Personen
Bisschop (paars gekleed)
Een priester die door de paus als opvolger van de apostelen benoemd werd. Hij staat aan het hoofd van een bisdom.
Camerlengo
De camerlengo (= kamerheer) is een kardinaal die het bestuur van het Vaticaan en de Kerk overneemt als een paus sterft of aftreedt.
Hij is het die de arts begeleidt die de dood van de paus officieel moet vaststellen.
Hij stelt een akte van overlijden op en vernietigt in het bijzijn van enkele getuigen de pontificale vissersring, met zegel, met een zilveren hamer.
Hij verzegelt het bureau en de slaapkamer van de paus.
Hij regelt alles wat te maken heeft met de begrafenis van de paus.
Hij roept ook het conclaaf bijeen dat een nieuwe paus zal kiezen.
Catechist
Begeleidt mensen die gedoopt willen worden of christenen die hun eerste communie willen doen of gevormd willen worden.
Diaken
Iemand die gewijd is, en de taak heeft om dienstwerk te verrichten, te verkondigen (leest het evangelie voor en preekt). Hij mag dopen en in bijzondere gevallen een huwelijk inzegenen.
Kardinaal (rood gekleed)
Eretitel voor de belangrijkste bisschoppen na de paus. Kardinalen helpen en adviseren de paus bij het bestuur van de kerk en kiezen na zijn overlijden in het conclaaf een opvolger.
Men noemt ze: 'Prinsen van de Kerk’. Over de hele wereld zijn er ongeveer een 180.
Koor
Zingt liederen.
Koster
Hij/zij zorgt voor de liturgische gewaden en voorwerpen, het in orde houden van de kerk en legt alles klaar voor een viering in de kerk.
Lector
Leest tijdens de eucharistieviering voor uit de Heilige Schrift met uitzondering van het evangelie.
Leek
In de kerk wordt 'leek' gebruikt voor de gewone gelovige, iemand die tot het volk Gods behoort. (Het Griekse woord 'laikos' betekent: 'volk'.
In het gewone taalgebruik betekent 'leek': 'niet-ingewijde', iemand die geen verstand van zaken heeft.
Misdienaar (akoliet)
Jongen of meisje die de priester (en diaken) helpt tijdens de eucharistieviering en andere vieringen.
Nuntius
Vertegenwoordiger van de paus in een land (vgl. ambassadeur)
Organist
Bespeelt het orgel.
Pastoor
Priester die aan het hoofd staat van een parochie. Hij wordt aangesteld door de bisschop.
Pastor
Latijns woord voor herder. Wordt gebruikt voor mensen (mannen en vrouwen) die officieel in een parochie werkzaam zijn.
Soms zijn er ook priesters die zich 'pastor' laten noemen.
Paus (wit gekleed)
Staat aan het hoofd van de kerk.
Organisaties
Algemeen concilie
Vergadering van bisschoppen samen met de paus omtrent de geloofsleer.
De besluiten ervan moeten door de paus bekrachtigd worden
Bisschoppenconferentie
Bijeenkomst van de bisschoppen van een land of een regio. Deze conferentie heeft op bepaalde punten wetgevende bevoegdheid.
Bisschoppensynode
vertegenwoordigt het wereldepiscopaat; heeft adviserende bevoegdheid in verband met onderwerpen die door de paus werden aangebracht.
Diocees
Dit is een ander woord voor bisdom.
Parochie
Geloofsgemeenschap die samenvalt met een gehucht, een dorp of een deel van een stad.
Pastoraal team
Draagt de verantwoordelijkheid van het christelijk leven in één of meerdere parochies.
Bestaat uit: priesters, diakens, pastorale werkers, leken.
Romeinse curie
Geheel van de organisaties die zich met het bestuur van de kerk bezig houden. (vgl. ministerie)
Rota
Kerkelijke rechtbank.