1 Timoteüs 3, 1-13: Over leiders in de kerk
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1891)
Het is goed als een man graag leider van de kerk wil worden. Want het is belangrijk werk. Een leider van de kerk moet zich uitstekend gedragen. Hij mag maar één keer trouwen. Hij moet rustig en verstandig zijn, en goede manieren hebben. Hij moet een goede leraar zijn, en mensen hartelijk ontvangen. Hij mag niet te veel wijn drinken. Hij moet vriendelijk zijn, en mag niet snel kwaad worden. Hij moet een man zijn die niet graag ruziemaakt, en niet altijd maar rijker wil worden.
Een leider van de kerk moet goed leiding kunnen geven aan zijn gezin. Zijn kinderen moeten respect voor hem hebben, en hem gehoorzamen. Want als iemand zijn eigen gezin niet kan leiden, kan hij ook niet zorgen voor de kerk van God.
Een man die nog maar pas christen is, kan geen leider van de kerk worden. Anders wordt hij misschien trots op zichzelf, en dan krijgt de duivel macht over hem.
Het is belangrijk voor een leider van de kerk dat ook de mensen buiten de kerk respect voor hem hebben. Er mogen geen praatjes over hem komen. Want daar zou de duivel misbruik van kunnen maken.
Ook een dienaar in de kerk moet zich goed gedragen. Zo iemand mag niet schijnheilig zijn. Hij mag niet te veel wijn drinken, en niet altijd maar rijker willen worden. Hij moet van binnen eerlijk zijn tegenover God. En hij moet overtuigd zijn van het geheim van het geloof: dat God ons wil redden.
Voordat iemand dienaar kan worden, moet onderzocht worden of hij geschikt is. Als zijn gedrag uitstekend is, mag hij dienaar worden. Ook zijn vrouw moet zich goed gedragen. Ze mag niet roddelen, maar ze moet rustig zijn, en betrouwbaar in alles. Een dienaar mag maar één keer trouwen. En hij moet goed leiding kunnen geven aan zijn gezin.
Mannen die hun werk als dienaar goed uitvoeren, krijgen veel respect van iedereen. Zo kunnen ze zonder angst vertellen over hun geloof in Jezus Christus.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Dit woord is betrouwbaar:
wil iemand een leider in de kerk worden,
dan wil hij een voortreffelijke taak.
Die leider moet onberispelijk zijn, de man van één vrouw,
sober, verstandig, beschaafd, gastvrij en een goede leraar.
Hij mag niet verslaafd zijn aan wijn of opvliegend,
maar vriendelijk, vredelievend, niet geldzuchtig.
Hij is iemand die zijn eigen huis goed leidt
en ernstig en waardig gezag uitoefent over zijn kinderen.
Als iemand zijn eigen huisgezin niet weet te leiden,
hoe kan hij dan zorg dragen voor de kerk van God?
Hij mag niet pas bekeerd zijn, zodat hij niet verblind wordt
en getroffen wordt door het vonnis van de duivel.
Hij moet ook een goede reputatie hebben buiten de gemeente,
anders komt hij in opspraak
en raakt hij misschien gevangen door de duivel.
Ook een diaken moet een man van eer zijn, man van zijn woord,
niet verslaafd aan wijn of belust op winst,
trouw aan het geheim van het geloof, met een zuiver geweten.
Ook hij moet eerst getest worden op zijn geschiktheid.
Daarna kan hij, als er geen klachten zijn, zijn dienst verrichten.
Ook zijn vrouw moet zich waardig gedragen,
ze mag niet kwaadspreken, is sober en in alles betrouwbaar.
Een diaken moet de man van één vrouw zijn,
en zijn kinderen en gezin goed weten te leiden.
Hij die zijn dienst goed verricht, verwerft aanzien
en het recht om vrijuit te spreken over het christelijk geloof.
Stilstaan bij …
Diaken
('Diaken' is een Grieks woord dat ‘dienaar’ betekent)
In het boek ‘Handelingen’ verricht een diaken sociaal werk verricht, (b.v.zorg voor armen, weduwen en wezen). Bij de eerste christenen konden zowel mannen als vrouwen diaken zijn.
Bij de tekst
Diaken
Nog altijd is een diaken er voor mensen in nood.
Hij neemt deel aan de drie dienende taken in de Kerk:
Hij zet zich in voor mensen die arm, ziek of in nood zijn | (diaconie). |
Hij verkondigt het evangelie en legt het uit | (catechese). |
Hij helpt bij de eucharistie, dient het sacrament van de doop toe, zegent huwelijken in, leidt uitvaarten en verricht allerlei zegeningen | (liturgie). |