Loading...
 

LAM GODS

Vieringen

Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
ontferm U over ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
ontferm U over ons.
Lam Gods, dat wegneemt de zonden der wereld,
geef ons de vrede.


Dit gebed wordt gezongen of gebeden tijdens het breken van het brood, vlak vóór de communie. Bij elk onderdeel van dit gebed kloppen sommige gelovigen met de hand op de borst. Daarmee drukken ze uit dat ze zich bewust zijn van hun eigen tekortkomingen. Zo ondersteunen ze met hun lichaam de woorden van het gebed.




Lam Gods
In de Bijbel krijgt een lam een sterke symbolische betekenis:
. bij de uittocht uit Egypte werd het bloed van een lam het teken van redding.
. in de tempel werden lammeren geofferd als teken van verzoening met God.
. De dienaar die ‘als een lam naar de slachtbank geleid wordt’, is het beeld van iemand die lijdt voor anderen. (Jesaja 53)


Wegnemen
Het werkwoord ‘wegnemen’ betekent niet alleen vergeven, maar ook dragen, op zich nemen en verwijderen. Het gaat om een daad die iets verandert: het kwaad en de schuld blijven niet. Ze worden weggenomen.


Zonden
Tekortkomingen tegenover de medemensen die gezien worden als tekortkomingen tegenover God.


Wereld
Deze ‘bevrijding’ is niet bedoeld voor één volk of één groep, maar voor iedereen.





Wortels in de Bijbel

Oude Testament

Teken van redding

Exodus 12, 3-10
"Maak aan heel de gemeenschap van Israël het volgende bekend. Op de tiende van deze maand moet ieder gezin een lam uitkiezen, ieder huis een lam. Als een gezin te klein is voor een lam, dan moeten ze, rekening houdend met het aantal personen, samendoen met hun naaste buurman. Bij het verdelen van het lam moet er rekening gehouden worden met ieders eetlust. Het lam moet gaaf zijn, van het mannelijk geslacht en eenjarig. Ge kunt er een schaap of een geit voor nemen. Ge moet de dieren vasthouden tot aan de veertiende van de maand. Dan moet heel de verzamelde gemeenschap van Israël ze slachten in de avondschemering. Vervolgens moet gij wat bloed nemen en dat uitstrijken over de beide deurposten en over de bovenbalk van de deur van alle huizen waar het lam gegeten wordt. In dezelfde nacht moet het vlees gegeten worden, op het vuur gebraden. Het moet gegeten worden met ongezuurd brood en bittere kruiden. Ge moogt het niet rauw eten of gekookt in water, maar alleen gebraden op het vuur, met kop, poten en ingewanden. Zorg dat er niets van over is, als de zon opgaat. Wat bij zonsopgang nog over zou zijn moet ge verbranden.”
Lees meer

Bij de uittocht uit Egypte beschermt vroeg God om een lam zonder gebreken uit te kiezen. Het bloed van dat lam voorkwam een oordeel en leidde tot de bevrijding uit slavernij.



Wegnemen

Leviticus 16, 21-22
"… Hij legt zijn hand op de kop van het dier en belijdt over het dier alle misdaden en vergrijpen van de Israëlieten, van welke aard ook, en laadt deze op de kop van de bok. Dan stuurt hij het dier onder de hoede van iemand die daartoe is aangewezen, naar de woestijn. Zo draagt de bok al hun misdaden weg naar een woest land. In de woestijn wordt de bok losgelaten.”

In deze tekst wordt de schuld van het volk symbolisch op een bok gelegd, die die wegneemt naar de woestijn.





Nieuwe Testament

Johannes getuigt

Johannes 1, 29-34
(Bewerking: C. Leterme)

De volgende dag zag Johannes de Doper dat Jezus naar hem toe kwam. ‘Daar is het lam van God,’ zei hij, ‘Hij is het die de zonde van de wereld wegneemt. Hij is het van wie ik gezegd heb: “Na mij komt iemand die meer waard is dan ik.” Ik wist niet wie het zou zijn.’
En Johannes zei ook: ‘Ik heb gezien hoe de Geest als een duif uit de hemel neerkwam en op Hem bleef rusten. Ikzelf wist niet wie het zou zijn, maar God die mij gezonden heeft om te dopen in water, zei: “Als je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en op Hem blijft rusten, dan weet je: dat is degene die doopt in heilige Geest.” Ik heb het gezien. Daarom kan ik zeggen: dat is de Zoon van God.’

Lees meer

Door Jezus het ‘Lam Gods’ te noemen, zegt Johannes dat Jezus door God gegeven is.
Merk op dat Johannes het niet heeft over ‘de zonden’, maar over ‘de zonde’ (in het enkelvoud). Hiermee verwijst hij naar de vervreemding en de gebrokenheid die er is tussen God en mens. Jezus neemt niet alleen weg wat mensen verkeerd doen (zonden), wie en waar ze ook zijn, maar pakt tegelijk het onderliggende probleem aan: de breuk in de relatie tussen God en mens.