Loading...
 

Woordenlijst G

.

Galatië

In de oudheid was Galatia of Galatië een streek in Centraal-Anatolië, een gebied in het midden van het tegenwoordige Turkije.
Dit grote, zeer dun bevolkte gebied, ontleende zijn naam aan de Galiliës, ook wel Galaten genoemd. Die stamden af van Keltische stammen die in de derde eeuw voor Christus als huurlingen dienden in het leger van Nicomedes I, de koning van Bitynië en zich onder meer vestigden in het oostelijke gedeelte van Phrygia, rond het huidige Ankara. Ze kwamen uit Europa en waren verwant met de Galliërs, zoals hun naam suggereert. Ze zagen er ook anders uit dan Joden, Grieken en Romeinen: groter, met rood)blonde haren. Ze spraken ook Grieks.



Galilea

(Hebreeuws: Galil haggojem = streek van de heidenen)
Deze streek bevond zich in het noorden van de Romeinse provincie Palestina. Na de Babylonische ballingschap was er een belangrijk deel van de bevolking niet-joods. Die multiculturele en multireligieuze bevolking kende de joodse wetten nauwelijks en onderhield ze dan ook niet. Ook de joden zelf gingen in Galilea nogal soepel om met de voorschriften van de joodse godsdienst omwille van de goede relaties met hen. Zo kwam het dat de Schriftgeleerden in het religieuze centrum vonden dat het randgebied in het Noorden een te mijden 'onrein' gebied was. Daar zat een ‘volk in duisternis en in de schaduw van de dood’ zei profeet. Tijdens de Romeinse overheersing, verborgen zich in Galilea ook veel verzetsstrijders tegen de Romeinse bezetters. Omdat de dorpsbewoners vaak achter hen stonden, werd iedereen uit Galilea verdacht.
In de evangelies is Galilea de plaats waar Jezus zich openbaart en waar Hij erkend wordt.
In Jeruzalem werden Hij en zijn volgelingen herkend aan hun accent.




Gamaliël

Deze joodse geleerde uit de eerste eeuw na Christus, was een kleinzoon van de bekende joodse wetgeleerde Hillel, Hij was de leider van het Sanhedrin, de Joodse hooggerechtshof tijdens de regering van keizer Caligula (37-41). Hij was ook de leermeester van Paulus (Handelingen 22, 3). Volgens Joodse bronnen was hij een belangrijk Joodse leider.
Hij was een Farizeeër die ruimdenkend en zeer gematigd was. Hij zorgde in het joodse recht voor een verbetering van de positie van de vrouw. Volgens Lucas (Handelingen 5, 34 vv.) wees hij de vervolging van de jonge christelijke kerk af omdat als iets van God afkomstig was, men het toch niet kon bestrijden omdat God het in stand hield, en als iets niet van God afkomstig was, het op den duur vanzelf zou verdwijnen.
Sommigen veronderstellen dat hij een aanhanger van Jezus Christus zou zijn geweest.


.

Gebedsriemen

(tefilim)
Tot op vandaag binden joodse mannen, vanaf hun Bar Mitswah, een lederen riem op het voorhoofd en één om de linkerarm (buurt van het hart) en linkerhand, waaraan een zwart lederen doosje bevestigd is. In dit doosje is een stukje perkament waarop een tekst uit de Tora geschreven is.
Bij dit gebruik doen joden letterlijk wat in Exodus 13, 9 en in Deuteronomium 6, 8: ‘Bind ze (= de geboden van God) als een teken op uw hand en als een band op uw voorhoofd.’
Vrome mensen liepen er vroeger de hele dag mee rond. Nu dragen joden deze tefilim alleen bij het ochtend- en middaggebed. Niet op sabbat en feestdagen omdat die dagen op zich al geheiligd zijn..



Gebedssjaal

(talliet)
Deze sjaal dragen mannen ook vanaf hun Bar Mitwa alleen tijdens het gebed, of door een bruidegom op zijn bruiloft.
Deze sjaal is gewoonlijk van zijde of wol. Gelovige joden geven de voorkeur aan een wollen gebedssjaal omdat ze God zien als een herder die zorgt voor zijn schapen. Veel psalmen verwijzen naar de talliet als de schuilplaats onder de vleugels van God.
In de vlag van Israël kan met een taliet terugvinden met een Davidsster in het midden.



Heilige Geest

Het woord Geest is afkomstig van het Hebreeuwse ‘roeach’ en betekent 'adem' of 'wind'. Het drukt de kracht en dynamiek uit van Gods aanwezigheid in de wereld die leven geeft.
Net zoals je de wind niet ziet, maar voelt, zo is het met de Geest van God … je ziet Hem niet, toch kun je zijn aanwezigheid voelen. Een aanwezigheid die inspireert, begeestert, enthousiast maakt, in beweging brengt.
Christenen spreken over God als over de vader, de zoon en de Heilige Geest. Ze verwachten van de Heilige Geest dat Hij hen het enthousiasme geeft om te doen wat God goed vindt voor de mensen.
In de kunst wordt de Geest vaak voorgesteld als een duif.



Gehenna

Gehenna, het ‘dal van Hinnom (wellicht de naam van de eerste eigenaar)’, was de naam van een onvruchtbaar dal in het zuidwesten van Jeruzalem waar men vroeger kinderoffers bracht. Koning Josia maakte daar een eind door er een stortplaats voor het stadsvuil van te maken (2 Koningen 23, 10). Daar werd het verbrand.
Later werd Gehenna het beeld voor de verwoesting van leven en de naam van de plaats in het dodenrijk waar de zondaars gestraft worden.



.

Geldwisselaars

Er waren in Palestina verschillende soorten geldstukken in gebruik.
. Joodse munten (sjekel) dienden om offerdieren te betalen en tienden (1/10 van de inkomsten werd afgestaan aan de tempel. Dit inkomen diende voor het onderhoud van tempels en priesters en voor grote publieke werken).
. Romeinse tienlingen of denariën dienden om belastingen te betalen aan de Romeinse bezetter.
. Griekse drachmen werden in de handel gebruikt.
T.t.v. Jezus was vooral het Romeinse geld in omloop. Omdat in de tempel alleen met joodse munten mocht betaald worden, moest het gewisseld worden. Dat gebeurde in de tempel in het voorhof van de heidenen, door geldwisselaars



Gelijkenis

Een gelijkenis is een kort verhaal waarbij men een waarde, een begrip, plaatst naast een concreet gegeven dat erop gelijkt en het helpt te begrijpen.
Jezus gebruikte vaak gelijkenissen om over het rijk van God te spreken.
Het woord ‘gelijkenis’ wordt in Vlaanderen vaak vervangen door ‘parabel’.



Genesis

(Grieks = ‘wording’)
Naam van het eerste boek van de Bijbel. Dit boek vertelt hoe joodse gelovigen vroeger dachten over het ontstaan van de wereld. Ze wilden er vooral mee duidelijk maken dat God bij alles wat er is, leeft en gebeurt, aanwezig is, vanaf het begin.
Het boek Genesis hoort samen met Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium tot de eerste vijf boeken van de bijbel, die de Joden ‘Tora’ noemen.



Gerechtigheid

Gerechtigheid is: leven volgens de tien geboden, in een juiste (rechte) verhouding tussen mensen onderling en tussen de mensen en God. Jezus is hierbij heel radicaal. Bv.
. niet alleen iemand doden is verkeerd, maar ook iemand haten
. niet alleen van je vrienden houden, maar ook van je vijanden
. aalmoezen geven, bidden en vasten zijn alleen goed als ze voortkomen uit een juiste ingesteldheid
Gerechtigheid wordt vaak verward met het woord ‘rechtvaardigheid’ (= iemand recht doen, geven wat iemand toekomt)



Getsemane

(= olijvenpers)
Dit was een stuk grond dat beplant was met olijfbomen, en waar ook een pers was. Volgens Johannes lag deze tuin langs de Kedronvallei aan de voet van de Olijfberg, in het Oosten van Jeruzalem. Van daaruit zag men de tempel. Toen Jezus leefde, was deze berg begroeid met olijfbomen.



Gezalfde

(Hebreeuws = ‘Messias’, Griekse = ‘Christus’)
Tijdens de Babylonische ballingschap keek het joodse volk uit naar een Messias, iemand die vrede zal brengen.



.

Gideon

(= hij die neerslaat, of: veller, omhouwer)
Deze naam kreeg Gideon niets voor niets. Zo kreeg hij van God de opdracht om een altaar kapot te slaan en een paal om te hakken die bedoeld is om de godin Asjera te vereren. Hij versloeg ook de Midjanieten in de oorlog.
Het valt wel op dat iemand met zo’n krachtige naam zo afwachtend en bang is.
Later kreeg Gideon van zijn vader ook nog een naam van zijn vader, ‘Jerubbaäl (= ‘Laat Baäl zichzelf verdedigen’).



Godvrezende

Iemand die geen jood was van geboorte, die met de joden sympathiseerde.


Goede boodschap

(= vertaling van het Griekse ‘eu angelion’)
In de Griekse woorden kan men het woord ‘evangelie’ herkennen. In het Nieuwe Testament heeft dit woord nog niet de betekenis van een boek waarin geschreven staat wat Jezus deed en zei en dat in zijn opbouw een biografisch schema volgt. Die tweede betekenis kwam er pas in de loop van de tweede eeuw.



Golgota

'Schedelplaats'
Rots, even buiten Jeruzalem, die de vorm van een schedel had. Die plaats werd ook Calveria genoemd.
Dit is de plaats waar Jezus gekruisigd werd.



Grieken

(Bewoners van Griekenland)
Onder de heerschappij van Alexander de Grote, beheerste Griekenland grote delen van de oosterse wereld. Ook Palestina was daarbij.
Toen Paulus schreef, was de invloed van Griekenland alleen nog cultureel: hun taal was dé voertaal in de gebieden rond de Middellandse zee.
Als Paulus schrijft over Grieken, bedoelt hij er gewoonlijk die mensen mee, die geen jood waren.