Loading...
 

Jakobus 2, 14-24.26

Jakobus 2, 14-24.26: Geloven zonder doen is waardeloos 

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1931-1932)

Vrienden, stel dat iemand zegt dat hij gelooft, maar hij doet niet wat God van hem vraagt. Dan is zijn geloof zinloos, want hij zal niet gered worden.
Stel dat een gelovige geen kleren heeft, en te weinig eten heeft. En stel dat jullie dan tegen hem zeggen: ‘Het beste ermee! Trek maar warme kleren aan, en ga maar lekker eten!’ Als je dat zegt zonder hem echt te helpen, zijn je woorden zinloos. Je moet zo iemand natuurlijk ook geven wat hij nodig heeft.
Zo is het ook met het geloof. Als iemand gelooft, maar niet doet wat God van hem vraagt, is zijn geloof waardeloos.

Iemand zou kunnen zeggen: ‘Sommige christenen geloven alleen maar, en anderen doen ook nog goede dingen. Dat is allebei prima!’ Maar dan zeg ik: Nee! Iemand die geen goede dingen doet, heeft geen echt geloof. Alleen iemand die ook goede dingen doet, laat zien dat hij echt gelooft.
Stel dat je gelooft dat onze God de enige God is. Dat is natuurlijk goed, maar dat is niet genoeg. Want dat geloven de kwade geesten ook! Daarom zijn ze zo vreselijk bang voor God.

Gebruik je verstand! Als je gelooft, maar geen goede dingen doet, dan is je geloof zinloos.
Luister! Onze voorvader Abraham deed wat God van hem vroeg. Hij stond klaar om zijn zoon Isaak te offeren. En daarom zag God hem als een goed mens. Abraham geloofde in God, en tegelijk deed hij ook wat God van hem vroeg. Zo werd Abrahams geloof volmaakt. Toen gebeurde er wat in de heilige boeken staat: «Abraham geloofde in God, en daarom zag God hem als een goed mens.» Ja, God noemde Abraham zelfs zijn vriend.
Jullie begrijpen dus dat je niet alleen maar moet geloven. Je moet ook doen wat God van je vraagt. Alleen dan ziet God je als een goed mens. (…) Als je gelooft, maar geen goede dingen doet, dan is je geloof waardeloos. Het is dan net zo dood als een mens die niet meer ademt.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Broeders, wat heeft een mens eraan te zeggen dat hij gelooft,
als hij geen daden kan laten zien?
Kan zo'n geloof hem soms redden?
Stel dat een broeder of zuster geen kleren heeft en niets om te eten,
en iemand van jullie zou zeggen:
‘Succes! Hou je warm en eet maar goed’
en hij doet niets doen aan hun nood. Is dat geen schande?
Zo is ook het geloof, op zichzelf, zonder zich in daden te tonen, dood.
Misschien zal iemand zeggen: ‘Jij handelt en ik geloof.’
Dan antwoord ik: ‘Bewijs me eerst dat je gelooft,
als je geen daden kunt tonen.
Dan zal ik je uit mijn daden mijn geloof bewijzen.”

Je gelooft dat er slechts een God is?
Uitstekend, ook de boze geesten geloven dat en sidderen!
Dwaas, wil je het bewijs dat het geloof zonder handelen waardeloos is?
Is onze vader Abraham niet gerechtvaardigd om zijn daden,
omdat hij zijn zoon Isaak op het altaar wilde offeren?
Het is duidelijk dat zijn geloof zich in daden uitte
en juist door zijn daden volkomen werd.
Zo ging het woord van de Schrift in vervulling, dat luidt:
Abraham geloofde God
en het werd hem als gerechtigheid aangerekend.
Hij werd vriend van God genoemd.
Het is duidelijk dat een mens wordt gerechtvaardigd
doo rzijn daden en niet alleen door geloof.
Zoals het lichaam dood is zonder de ziel,
zo is het geloof dood zonder te handelen.





Bij de tekst

Geloven

Geloven is meer dan het aanvaarden van wat theoretische standpunten, het is ook ethisch leven, leven waarin men liefdevol omgaat met zijn medemens, een leven waarin wat te zien is overeenstemt met wat men zegt.





Suggestie

Grote kinderen

VERTELLEN

Meer dan woorden alleen

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 28)

Er was eens een abdis
die erg gewaardeerd werd in haar streek.
Men zei dat ze visioenen had.
Ze was ook bekend om haar mooie gebeden.
De mensen vertelden dat ze een heilige was.

Een man wilde er meer van weten.

Op een winteravond
ging hij naar de abdij
en liep daarbij
door regenplassen en modder.
In de spreekkamer
wachtte hij op de abdis.
Toen ze verscheen,
viel hij uitgeput neer in een stoel.
‘Aai, mijn voeten!
Ze zijn stuk van het lopen,’ klaagde hij.
‘Wil je me even helpen
om mijn laarzen uit te trekken a.u.b.?’
De abdis glimlachte en zei:
‘Momentje,
ik roep een zuster...’

Toen stond de man op en zei:
‘Laat maar, ik weet genoeg’...
en hij vertrok.




Overweging bij het verhaal
C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 12 december 2018, p. 3

Van een abdis die prachtige gebeden schrijft
denk je toch dat zo iemand een echt goede gelovige is,
iemand waar je je kunt aan inspireren
als je wilt weten hoe je als gelovige door het leven moet gaan.

Maar als het op handelen aankwam,
kende de abdis wel een zuster die dat in haar plaats zou doen.
Een bezoeker trok er zijn conclusies uit.
Mooie gebeden, dat wel – maar een gelovige?!?!

Jacobus zei in het licht van de woorden van Jezus
dat geloven zonder invloed op het handelen van iemand
geen recht van bestaan had.
Zo’n geloof was dood.

En de abdis … zomaar afschrijven?
Dat zou te kort door de bocht zijn.
Geef haar de kans om haar eigen gebeden te beluisteren
zodat die hun werk kunnen doen.

Want vroeg of laat kneedt een goed gebed
diegene die bidt, tot een gelovige
die door God en zijn droom beïnvloed wordt
en handelt naar wat Hij voor de mensen voor ogen heeft.





Overweging

Wijbe Fransen o.p

Christen-zijn: geen vernis!

(Fragment uit de preek in de Antilliaanse gemeenschap van Groningen, 2 februari 2020)

Ons christen-zijn mag niet een soort vernis zijn, iets oppervlakkigs van een paar woorden en gewoonten. Nee, Christus’ woord wortel schieten in ons leven, in onze wijze van handelen en manier van denken.