2 Samuel 12, 7-10.13: De kracht van een parabel
De tekst
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Koning David is in Jeruzalem. Op een avond staat hij op en loopt op en neer op het dakterras van het paleis. Vanaf het terras ziet hij een vrouw die aan het baden is. Ze is heel mooi.
- Wie is die vrouw?
- Het is Batseba, de vrouw van Uria de Hethiet.
- Stuur iemand naar haar toe om te vragen dat ze naar het paleis komt.
Batseba komt bij koning David. Hij slaapt met haar. Daarna gaat zij weer naar huis. Een tijd later merkt Batseba dat ze zwanger is. Zij laat dat aan David weten. Als David dat hoort, stuurt hij een boodschap naar Joab: ‘Stuur Uria naar mij.’ Dat doet Joab. Zo komt het dat Uria naar David gaat.
- Hoe gaat het met Joab? vraagt David. En met het leger en met de oorlog?
Na een tijd zegt hij tegen Uria:
- Ga naar huis en neem een bad.
Maar Uria gaat niet naar huis. Hij overnacht in het portaal van het paleis, bij de dienaren van David. David verneemt dat Uria niet naar huis is gegaan.
- Uria, U hebt toch een hele reis achter de rug.
Waarom bent u dan niet naar huis gegaan?
- De ark, Israël en Juda zijn ondergebracht in hutten, en Joab en de dienaren van mijn heer liggen in de open lucht. Kan ik dan naar mijn huis gaan om daar te eten en te drinken en bij mijn vrouw te slapen? Zowaar u leeft, dat doe ik niet.
- Uria, blijf vandaag ook nog hier; morgen laat ik u vertrekken.
Uria blijft enkele dagen in Jeruzalem. David nodigt hem uit om bij hem te eten en te drinken. Maar elke avond gaat Uria weer slapen op zijn brits bij de dienaren van Joab en gaat hij niet naar huis.
De volgende ochtend schrijft David aan Joab: ‘Zet Uria vooraan in de strijd, waar het meest gevochten wordt.’ Joab doet dat. Hij plaatst Uria op een plaats waart er sterke troepen stonden. Wanneer die een uitval doen, sneuvelt een deel van het leger van David. Uria is daarbij. Joab stuurt een bode naar David om verslag uit te brengen over de strijd en over de dood van Uria. David zegt tegen de bode:
- Zeg tegen Joab: 'Trek u dit maar niet al te erg aan. Het zwaard verslindt nu deze, dan weer die.
Zet de strijd tegen de stad krachtig voort en maak haar met de grond gelijk.’
Als de vrouw van Uria verneemt dat haar man dood is, begint ze heel hard te wenen. Wanneer de rouw voorbij is, laat David haar halen en neemt hij haar op in zijn huis. Ze trouwen en krijgen een zoon. Maar God vindt niet goed wat David gedaan heeft. Daarom stuurt God de profeet Natan naar David. De profeet komt bij de koning en vertelt:
Er woonden eens twee mannen in dezelfde stad.
De een was rijk, de ander arm.
De rijke bezat heel veel schapen en runderen,
de arme had niets,
behalve één enkel lammetje dat hij gekocht had.
Hij had het in leven kunnen houden
en het was bij hem opgegroeid tussen zijn kinderen.
Het lammetje at van zijn bord,
het dronk uit zijn beker
en het sliep op zijn schoot.
Het was precies een kind van hem.
Op een dag kreeg de rijke man bezoek,
maar hij kon er niet toe komen
om een schaap of rund uit zijn eigen kudde te nemen
en dat klaar te maken voor de reiziger
die bij hem was gekomen.
Daarom pakte hij het lam van de arme
en maakte dat klaar voor zijn gast.
David is erg verontwaardigd:
- Natan, de man die dat gedaan heeft verdient de dood. En het lam moet hij vier keer terug betalen, want hij schrok er niet voor terug om zoiets ergs te doen.
- Maar David, die man, dat bent u! Zo spreekt God: 'Ik heb u heel veel gegeven en als dat te weinig was, dan had Ik er nog evenveel aan willen toevoegen. Waarom deed u dan iets dat God niet graag heeft? U hebt Uria gedood en u bent met zijn vrouw getrouwd. Zo spreekt God: Ik zal ongeluk over u brengen.’
- Natan, ik heb tegen God gezondigd.
- Dan heeft God u deze zonde vergeven.
Stilstaan bij ...
Natan
(= hij heeft gegeven)
Natan was profeet aan het hof van koning David. Hij moest de koning op godsdienstig gebied begeleiden en raad geven.
David
(= de geliefde of liefhebber)
Koning David had veel vrouwen. Voor een oosters koning was dat een teken van rijkdom. De Bijbel keurt dit noch goed noch af. Wat David verweten wordt is niet dat hij nog een vrouw wil, maar dat hij daardoor haar man benadeelt en hem zelfs het leven ontneemt.
Bijbelse rechtvaardigheid vraagt dat ieder aan zijn rechten kan komen.
(Lees meer)
Uria
(= JHWH is mijn licht)
Hij is een Hethiet en dus geen echte Israëliet. Toch blijkt hij een man uit één stuk te zijn.
In groot contrast met David, de koning van het volk Israël. Hiermee toont de schrijver aan dat een uitverkiezing door God geen garantie is voor een rechtvaardig leven.
Bij de tekst
David / Saül
Deze tekst heeft het over een dieptepunt in het leven van David. Hij vergrijpt zich twee maal aan het leven van Uria: hij neemt zijn vrouw en laat hem sneuvelen. Hij toont zich de sterkste en misbruikt zijn macht, net zoals Saül dat deed.
Toch verschilt David van Saül:
Saül wenste geen terechtwijzing van Samuël. David laat zich terugroepen en bestraffen. Hij beseft zijn schuld en gedraagt er zich naar, waardoor de weg van de toekomst open blijft: Batseba wordt de moeder van Salomo.
David, de grote koning
Niettegenstaande men van David zijn zwakke plekken kent, toch is hij de geschiedenis ingegaan als een ideale koning en herinnert men zijn tijd als een paradijselijke tijd voor Israël. Wanneer men zich later een mooie toekomst voorstelt, blijft men zich spiegelen aan de figuur van David. Hij was de ideale Gezalfde, Messias, Christus.
Daarom is het niet te verwonderen dat Jezus een aantal keer 'zoon van David' wordt genoemd (vooral bij de evangelisten Matteüs en Lucas).
Merk op
Doorheen een parabel wordt duidelijk dat het gemakkelijker is de misdaad van een ander te zien dan zijn eigen tekortkoming.
De schrijver praat op geen enkele manier de misdaad van de koning goed. Daaruit blijkt dat de koning van Israël geen absoluut monarch was zoals bij andere volkeren: hij blijft onderworpen aan Gods wet. Het feit dat de koning niet geïdealiseerd wordt, typeert de opvatting van Israël over het koningschap.
God kiest de kant van de verdrukte. In dit geval: Uria. God kiest voor hem, zelfs al is hij geen Israëliet, maar een Hethiet.
God doet een beroep op het geweten van mensen om het goede te doen en het kwade te laten. Zeker het uitverkoren volk van God, het volk Israël, moet gewetensvol handelen.
Bijbel en kunst
M. CHAGALL
David en Batseba
Marc Chagall (1887 - 1985) werd geboren in wat nu Wit-Rusland is. Hij was een chassidische jood.
Chagall maakte deze lithografie (35,8 x 26,5 cm) in 1956 toen hij in Frankrijk verbleef.
De gezichten van Batseba en David zijn versmolten tot één gezicht. De rechterhand van David is opvallend in beeld en bespeelt een harp. Een verwijzing naar David die psalmen schreef, liederen die met een harp begeleid worden.
Twee engelen geven aan dat God welwillend staat tegenover David, niettegenstaande zijn foute gedrag.
Y. F-SELASSIE
Batseba, de vrouw van Uria
In dit werk van de Ethiopische kunstenaar Yisehak F-Selassie is op het eerste zicht het gelaat van Batseba te zien. Haar gebroken oog kijkt naar de schaduw van haar man Uria (in het blauw).
Het lammetje in de linkerhoek onderaan verwijst naar de parabel van de profeet Elia.
Boven het lammetje zijn de stadsmuren te zien waarbij Uria de dood vond.
De Ethiopische kunstenaar (1964 - ) over zijn werk:
'All the elements of the Old Testament story of a lustful and murderous King David are depicted in a very different, yet no less inspired work, entitled "Bathsheba, the Wife of Uriah." Reflected in the blazing eyes of an otherwise abstract face is the plight of the victim, a faithful husband and honorable soldier, mercilessly sent to his death. Look carefully and you will see the outside of Uriah's house where he slept, rather than take advantage over his comrades, who were away at battle. In the foreground courtyard a door remains ajar, ominously pointing to the visit of the prophet Nathan, whilst an innocent lamb symbolizes the selfishness and ultimate condemnation of the king.'
Suggesties
Grote kinderen
VERDIEPEN
Spreken over fouten bekennen
(naar: Beloofd blijft beloofd, katechese voor de basisschool, Handleiding A, Zwijsen, 1986, p. 49)
Zeg zelf: 'Ik durf eerlijk te bekennen dat ik wel eens...'
Noteer wat je zegt op een groot blad.
De kinderen doen mee: 'Ik durf eerlijk te bekennen dat...'
Noteer beknopt wat de kinderen zeggen op het groot blad.
Bespreek dan:
- Hoe maak je zulke fouten weer goed?
- Kun je dat goed maken door er boete voor te betalen?
Zoek op wat men aan boete zou moeten betalen voor de verschillende foute dingen op het blad.
Laat de kinderen hierover meebeslissen.
Bijvoorbeeld:
Maya komt altijd te laat: 5 euro
Thijs zit nooit stil: 2 euro
Rina is jaloers op Sarie: 3 euro
Milo wil altijd de baas spelen: 10 euro
Dus: als er 20 euro betaald is, is alles geregeld.
- Klopt dat?
- Kun je dit afkopen?
- Aan wie zou je het geld moeten geven?
(De kinderen stellen vast dat dit niet zomaar te doen is)
- Hoe kun je die foute handelingen dan goed maken?
ZINGEN / BELUISTEREN
Over twee buren
(A. BOSCH, H. VAN GEENE, Beloofd blijft beloofd, A2- Bijbel, Zwijsen, 1986, p. 10)
Er waren eens twee buren,
twee buren heel bekend,
de een had zeven schuren,
de ander had geen cent.
De een had zeven schuren,
daarbij een grote stal,
wel zeven korenschuren
en schapen zonder tal.
De ander, arm gebleven,
had slechts een schaapje klein,
de rijkdom van zijn leven
dat was een schaapje klein.
Hij deelde met dat schaapje
zijn beker en zijn brood,
hij liet het veilig slapen
al in zijn eigen schoot.
Nu kreeg de rijke buurman
bezoek heel onverwacht,
hij was er overstuur van,
er moest een schaap geslacht.
Toen sloop hij naar de arme
en greep zijn schaapje vast,
hij stal het van de arme
als voedsel voor zijn gast.
De arme is gaan zoeken
maar vond zijn schaapje niet,
hij zocht in alle hoeken
en huilde van verdriet.
Hoe kan zoiets gebeuren,
hoe kan zoiets bestaan,
wat moet de man gebeuren
die zoiets heeft misdaan?
Bespreek
- Mag je zo iemand de waarheid zeggen?
...
Vertel dan over David en Batseba, en wat Natan deed.