Loading...
 

1 Johannes 4, 11-18

1 Johannes 4, 11-18: Over de liefde van God

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1955-1956)

Vrienden, omdat God zo veel van ons houdt, moeten ook wij van elkaar houden.
Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we van elkaar houden, blijft God in ons. Dan is zijn liefde in ons volmaakt geworden.

Wij horen voor altijd bij God, en God blijft voor altijd in ons. Dat weten we doordat hij de heilige Geest aan ons gegeven heeft.
De Vader heeft zijn Zoon naar de wereld gestuurd om de mensen te redden. Dat hebben we gezien, en daar willen we over vertellen. Iedereen die gelooft dat Jezus de Zoon van God is, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem.
We hebben Gods liefde leren kennen toen we in Christus gingen geloven. Gods liefde is in ons. God is liefde. Iedereen die in liefde leeft, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem.

Gods liefde is volmaakt in ons. Daarom kunnen we vol vertrouwen zijn op de dag dat God zal rechtspreken over de wereld. Want ook al leven we nog in deze wereld, toch lijken we al op Jezus Christus.
Als Gods liefde in ons is, hoeven we niet meer bang te zijn voor zijn oordeel. Volmaakte liefde laat alle angst verdwijnen. Angst betekent dat je bang bent voor Gods straf. Wie daar bang voor is, heeft geen volmaakte liefde in zich.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Vrienden,
God heeft ons zo liefgehad
dat wij elkaar ook zo moeten liefhebben.
Nog nooit heeft er iemand God gezien.
Maar als wij van elkaar houden
zal God in ons wonen
en zal zijn liefde in ons
volledig tot ontplooiing komen.
Dat wij in God wonen
en God in ons,
weten we
omdat Hij ons laat delen in zijn Geest.

Wij hebben zelf gezien
wat we zeggen:
dat de Vader zijn Zoon heeft gezonden
om de wereld te redden.
Als iemand zegt dat Jezus de Zoon van God is,
dan woont God in hem
en woont hij in God.
Wij hebben de liefde leren kennen
die God voor ons heeft
en we vertrouwen erin.
God is liefde:
wie in die liefde woont
woont in God
en God is met hem.

Onze liefde is volmaakt,
als we vol vertrouwen uitzien
naar de dag van het oordeel.
Want we leven in deze wereld
zoals Jezus dat deed.
Liefde laat geen angst toe.
Volmaakte liefde verjaagt die,
want angst doet denken aan straf.
Wie daar bang voor is,
kent geen volwassen liefde.



Stilstaan bij…

God
In de Bijbel kan men lezen dat God er al was vanaf het begin: Hij is de Schepper van hemel en aarde. God kreeg nog andere namen. De meest bekende is Jahwe. Met die naam maakte Hij zich bekend aan Mozes bij de brandende doornstruik.
Jezus noemde God ‘Abba’, het Aramese woord voor ‘Vader’.

God zien
Niet alleen heeft niemand ooit God gezien, in het Oude Testament wordt er regelmatig op gewezen dat mensen God niet mogen zien, want de uitstraling van God is zo groot, dat ze zouden sterven. Zo 'ziet' Abraham God in een visioen, ziet Mozes God alleen op zijn rug, en moet Elia zijn gezicht bedekken met een doek als God voorbijkomt.

Wonen
In het Oude Testament 'woonde' God tussen zijn volk. De ark van het verbond was het beeld van zijn aanwezigheid. Tijdens de veertig jaar durende tocht door de woestijn werd die ark bewaard in een tent (tabernakel), die als de 'woonplaats' van God gezien werd.
Bij Johannes wordt 'wonen' verinnerlijkt: God woont in ons. Zo heeft Johannes in zijn evangelie het gesprek opgenomen tussen Jezus en een vrouw uit Samaria. Daarin zegt Jezus: 'Er komt een uur dat men niet meer op die berg daar en ook niet in Jeruzalem de Vader zal aanbidden. (...) God is geest, en zij die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.’ (Johannes 4, 21.24 )

Geest
(Latijn: Spiritus)
Geest is de kracht waarmee God inwerkt op het leven en denken van mensen. De Geest inspireert mensen om te leven zoals God het wil.

Vader
Met dit woord sprak Jezus over God. Het drukt de unieke relatie uit tussen Hem en God.

Zoon van God
In het Oude Oosten dacht men dat de koning een kind was van de goden. Daarom werd de farao in Egypte gezien als de zoon van de zonnegod en werd de Romeinse keizer ‘zoon van God’ genoemd.
In het Oude Testament verwijst de titel 'Zoon van God' naar een speciale relatie met God. Het volk Israël wordt soms ‘zoon van God’ genoemd, omdat God dit volk geroepen heeft en omringd met zijn bescherming. Ook de koning wordt soms ‘zoon van God’ genoemd, omdat hij geroepen werd om in naam van God te regeren, waardoor hij gerechtigheid en zegen van God op aarde kon brengen.
In het Nieuwe Testament spreken de evangelisten over Jezus als ‘Zoon van God’. Die titel plaatst Hem op één lijn met God, want in Jezus kan men de onzichtbare God zien en horen, kan men de aanwezigheid van God voelen. Hij is het beeld (de icoon) van God.




Merk op
Mensen kunnen de liefde van God alleen beantwoorden door hun medemensen lief te hebben.





Bij de tekst

Geen brief

Omdat er geen geadresseerden zijn en er ook geen groet is op het einde, kan 1 Johannes niet echt een brief genoemd worden: het is eerder een geheel van overwegingen, waarschuwingen en vermaningen.

Deze tekst, die in de tweede eeuw na Christus werd geschreven, was wellicht bedoeld voor de christenen van de tweede of de derde generatie, die woonden in de Romeinse provincie Asia, het huidige westelijk deel van Turkije.



De schrijver

Het kan dat deze tekst geschreven werd door de evangelist Johannes, de 'geliefde leerling van Jezus'. De vele overeenkomsten met het evangelie volgens Johannes zijn daar argumenten voor. Maar zeker is dat niet. Wel twijfelt men er niet aan dat dit geschrift uit dezelfde omgeving komt: de manier van denken en geloven staan heel dicht bij die van de evangelist Johannes.



Een eigen manier van schrijven

De schrijver van deze tekst schrijft niet logisch, in de zin dat hij van punt A naar punt B gaat. Hij cirkelt eerder rond het onderwerp dat hij behandelt. Meestal is elke nieuwe kring een verrijking en een verdieping van wat al eerder gezegd is.



Liefde

In het Grieks bestaan er verschillende woorden die met ‘liefde’ kunnen vertaald worden, maar die liefde toch telkens anders benaderen.
In 1Johannes werd voor ‘agapè’ gekozen. Dit woord kan men ook vertalen met: genegenheid, belangeloze liefde, waarbij het belang van de ander centraal staat.





Suggesties

Grote kinderen

VERDIEPEN

Fototaal: 'Spreken over God'

Vooraf
Zorg voor foto's van: een vader, een moeder, vrienden onder elkaar, water, vuur, berg, mensen in nood, oorlog, natuurramp, feest, geboorte, dans.
Zorg voor bladen waarop je de volgende symbolen tekent: driehoek, vierkant, cirkel, vraagteken, uitroepteken, kruis
En voor een blanco blad
(Indien je niet kunt putten uit een voorraad geschikte foto's, kun je ook gewoon woorden op een blad schrijven.)


Inleidend gesprek: Niemand heeft ooit God gezien...
Wie of wat God precies is, kan niemand zeggen. 'God' is het woord dat gebruikt wordt om die/datgene aan te duiden dat men ervaart als: 'Dit is meer dan een mens.'

Vroeger bracht men God vooral ter sprake naar aanleiding van opvallende natuurfenomenen (donder, bliksem, wind...) en van het mysterie van het leven zelf: God is schepper, Hij ligt aan de basis van alle leven.
Doorheen de eeuwen hebben mensen het woord 'God' vanuit hun ervaringen steeds meer ingevuld.

Voor christenen is de manier waarop Jezus over God spreekt van doorslaggevend belang.
Opvallend is zijn persoonlijke relatie met God: Hij noemt God 'Abba' (te vergelijken met 'Papa') In zo'n relatie spelen begrip en liefde een grote rol. Het is dan ook geen wonder dat christenen God terugvinden in de liefdevolle relaties van mensen onder elkaar en zich opgeroepen voelen om liefdevol met elkaar om te gaan, als kinderen van dezelfde Vader.


God is niet te zien, maar gelovigen zien wel sporen van Zijn aanwezigheid in hun leven. Leg de foto's (of woorden) omgekeerd op verschillende plaatsen in de ruimte.

Zeg de kinderen dat je God nooit zomaar kunt tegenkomen. Maar dat er heel wat sporen zijn in het leven, die voor mensen een teken zijn dat God bestaat. In de ruimte liggen hier en daar foto's of woorden, die mogelijk een spoor kunnen zijn.
- Bekijk ze in stilte.
- Ga nadien staan bij die foto of dat woord waarvan je zegt: 'Hierin herken ik een spoor van God.'
Wanneer de kinderen een foto/woord gevonden hebben, ga dan uit op interview. Vraag aan elk van de kinderen waarom ze daar staan / zitten.
- Waarom ben je hier komen staan?
- Wat zegt deze foto/woord/teken jou over God?
Stel met de kinderen vast dat mensen verschillende beelden gebruiken om over God te spreken, beelden die elkaar soms aanvullen.


De Bijbel over God
De volgende woorden ook gebruikt om over God te spreken: Schepper, Heer, Vader, Jahwe, Herder...
- Kennen jullie situaties waarin men zo over God spreekt?

(Schepper: geloofsbelijdenis / Bijbel: scheppingsverhaal
Heer: Bijbel / eucharistieviering
Vader: Jezus: gebed / parabel: de verloren zoon
Jahwe: Bijbel: Mozes
Herder: Bijbel: psalmen / parabel van Jezus: het verloren schaap.)



Tweegesprek met God

De kinderen spelen per twee schriftelijk de rol van God voor elkaar: als 'ik' stellen ze vragen aan de partner, die de rol van God opneemt, en als God beantwoordt ze de vragen en bedenkingen van hun partner.
Na een tiental minuten beëindig je het schrijfgesprek.
Ga daarna met de groep in een grote kring zitten en vraag aan de kinderen om enkele uitspraken van God voor te lezen.
Bespreek nadien hoe kinderen het ervaren hebben om met God in gesprek te treden, of zelf de rol van God op te nemen.





VERTELLEN

Verstoppertje

(C. LETERME, Een parel voor elke dag, Averbode 2007, p. 186)

Op een dag kwam de kleine Jehiël
in tranen bij zijn grootvader, rabbi Baruch.
‘Jehiël, Jehiël,
waarom ween je zo?’ vroeg de rabbi.
‘We speelden verstoppertje,’
snikte de jongen,
‘ik had mij echt goed verstopt,
zo goed dat ze mij niet konden vinden!
Maar ...
ze zijn me niet langer blijven zoeken!’

‘Jehiël, Jehiël,’ zei de rabbi,
en hij streelde de jongen over zijn haren,
‘jij weent
omdat je vriendjes je niet verder bleven zoeken,
maar wat moet God dan zeggen:
Hij heeft zich in zijn schepping verborgen.
En Hij deed dat zo goed,
dat de mensen het opgegeven hebben
om Hem nog verder te zoeken.
Hoe zou God dan niet wenen, mijn lieve Jehiël?’

Naar een Chassidisch verhaal





Overweging

Dietrich Steinwede

Vragen

God is een verborgen God,
groot en niet te begrijpen.
God is een mysterie,
het grootste mysterie dat mensen kennen.

Mensen zoeken God:
Wie bent U, God? Waar bent U?
Wie ben ik? Waar ga ik naartoe?
Kan ik U vinden God?
Helpt U mij?
Kent U mijn weg?

Mensen vertellen van hun God.
Ze hebben namen voor hun God.
Ze spreken met God
Ze vereren God.
Ze aanbidden God.
Ze loven hun God.
Ze maken afbeeldingen van God.
- sommigen niet, anderen wel.

Mensen vragen naar God.
Altijd zullen ze dat doen.
Waar is God?
Er is een antwoord:
Waar je God binnenlaat, daar is God.
Waar geloof is, daar is God.
Waar liefde is, daar is God.