SIMULATIESPEL

Wat?

Op een spelende en belevende manier een welbepaald gedrag inoefenen.

Het verschil met een rollenspel is: men speelt zichzelf en kruipt niet in de huid van iemand anders.
Het verschil met toneel is: de kinderen vullen zelf de dialogen in.
Het verschil met een dramatisatie is: het onderwerp gaat over een bepaald gedrag in het dagelijks leven.






Doelen

. Op een speelse manier allerlei sociale gedragspatronen inoefenen en anticiperen.


. Sociale vaardigheden trainen / inoefenen
B.v. Bepaalde conflicten oplossen; tactvol met anderen omgaan; meeleven met het verdriet van anderen; tot compromis kunnen komen; delen in de vreugde van anderen; op ziekenbezoek gaan; iemand vergeven, zich met iemand verzoenen, zich vredevol opstellen...


. Kinderen groeien en ontwikkelen door rollen op te nemen of af te wijzen die ze rondom zich waarnemen. Ze kunnen die rollen verkennen, uitzuiveren... door ze te spelen. Ze spelen vader en moeder, dokter en patiënt, politie en boef... waardoor ze vaardiger worden in het hanteren (of afwijzen) van deze rollen of aspecten ervan in het dagelijks leven. Zo worden ze man of vrouw, verkennen ze huishoudelijke taken, nemen ze verantwoordelijkheden in het gezin op, verkennen ze hun lichaam, leren ze wat mag en niet mag, maken ze kennis met macht, leren ze zeggen wat hoort...





Verloop

. Confronteer de kinderen met een concrete situatie
(Bv.: ruzie)


. De kinderen spelen die situatie na, en spelen ook het vervolg erop.
In dat vervolg tonen ze dat ze vertrouwd zijn met een bepaald gedrag dat eerder in de groep werd besproken.
(Bv.: verzoenende reactie)


. Andere groepen kunnen mogelijke andere reacties uitbeelden.


Belangrijk
De concrete situatie staat heel dicht bij het leven van de deelnemers.





Overweging

K. Janssen

Doen alsof

(Kolet JANSSEN, Kerknet, 6 juni 2021)

Tegenwoordig kun je niet eerlijk en authentiek genoeg zijn. Je moet van je hart geen moordkuil maken, open en bloot je mening ventileren en vooral niets doen waar je niet voor de volle 100% achter staat. Doen ‘alsof’ staat in een kwaad daglicht.

Tegelijkertijd verdienen beroemde acteurs handenvol geld en waardering, juist omdat ze perfect ‘alsof’ kunnen doen. Alsof hun kind gestorven is, alsof ze hevig verliefd zijn, alsof ze door donkere gedachten gedreven tot een misdaad overgaan. Allemaal nep, maar hoogst overtuigend.

Misschien is het tijd om ook in het gewone leven ‘alsof’ wat op te waarderen. Om als je het op sociale media niet met iemand eens bent, niet meteen te beginnen schelden, maar te doen ‘alsof’ je beleefd bent. Om vergevingsgezind te glimlachen als iemand je per ongeluk de pas afsnijdt, terwijl je al een belediging op je tong hebt liggen. Om te doen alsof je geduldig bent als je kinderen elkaar voor de zoveelste keer in de haren vliegen, terwijl je zin hebt om ze eens ongezouten ‘de waarheid’ te zeggen.

Het zal beslist niet telkens lukken. Maar oefening baart kunst. In het leven kun je bijna alles trainen. Door te doen alsof je een goed mens bent, word je elke dag een beetje beter. En ook al val je regelmatig eens door de mand, je hebt toch de ervaring dat je het kunt, als je maar blijft proberen.

En wie weet komt dan ooit de dag, waarop de grens met ‘alsof’ vanzelf is weggeslepen. Zoals iemand na verloop van tijd zonder nadenken vijf kilometer kan lopen, waar hij eerst al stond te puffen na een paar honderd meter.