1 Makkabeeën 2, 15-25.27-29: Trouw aan het verbond
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Op een dag kwamen de koninklijke beambten naar de stad Modein.
Ze moesten er de bevolking dwingen om de joodse wet af te zweren
en ervoor zorgen dat ook daar offers werden opgedragen.
Veel Israëlieten gingen naar hen toe,
maar Mattatias en zijn zonen hielden zich afzijdig.
Daarom zeiden de koninklijke beambten tegen Mattatias:
'Je bent een belangrijk man in deze stad.
Je wordt gewaardeerd en hebt de steun van je zonen en je broers.
Kom dus als eerste naar voren
om het bevel van de koning op te volgen.
Alle volken gaven er reeds gevolg aan
en ook de Judeeërs, die nog in Jeruzalem wonen.
Als je doet wat de koning vraagt,
dan worden jij en je zonen opgenomen
in de vriendenkring van de koning
en zullen jij en je zonen geëerd worden
met goud, zilver en vele andere geschenken.'
Maar Mattatias zei luid:
'Al gehoorzamen alle volken in het rijk aan de koning,
al wordt iedereen ontrouw aan de godsdienst van zijn voorouders
om de bevelen van de koning te volgen …
ik, mijn zonen en mijn broers blijven trouw
aan het verbond van onze voorouders.
Ik hoop dat God ervoor zorgt dat we de wet en haar geboden
niet verloochenen.
Wij gehoorzamen niet aan het bevel van de koning
en zullen in niets afwijken van wat onze godsdienst van ons vraagt.'
Zijn woorden waren nog niet koud of daar trad een jood naar voren
om op het afgodenaltaar van Modein te offeren
volgens het bevel van de koning.
Toen Mattatias dat zag, werd hij woedend
en trilde van verontwaardiging.
Hij kon zich niet bedwingen, sprong naar voren
en sneed de jood op het afgodsaltaar de keel over.
Daarna doodde hij de koninklijke beambte,
die gekomen was om het volk tot offeren te dwingen
en vernielde het afgodsaltaar. (...)
Onmiddellijk daarna trok Mattatias door de stad en riep luid:
'Al wie zijn ijver voor de wet wil tonen
en het opneemt voor het verbond, volg me!'
Hijzelf en zijn zonen lieten al hun bezittingen achter in de stad
en vluchtten het gebergte in.
Velen die rechtvaardig en volgens de wet wilden leven,
weken in die tijd naar de woestijn en vestigden zich daar.
Stilstaan bij …
Mattatias
In 167 voor Christus organiseerde Mattatias, die behoorde tot een joodse piesterfamilie, de opstand van de Makkabeeën tegen Antiochus Epifanes. Twee jaar na het begin van die opstand overleed hij en werd begraven in Modein, de plaats waar hij woonde.
Na zijn dood werd de leiding van de opstand overgenomen door zijn drie zonen. Twee andere zonen sneuvelden tijdens de opstand.