Inhoudstabel
…page…
Daniël 3, 82-87: Juich voor God V
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Mensen, juich voor God
Juich en respecteer Hem
vandaag en alle dagen.
Israël, juich voor God
Juich en respecteer Hem
vandaag en alle dagen.
Priesters, juich voor God
Juich en respecteer Hem
vandaag en alle dagen.
Tempeldienaren, juich voor God
Juich en respecteer Hem
vandaag en alle dagen.
Rechtvaardigen, juich voor God met hart en ziel,
Juich en respecteer Hem
vandaag en alle dagen.
Vromen en nederigen van hart, juich voor God
Juich en respecteer Hem
vandaag en alle dagen.
Stilstaan bij …
Israël
In deze tekst wordt met Israël de nakomelingen van Jakob (Israël) bedoeld.
Priesters
De priesters in Jeruzalem stonden tussen God en het volk: zij droegen de offers van de mensen op en spraken de zegen van God uit.
Tempeldienaren
Tempeldienaren behoorden tot de stam Levi. Ze traden op in de tempel van Jeruzalem en waren ondergeschikt aan de priesters.
Nederigen
(Hebreeuws: anawim)
Gelovigen die een leven leiden dat gericht is op gerechtigheid en vroomheid.
Bij de tekst
Context
Toen koning Nebukadnessar een groot gouden beeld liet maken, dat hij liet plaatsen in een vlakte buiten de stad, riep hij iedereen die het land mee bestuurde bijeen bij de inwijding van dat beeld. Iedereen moest voor dat beeld knielen. Wie dat niet deed, moest in het vuur van een oven geworpen worden.
Iedereen knielde, behalve drie vrienden van Daniël. Zo kwam het dat ze in een oven werden gegooid. Maar ze raakten niet verbrand.
In de oven zongen ze een loflied voor God.