heeft een schokeffect dat om uitleg vraagt.
“Zichzelf verloochenen”. Wat betekent dat eigenlijk? Om zichzelf te kunnen verloochenen moet men eerst zichzelf zijn. Aan iemand die zichzelf nog niet gevonden heeft kun je moeilijk vragen zichzelf te verloochenen! Eerst vraagt Jezus jezelf te zijn. Dan pas kun je echt je verloochenen en de neiging tegengaan voor jezelf te leven en alles naar je toe te halen.
Zichzelf verloochenen betekent dus niet: ophouden zichzelf te zijn, maar zich totaal in te zetten op de weg van de liefde voor God en mens waar Jezus ons voorgaat.
Kortom: jezelf verloochenen om Jezus te volgen kan slechts uit liefde. Nu wordt ook het vervolg van het evangelie duidelijk. Wat betekent: zijn kruis opnemen? Wij hebben allen ons kruis. Wij hebben allen onze wensen en onze dromen, en deze worden nooit totaal ingevuld. Het leven is nooit ten volle zoals we het zouden wensen. We zijn beperkt, en dus onvolmaakt in onze mogelijkheden. De mensen met wie wij leven zijn beperkt en onvolmaakt, de materiële middelen waarover we beschikken zijn beperkt, de schepping waarin wij leven is beperkt en onvolmaakt: ze brengt ons overstromingen, ongevallen, ziekten. En vooral, onze tijd is beperkt: de meest radicale beperking van onze tijd is onze dood.
Ons kruis, dat zijn al deze beperkingen die ons treffen in ons, en buiten ons. Ons kruis opnemen betekent: die beperkingen aanvaarden. Echte liefde valt, voor ons mensen, samen met het aanvaarden van onze beperkingen. Wie bemind wordt mag zichzelf zijn: hij weet zich aanvaard ondanks zijn beperkingen en hij kan zijn beperkingen aanvaarden. Maar wie zijn beperkingen niet aanvaardt, is voor de anderen ongenietbaar en stoot de liefde af.
Maar nogmaals, Jezus vraagt niet het kruis op te nemen buiten de liefde om. Nee, Hij zegt: “Als iemand achter Mij aan wil komen, laat hij dan zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen”. Er zijn mensen die hun kruis opnemen en het op hun eentje trachten te beredderen. Wie zijn leven zo wil redden en het met menselijke overwegingen in handen wil houden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest, wie het uit handen geeft, en dat kan slechts in de liefde, zal het winnen.
Zoiets kan Petrus nog niet begrijpen. Petrus koestert de onmogelijke droom van een Messias die hier op aarde de schepping tot volmaaktheid zou brengen. Menselijke overwegingen. Niet de schepping maar alleen God is volmaakt. Petrus grijpt compleet naast het plan van God. Hij is Jezus tot aanstoot. Jezus wil immers ten volle leven als mens, en binnen de beperktheid van ons menszijn, ontvankelijk openstaan voor de wil van de Vader. En wat wil God? God wil niet dat we lijden. God wil met ons zijn. Zijn liefde, zijn wil met ons te zijn, is groter dan het lijden dat Hij er dan ook maar op zich bijneemt.