Loading...
 

Genesis 13, 2.5-18

Genesis 13, 2.5-18: Abram en Lot

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 26 - 27)

Abram ging weer terug naar de Negev-woestijn, met Sarai en al zijn bezittingen. Ook zijn neef Lot ging mee. Abram was heel rijk. Hij had heel veel schapen, geiten en koeien, en veel zilver en goud. Lot was met Abram meegereisd. Ook Lot had veel schapen, geiten en koeien. Hij had een grote familie en veel slaven.
Abram en Lot hadden zo veel vee dat er niet genoeg eten was voor al die dieren. Het land was te klein voor hen allebei, en er woonden ook al andere volken. De herders van Abram kregen steeds ruzie met de herders van Lot. Daarom konden Abram en Lot daar niet allebei blijven wonen.

Abram zei tegen Lot: ‘We moeten geen ruzie maken, en onze herders ook niet. We zijn toch familie? Laten we apart gaan wonen. Er is genoeg land. Als jij naar de linkerkant gaat, ga ik naar rechts. Maar als jij liever naar rechts gaat, ga ik naar links.’
Lot keek goed om zich heen. Hij kon over het dal van de rivier de Jordaan kijken, helemaal tot de stad Soar. In dat gebied lagen ook Sodom en Gomorra. Die steden waren toen nog niet verwoest door de Heer. Lot zag hoe mooi het land daar was. Het was net zo mooi als de tuin van Eden en als Egypte. En er was overal genoeg water. Daarom koos Lot het dal van de Jordaan.
Abram en Lot gingen uit elkaar. Abram bleef in Kanaän wonen, en Lot ging naar het oosten. Hij ging in het dal van de Jordaan wonen, in de buurt van Sodom. In Sodom waren de mensen slecht. Ze deden dingen die de Heer niet goed vond.

Toen Lot weg was, zei de Heer tegen Abram: ‘Kijk eens goed om je heen, naar het noorden en het zuiden, naar het oosten en het westen. Al het land dat je ziet, zal ik aan jou en aan je nakomelingen geven. Het zal altijd van jullie zijn. Ik zal je heel veel nakomelingen geven. Ze zullen ontelbaar zijn, net zoals het zand op aarde ontelbaar is.
Je kunt overal heen gaan, want ik zal het land aan jou geven.’
Abram ging op weg. Hij ging wonen bij de eiken van Mamre bij de stad Hebron. Daar bouwde hij weer een altaar voor de Heer.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Abram was rijk en bezat veel vee, zilver en goud.
Lot, zijn neef, ging met Abram mee.
Ook hij had schapen, runderen en tenten.
Samen hadden ze zoveel vee,
dat de dieren niet genoeg eten konden vinden op het land.
De herders van Abram en die van Lot
begonnen er ruzie over te maken.
Bovendien woonden er ook nog andere mensen in het land.

Op een dag zei Abram tegen Lot:
'Willen we geen ruzie met elkaar maken.
En willen we ervoor zorgen dat onze herders ook geen ruzie maken.
We zijn toch familie van elkaar.
Ik denk dat het beter dat elk van ons zijn eigen weg gaat.
Kijk: het hele land ligt voor je.
Als jij links gaat, dan ga ik rechts; ga je rechts, dan ga ik links.'
Lot keek naar het land.
Omdat hij zag dat er veel water was
op het land langs de Jordaan, koos hij voor dat land.

Zo gingen Abram en Lot uit elkaar.
Abram bleef in Kanaän wonen.
Lot zocht een woonplaats bij de steden rond de Jordaan
en zette zijn tent op in de buurt van Sodom.
Abram bleef in Kanaän wonen.

Toen Lot weggegaan was, zei God tegen Abram:
'Kijk eens vanaf de plaats waar je staat naar het noorden en het zuiden,
het oosten en het westen.
Al het land dat je ziet, geef Ik aan jou en je nakomelingen.
Ik zal je zoveel nakomelingen geven
als er zandkorrels zijn op aarde.
Alleen wie de zandkorrels van de aarde kan tellen,
zal je nakomelingen kunnen tellen.
Ga het hele land door van noord naar zuid en van west naar oost,
want Ik geef het aan jou!
Dan zette Abram zijn tent op bij de eik van Mamre te Hebron.
Voor God bouwde hij een altaar.



Stilstaan bij ...

Abraham
(= vader van vele volkeren)
Abraham leefde rond 2000 voor Christus. Hij en zijn familie waren nomaden: ze trokken van de ene plaats naar de andere op zoek naar vruchtbaar land en water voor hun dieren.
Abraham werd de stamvader van het joodse volk. Hij werd geboren in Ur, een stad die ligt in wat nu het zuiden van Irak is. Samen met Sara, zijn vrouw, trok hij naar het land Kanaän, waar hij op hoge leeftijd kinderen kreeg: Ismaël bij Hagar, een dienares van Sara, Isaak bij zijn vrouw Sara, en zes kinderen bij zijn bijvrouw Ketura.
Met Abraham begint de eigenlijke geschiedenis van het joodse volk. De verhalen die over hem mondeling verteld werden, werden rond 1000 voor Christus verzameld in het boek Genesis.

Lot
Lot, een neef van Abraham, was de zoon van Haran, de broer van Abraham.
Lot werd de stamvader van de Moabieten en de Ammonieten, bedoeïenen die woonden ten Oosten van de Jordaan en de Dode Zee. In de naam van de huidige stad Amman herken je nog de band met de Ammonieten.

Ruzie maken
Het was normaal dat kleinveenomaden met elkaar in conflict kwamen bij de zoektocht naar weides voor hun kuddes, in een gebied dat woestijnachtig is en niet erg vruchtbaar.

Rijk aan water
Uit deze omschrijving kan men opmaken dat nomaden water als echte rijkdom ervaren.

Jordaan
(= afdalen, naar beneden stromen)
De Jordaan is de langste en belangrijkste rivier in Israël.

Sodom
Deze stad zou gelegen hebben aan het zuidelijk einde van de Dode Zee, maar daar werden tot nog toe geen ruïnes van gevonden.
‘Sodom’ is in de Bijbel ook het beeld voor: mensen die zich niets aantrekken van God en zijn gebod.

Het land dat je ziet (= het Beloofde Land)
Aanvankelijk betekent ‘land’ in de Bijbel letterlijk: het land dat God aan Abraham heeft toegewezen. Later wordt ‘land’ verinnerlijkt en wordt het het beeld van een manier van leven.

Mamre
Een heilige plaats in het Zuiden van Palestina, in de buurt van Hebron.

Hebron
Stad gelegen ten zuiden van Jeruzalem. Abraham is in Hebron gestorven en begraven.

Altaar
In het Oude testament is een altaar een hoop stenen of aarde waarop men offers voor God bracht.





Bij de tekst

Abraham en Lot

Beide figuren komen naar voren als prototypes:

Abraham= het type van de gelovigeiemand die kan loslaten
Lot= het type mens dat alleen handelt vanuit materiële motievenhij eist alles voor zich op.




Belofte van een land en een nakomelingen

LANDNAKOMELINGEN
Genesis 13Genesis 22
Abraham geeft het land aan Lot, hoewel hij hiervoor prioriteit had: hij was de oudste. Bovendien was dit land aan hem beloofd. Abraham is bereid is zijn zoon Isaak te offeren.


Abraham kan blijkbaar de belofte van een land loslaten, zoals hij later bereid is zijn zoon te offeren. Uiteindelijk wordt alle land gegeven aan Abraham, die bereid was alles af te staan.



Betekenis

Dit verhaal zegt meer dan dat Abraham en Lot uit elkaar gaan. Het toont aan dat alleen een houding waarbij men bereid is de ander te plaatsen boven zichzelf, geluk brengt dat blijvend is.





Bijbel en kunst

Mozaïek

Abraham en Lot

LotandAbrahammosaiek

Basiliek Santa Maria Maggiore, Rome





Zelf een mozaïek maken
Materiaal
. groot blad, lijmstift, schaar
. bladen uit tijdschriften (bij voorkeur met grote kleurvlakken)
. grote lijntekening van Abraham en Lot (eventueel ook van schapen en mensen)
Abraham1
Lot1
(Bron: Bible Class Creations: Abraham and Lot)



Verloop
Bepaal eerst de kleur die je aan de figuren zult geven. (bijvoorbeeld: paars, oranje, rood)
Knip nadien die kleuren uit uit tijdschriften. Verknip ze verder tot vierkantjes die je op de tekeningen van Abraham en Lot kleeft.



TIP
Een deel van de deelnemers kan een achtergrond maken:
- Blauwe lucht
- Groene of gele grond
- eventueel: wit voor een paar huizen





Suggesties

Grote kinderen

ONDERZOEKEN

Kiezen is moeilijk

(naar: C. LETERME in Simon plus, uitgeverij Averbode, 2012 nr 4)

Materiaal
Drie gelijke dozen (of andere voorwerpen). Twee dozen pak je op dezelfde manier in. De derde doos pak je met een ander papier in.
Microfoon of iets wat dit kan suggereren.


Verloop
Toon twee dozen die verschillend ingepakt zijn.
- Welk van de twee dozen zou je kiezen?
Leg de dozen ver uit elkaar en laat de kinderen gaan staan bij de doos die ze kozen.
Ga uit op interview (gebruik de ‘microfoon’) en vraag:
- Waarom koos je voor die doos?


Toon daarna twee dozen die gelijk ingepakt zijn.
- Welk van de twee dozen zou je kiezen?
Leg de dozen ver uit elkaar en laat de kinderen gaan staan bij hun voorwerp van keuze.
Ga opnieuw uit op interview (gebruik microfoon) en vraag:
- Waarom koos je voor die doos?
- Is kiezen gemakkelijk?
- Wanneer is kiezen moeilijk?
- Mag je vaak kiezen?
- Wanneer mag je kiezen?
- Wie laat je kiezen?
- Heb jij al eens iemand laten kiezen? Vertel daar wat meer over.





EVEN TESTEN

De juiste volgorde


Lot ziet dat er veel water is op het land rond de Jordaan. Hij kiest voor dat land.

Abraham en Lot trekken met hun vele dieren door het land.

Abraham vindt dat ze elk beter met hun dieren naar een ander stuk land gaan.

De herders van Abraham en Lot maken ruzie. Ze willen de beste grond voor hun vee.

Abraham bouwt een altaar om God te danken.

Abraham wil geen ruzie met Lot.

God belooft aan Abraham dat hij veel nakomelingen zal krijgen.

Abraham laat Lot kiezen.



Correctiesleutel
1. Abraham en Lot trekken met hun vele dieren door het land.
2. De herders van Abraham en Lot maken ruzie. Ze willen de beste grond voor hun vee.
3. Abraham wil geen ruzie met Lot.
4. Abraham vindt dat ze elk beter met hun dieren naar een ander stuk land gaan.
5. Abraham laat Lot kiezen.
6. Lot ziet dat er veel water is op het land rond de Jordaan. Hij kiest voor dat land.
7. God belooft aan Abraham dat hij veel nakomelingen zal krijgen.
8. Abraham bouwt een altaar om God te danken.





VERDIEPEN

Abraham laat Lot kiezen

(C. LETERME in Simon plus, uitgeverij Averbode, 2012 nr 4)

Vertel / Lees de eerste paragraaf van de aangepaste Bijbeltekst voor. (Zie: 'Dichter bij de tijd' (Hoger))
- Hoe zouden jullie zoiets oplossen?

Tips voor het geval kinderen niet echt een oplossing kunnen voorstellen:
O boos worden?
O ervoor vechten?
O zeggen: 'Ik ben ...'?
O wenen?
O de ander uitsluiten / uitschakelen?
O met elkaar praten?
O elk zijn eigen weg laten gaan?
Ga telkens dieper in op het waarom van de antwoorden.

Vertel het verhaal verder
- Hoe lost Abraham het probleem op uit het begin van het verhaal?
(Hij laat Lot het stuk land kiezen waarop zijn kudden zullen mogen grazen)
- Wat vinden jullie ervan dat Abraham Lot laat kiezen?
Toets de meningen van de kinderen aan wat ze eerder over 'kiezen' hebben gezegd.

- Wat doet Lot?
(Hij kiest het beste stuk: hij neemt het zekere boven het onzekere.)
- Waarom is de grond die hij koos de beste?
(Vruchtbaar door het water van de Jordaan)


Merk op
. Wat Lot doet is heel normaal: wie mag kiezen, kiest voor het beste.
. Deze tekst in de Bijbel is een voorbeeld van conflictbeheersing: men regelt de ruzie en laat elk zijn eigen weg gaan.



Een nieuwe titel

(C. LETERME in Simon plus, uitgeverij Averbode, 2012 nr 4)

De kinderen kiezen een nieuwe titel voor het hele verhaal van Abraham en Lot (dus niet alleen het moment van het kiezen zelf!). Ze kiezen hiervoor uit bestaande uitdrukkingen.
(Maak vooraf een keuze. Selecteer uitdrukkingen die kinderen al op een of andere manier kennen of die voor hen toegankelijk zijn)

. De gulden middenweg kiezen (= een tussenoplossing verkiezen)
. Eieren voor zijn geld kiezen (= het zekere voor het onzekere nemen)
. Het hazenpad kiezen (= er vandoor gaan of vluchten)
. Het ruime sop kiezen (= de haven uitvaren)
. Van twee kwaden het minste kiezen (= als er enkel slechte oplossingen zijn, kiest men de minst slechte)
. Kiezen is verliezen (= wie voor iets kiest, moet iets anders loslaten)


In de groep kunnen er verschillende uitdrukkingen aan bod komen. Sta in een gesprek vooral stil bij de motivatie. Het verwoorden van de motivatie is belangrijker dan de keuze van het spreekwoord.





INLEVEN

In de 'sandalen' van...

(H. BERGHMANS in Simon, uitgeverij Averbode, 2012 nr 4, p. 7)

- Hoe zou jij je voelen als je een herder van Abraham was? Wat zou je zeggen?
- Hoe zou jij je voelen als je Lot was? Wat zou je zeggen?
- Hoe zou jij je voelen als je Abraham was? Wat zou je zeggen ?


- Zou het gemakkelijk geweest zijn voor Lot om te kiezen, denk je?
- Waarom (niet)? Vertel!
- Wat zou jij gedaan hebben als je Lot was?