Loading...
 

Romeinen 4, 13.16-18.22

KIDS Stick Kid Wallpaper002

(Morguefile free stock photo license)


…page…

Romeinen 4, 13.16-18.22: Het geloof van Abraham

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1782-1783)

God beloofde aan Abraham en zijn nakomelingen dat de nieuwe wereld voor hen zou zijn. Dat was niet omdat Abraham zich aan de wet hield, maar omdat hij geloofde. Want daarom zag God hem als een goed mens.
God wilde laten zien hoe goed hij voor ons is. Daarom beloofde hij zijn nieuwe wereld aan alle nakomelingen van Abraham. Niet alleen aan de Joden, maar ook aan de niet-Joden. Als ze maar geloven, net zoals onze voorvader Abraham. Want in de heilige boeken zegt God tegen Abraham: «Ik beloof je dat er later heel veel volken van jou zullen afstammen.»

God beloofde dus veel nakomelingen aan Abraham, en Abraham geloofde God. Hij wist dat God de macht heeft om doden levend te maken. En om iets dat niet bestaat, te laten leven. Abraham geloofde dat er later heel veel volken van hem zouden afstammen. Want God had gezegd: ‘Je zult heel veel nakomelingen krijgen.’
Abraham geloofde dat, ook al was het iets dat eigenlijk helemaal niet kon. Want Abraham wist best dat hij veel te oud was om vader te worden. Hij was al honderd jaar. En zijn vrouw Sara was veel te oud om een kind te krijgen. Toch twijfelde Abraham niet, maar hij geloofde dat ze een kind zouden krijgen. Omdat God het beloofd had.
God zorgde ervoor dat Abrahams geloof steeds sterker werd. En Abraham eerde God. Want God heeft de macht om te doen wat hij belooft. Dat geloofde Abraham, zonder te twijfelen. En daarom zag God hem als een goed mens.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

De belofte aan Abraham en zijn nakomelingen,
dat zij de wereld zouden krijgen,
steunt niet op de wet, maar op de gerechtigheid van het geloof.
Daarom hangt het af van het geloof en dus van de goedheid,
en is de belofte verzekerd voor alle nakomelingen,
niet alleen voor hen die de wet hebben gekregen,
maar voor allen die geloven zoals Abraham,
de vader van ons allemaal.
Want van hem staat geschreven:
‘Ik heb je vader gemaakt van vele volken’.
Hij is dit ten overstaan van God op wie hij vertrouwde,
die de doden levend maakt en in het leven roept wat niet bestaat.
Tegen alle hoop in hoopte hij en geloofde hij
dat hij vader zou worden van vele volken, zoals hem gezegd was:
‘Zo talrijk zullen je nakomelingen zijn.’
Dat werd hem als gerechtigheid aangerekend.



Stilstaan bij …

Die de doden levend maakt en in het leven roept wat niet bestaat
Dit is een liturgische formule die de almacht van God veheerlijkt.





Bij de tekst

Het geloof van Abraham

God aanvaardde Abraham omdat hij geloofde. Tegen alle verwachtingen in bleef Abraham ervan overtuigd dat God zou doen wat Hij beloofde. Daarom bestaat het volk van God niet alleen uit de nakomelingen van Abraham, maar van iedereen die gelooft zoals Abraham dat deed.