Loading...
 

1 Samuel 16, 14-23

1 Samuel 16, 14-23: David werkt voor Saul

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 424)

De geest van de Heer was weggegaan uit Saul. In plaats daarvan stuurde de Heer een kwade geest naar Saul om hem bang te maken.
De dienaren van Saul zeiden tegen hem: ‘U hebt last van een kwade geest van God. Wilt u dat wij iemand voor u zoeken die harp kan spelen? Dan kan hij muziek maken als u last hebt van de kwade geest. Dan zult u zich beter voelen.’
En Saul zei: ‘Ja, zoek een man die goed harp kan spelen, en breng hem bij me.’ Eén van de dienaren zei: ‘Ik ken iemand die goed harp kan spelen. Het is de zoon van Isaï uit Betlehem. Hij is sterk, en hij is een goede soldaat. Hij is slim en knap om te zien. En de Heer helpt hem.’

Saul stuurde mannen naar Isaï met de boodschap: ‘Stuur mij je zoon David, die op de schapen en de geiten past.’ Toen stuurde Isaï zijn zoon David naar Saul. Isaï gaf David een jonge geit, brood en wijn mee. Hij legde alles op de rug van een ezel.
David ging voor Saul werken en Saul ging veel van hem houden. Zo veel dat David zijn persoonlijke dienaar werd. Saul liet aan Isaï vragen: ‘Mag David altijd voor mij blijven werken? Ik ben erg tevreden over hem.’
Als Saul last had van de kwade geest, kwam David met zijn harp. Als hij muziek maakte, voelde Saul zich beter. Want dan ging de kwade geest weer weg.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

De geest van God ging van Saul weg
en een kwade geest, die God stuurde, kwelde hem.
Zijn hovelingen zeiden: `Een demon kwelt je,
maar wij staan voor je klaar om op jouw woord
iemand te zoeken die citer speelt.
Als de demon je overvalt, moet die dan spelen, zodat jij je beter voelt.'
Saul zei: `Ja, zoek maar iemand die goed kan spelen
en laat hem hier komen.'
Een van de knechten zei: `Ik ken iemand die kan spelen,
een zoon van Isaï uit Betlehem.
Het is een dappere held, een krijgsman, hij kan goed spreken
en heeft een goed voorkomen. God is met hem.'
Toen zond Saul boden naar Isaï met de opdracht:
`Stuur mij je zoon David, die bij de schapen is.'
Daarop nam Isaï zoveel brood als een ezel kan dragen,
een zak wijn en een bokje en liet dit David meenemen voor Saul.
Zo kwam David bij Saul en werd hij zijn dienaar.
Saul had hem graag en David werd zijn wapendrager.
Saul liet aan Isaï zeggen: `Laat David bij mij in dienst blijven:
hij heeft al mijn sympathie.'
Telkens wanneer de demon Saul lastig viel,
nam David de citer en speelde erop.
Dit kalmeerde Saul:
hij voelde zich beter en de boze geest ging van hem weg.



Stilstaan bij …

Kwade geest
In de oudheid werd een psychisch labiele toestand verklaard als bezetenheid door een kwade geest.
Zoals alles kwam die geest ook van God.





Bij de tekst

Exorcist

Omdat mensen er in de oudheid van uitgingen dat demonen hen dagelijks bedreigden, kreeg dit verhaal veel aandacht en zag men David niet alleen als uitdrijver van demonen, maar ook als de schrijver van teksten die men kon gebruiken om zich ertegen te beschermen of om mensen die bezeten waren ervan te bevrijden.
Men ging ervan uit dat David niet alleen muziek speelde, maar er ook teksten bij zei / zong om de boze geesten te bezweren. Wat hij precies zong, is niet bekend. Men dacht dat zijn lied wel eens de schepping opnieuw vertelde zodat de demonen herinnerd zouden worden aan de kracht van de Schepper en andere oorden zouden opzoeken.