1 Koningen 3, 5.7-12: Salomo en God
1 Koningen 3, 5.7-12 // 1 Kronieken 1,1-13
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 497)
Die nacht in Gibeon droomde Salomo dat de Heer bij hem kwam. God zei tegen hem: ‘Je mag mij vragen wat je wilt. Ik zal het je geven.’
Salomo antwoordde: ‘Mijn vader David was trouw aan u, en hij was eerlijk en rechtvaardig. Daarom was u heel goed voor hem. Zo goed dat u hem een zoon gaf die hem kon opvolgen. Want u hebt mij koning gemaakt in plaats van mijn vader David.
Maar ik ben nog jong, ik heb nog niet zo veel meegemaakt in het leven. En nu ben ik de leider van het volk dat u uitgekozen hebt. Een volk zo groot, dat je het niet kunt tellen. Daarom vraag ik u dit: Leer mij om goed te luisteren. En leer mij om het verschil tussen goed en kwaad te zien. Dan kan ik uw volk leiden. Want hoe moet ik anders dit grote volk leiden?’
De Heer vond dat Salomo goede dingen vroeg. Hij zei tegen Salomo: ‘Ik vind het bijzonder dat je dit vraagt. Dat je niet vraagt om een lang leven, of om veel bezit, of om de dood van je vijanden. Nee, je hebt gevraagd om wijsheid, zodat je goed kunt luisteren en het volk kunt leiden.
Daarom zal ik je geven wat je gevraagd hebt. Ik zal ervoor zorgen dat je wijsheid en inzicht krijgt. Zo wijs als jij zult zijn, is nog nooit iemand geweest. En zo wijs zal ook nooit meer iemand zijn.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Na de dood van koning David,
werd zijn zoon Salomo de nieuwe koning van Israël.
Op een dag droomde hij dat God hem vroeg:
‘Je mag mij vragen wat je wil. Ik zal het je geven.’
Salomo antwoordde:
Wel, Heer mijn God, Jij hebt me tot koning aangesteld
als opvolger van mijn vader David.
Maar ik ben nog jong en ik weet niet altijd wat ik moet doen of laten.
En nu ben ik de leider van het volk dat u uitgekozen hebt.
Een volk zo groot dat je het niet kunt tellen .
Daarom vraag ik Je: Leer me om goed te luisteren.
Wil Je me wijsheid geven om je volk richting te kunnen geven
en onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad.’
God hoorde deze vraag van Salomo heel graag.
Hij zei tegen Salomo: ‘Omdat je geen lang leven gevraagd hebt,
of rijkdom of de dood van je vijanden,
maar wijsheid, zodat je goed kunt luisteren en het volk kunt leiden.
zal ik je wens vervullen Ik zal je zo wijs maken
dat er niemand ooit zo wijs zal zijn als jij.’
Stilstaan bij ...
Salomo
(Hebreeuws = de vreedzame. Hierin kan men het Hebreeuwse woord voor vrede, ‘sjalom’ herkennen)
Koning Salomo was de zoon van koning David en Batseba. Toen hij koning was (971-931 voor Christus) werd de eerste tempel in Jeruzalem gebouwd.
Salomo was bekend om zijn grote wijsheid en zijn grote rijkdom.
Dromen
In de oudheid zag men een droom als de toegangsweg tot het bovennatuurlijke.
In de Bijbel is wat in een droom gezegd wordt vaak een manier om een boodschap van God te brengen.
Heer
Gewoonlijk is ‘Heer’ een respectvolle manier om iemand aan te spreken.
De joden gebruiken het woord ‘Heer’ wanneer ze over God spreken. Want uit eerbied voor God willen ze zijn eigen naam niet uitspreken.
Niet te tellen
Deze zin herinnert aan de belofte die God deed aan Abraham, de stamvader van het joodse volk:
‘Ik zal uw nakomelingen zo talrijk maken als de zandkorrels op de aarde.
Alleen iemand die de zandkorrels van de aarde kan tellen,
zal uw nakomelingen kunnen tellen.’ Genesis 13, 16
Wijsheid / opmerkzame geest
Gewoonlijk wordt onder wijsheid verstaan: verstand, kennis. Maar in de bijbel betekent wijsheid: het kunnen onderscheiden van goed en kwaad, recht en onrecht, trouw en ontrouw. Men wordt pas wijs, als men het woord van God in zijn leven binnenlaat.
Richting geven / Recht spreken
Heel vaak wordt het Hebreeuwse woord voor ‘richting geven’ vertaald door ‘rechtspreken’, wat een verenging is van dit woord.
Salomo vroeg aan God de bekwaamheid om het volk ‘richting’ te geven, zoals de ‘rechters’ van Israël (o.a. Debora, Simson, Gideon) het volk in de juiste richting stuurden.
Het spreken van recht behoorde tot de bevoegdheid van de koning. Dit gebeurde in het openbaar: iedereen kon bij de koning komen om een probleem voor te leggen. Dat men het woord ‘richting geven’ in deze tekst heeft verend tot ‘recht spreken’ komt waarschijnlijk door het verhaal over het Salomonsoordeel dat wat verder in dit hoofdstuk te lezen is.
Goed
‘Goed’ is veel meer dan wat ethisch juist is. Het is ook: wat aangenaam, bruikbaar, doelmatig en mooi is.
Bij de tekst
Context
Toen Salomo koning werd van Israël, was er nog geen tempel in Jeruzalem. Daarom brachten de koning en het volk brandoffers en wierookoffers op de heiligdommen die op de hoogten te vinden waren. Zo ging Salomo naar Gibeon, een offerhoogte, die enkele kilometers ten noordwesten van Jeruzalem lag. Op die plaats stond ook de tent van de samenkomst die de Israëlieten gebruikten tijdens hun woestijntocht en waarin zich de ark van het verbond bevond. Die ark liet koning David al eerder naar Jeruzalem brengen (2 Samuel 6, 1-17). Maar het bronzen altaar dat stond in het voorhof voor de tent van de samenkomst was nog in Gibeon. Het is daar dat God in een droom aan Salomo vroeg: ‘Wat wil je dat Ik je geef?’.
Ken je taal
Een Salomonsoordeel
Een wijs oordeel in een moeilijk probleem.
Deze uitdrukking gaat terug op het volgende verhaal:
Op een dag gingen twee vrouwen naar koning Salomo.
De ene zei: ‘Mijn heer, deze vrouw en ik wonen in hetzelfde huis.
Daar kreeg ik een kind. Ze was er bij toen het gebeurde.
Drie dagen later, kreeg ze ook een kind.
Behalve wij twee was er niemand anders in huis.
’s Nachts ging haar kind dood.
Maar terwijl ik sliep, stond zij op, nam mijn kind bij me weg
en legde het in haar bed. Haar dode kind legde ze bij mij.
’s Morgens wilde ik mijn kind voeden. Maar het was dood.
Toen ik het beter bekeek, zag ik dat het niet mijn kind was.’
De andere vrouw zei: ‘Niet waar! Het levende kind is van mij
en het dode kind is van jou.’
Maar de eerste vrouw hield vol:
‘Nee, het dode kind is van jou en het levende kind is van mij.’
Zo bleven ze kijven voor de troon van koning Salomo.
Dan zei de koning: ‘De ene zegt: “Het levende kind is van mij
en het dode kind is van jou,” en de andere zegt:
“Nee, het dode kind is van jou en het levende kind is van mij.”
Weet je ... Breng me een zwaard.’
Toen de koning een zwaard in zijn handen had
zei hij: ‘Hak het levende kind in twee:
geef de ene helft aan de ene vrouw
en de andere helft aan de andere vrouw.’
Toen de vrouw van het levende kind dat hoorde, kromp haar hart ineen.
Ze zeii: ‘Mijn heer, geef het levende kindje maar aan haar
en doe het niet dood.’
De andere zei: ‘Als ik het niet krijg, dan jij ook niet.
Hak het maar in twee.’
Toen zei de koning: ‘Geef het levende kind aan de eerste vrouw
en doe het niet dood: zij is de moeder.’
Wanneer iedereen hoorde wat de koning gezegd had,
waren ze vol bewondering voor hem, want ze zagen hoe wijs hij was.
(naar: 1 Koningen 3, 16-28)
Kinderwijsheid
In een eerste leerjaar ...
- ‘Is die koning altijd juist?’
- ‘Die koning was ook een mens.
En net als alle mensen maakte hij wel eens een fout.
Maar hij dacht heel hard na met zijn hart en zijn hersenen.
Zo kwam het dat hij uiteindelijk het juiste oordeel gaf.’
(Opgetekend door K. Pierré – 1998)
Bijbel en kunst
Romaans brandglas (Kathedraal van Straatsburg)
Dit romaanse brandglas werd gemaakt op het einde van de twaalfde eeuw voor de kathedraal van Straatsburg. Daar is het te vinden in het noordelijke transept, in het rechtse venster.
Het stelt in drie taferelen het oordeel van koning Salomo voor:
- Twee vrouwen leggen hun probleem voor aan koning Salomo
- De koning beveelt het kind in twee te hakken
- Het kind wordt teruggegeven aan zijn echte moeder
Het valt op dat de vrouw die beweert de echte moeder van het kind te zijn, helemaal in het wit gekleed is.
Twee vrouwen komen bij koning Salomo die op een troon zit. Ze zeggen hem wat hun probleem is.
Het levende kind wordt gegeven aan de soldaat, die het op bevel van koning Salomo in twee moet hakken.
Het kind wordt gegeven aan zijn echte moeder.
Suggestie
Maak een kopie van de drie onderdelen van dit glasraam die het verhaal over de wijsheid van Salomo illustreren.
- Benoem de verschillende personen op de drie glasramen.
- Zet de drie glasramen in de juiste volgorde.
- Noteer in een paar zinnen wat er op het brandglas te zien is.
Suggesties
Kleine kinderen
VERDIEPEN
Een wijze koning
Materiaal
Tekst: 'Dichter bij de tijd' (zie hoger)
Blad om te tekenen en te kleuren.
Verloop
Vraag aan de kinderen wat ze graag zouden willen. Elk kind noemt op wat het wenst.
Vertel dan van koning Salomo die aan God alles mocht vragen wat hij wilde.
Hij vroeg aan God niet: ... vermeld alle verlangens van de kinderen.
Hij vroeg wel: 'Ik wil een goede koning zijn voor de mensen.'
- Wat vind je van dit antwoord van de koning?
- Wat zou God van dit antwoord gevonden hebben?
Vertel verder dat God dit een goede vraag vond en dat hij koning Salomo heeft geholpen om een goede koning te zijn.
Zoek met de kinderen hoe ze goed kunnen zijn voor elkander, voor hun papa en mama thuis, voor hun broer(s), zus(sen), voor ...
Geef de kinderen een kopie met de tekening. Naast de tekening van koning Salomo die aan God vraagt om een goede koning te mogen zijn, tekenen de kinderen op welke manier ze goed voor elkaar kunnen zijn.
Vergeet niet bij elk van de kinderen te vragen naar wat ze precies willen tekenen. Noteer dit kort op het blad, zodat ouders dit nadien ook kunnen lezen.
Wie klaar is, mag de koning zelf kleuren. Eventueel kan dit ook thuis.
Toelichting
In de Bijbel vraagt koning Salomo aan God dat hij een wijze koning mag zijn.
'Wijsheid' is een te moeilijk woord voor kleine kinderen. Dit werd vervangen door het woord 'goed'.
Leg vooral de nadruk op: Salomo vraagt niets voor zichzelf, hij vraagt dat hij een goede koning mag zijn voor anderen.
Grote kinderen
REFLECTEREN
Wijsheid
(Bron: ‘debijbel.nl/Bijbel Basics, Salomo is wijs, 8 juli 2020, p. 4)
Wat je nodig hebt
Vijf bladen papier met op elk blad een woord: Wie?, Wat?, Welke?, Wanneer?, Waarom?
Activiteit
Leg de vijf vellen in de ruimte.
Vraag de kinderen bij één van de woorden te gaan staan. Zorg ervoor dat het aantal kinderen per blad ongeveer gelijk is.
De kinderen proberen bij de vraag op het blad een antwoord te geven bij het woord ‘wijsheid’.
. bij ‘Wat?’ denken ze na over: Wat is wijsheid? Wat is wijsheid niet?
. bij ‘Waarom?’ denken ze na over: Waarom zou men wijs moeten zijn? Is 'wijs zijn' nuttig?
. bij ‘Welke?’ denken ze na over: Welke soorten wijsheid zijn er? Zoek een paar voorbeelden van wijze beslissingen?
. bij ‘Wanneer?’ denken ze na over: Wanneer ben je wijs? Wanneer kun je iemand wijs noemen?
. bij ‘Wie?’ denken ze na over: Wie zijn wijze mensen? Waaraan herken je ze? Welke wijze mensen ken je?
Om af te sluiten zegt iemand van elk groepje hoe ze hun vraag beantwoord hebben.
KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST
De koning spreekt
En koning Salomo werd een heel wijze koning. Van overal kwamen mensen naar hem toe omdat hij zo wijs was. Ze vertelden het volgende verhaal over koning Salomo:
Op een dag gingen twee vrouwen naar koning Salomo.
- Sire, deze vrouw en ik wonen in hetzelfde huis. Daar kregen we alle twee een kindje. Maar ’s nachts is het kindje van deze vrouw doodgegaan, omdat ze erop was gaan liggen. Midden in de nacht, terwijl ik sliep, is ze opgestaan, haalde mijn kind bij mij weg en legde het in haar bed. Haar dode kind legde ze bij mij. Toen ik deze morgen opstond om mijn kind te voeden was het dood. Maar toen ik het beter bekeek, zag ik dat het niet mijn kind was.
- Niet waar! zei de andere vrouw, het levende kind is van mij en het dode kind is van jou.
- Nee, het dode kind is van jou en het levende kind is van mij.
Onderbreek het verhaal.
. Wat denken jullie hierover?
. Wat zou de moeder van het dode kind gedacht en gevoeld hebben?
. Wat zou de moeder van het levende kind gedacht en gevoeld hebben?
Zo bleven ze maar kijven in het bijzijn van de koning.
- Breng een zwaard, zei koning Salomo. Hak het levende kind in twee: geef de ene helft aan de ene vrouw en de andere helft aan de andere vrouw.
Maar dan begon de moeder van het kindje dat nog leefde, hardop te huilen.
- Nee, nee, Sire, geef het kindje maar aan haar en maak het niet dood.
- Als ik het niet krijg, dan jij ook niet. Hak het maar in twee, zei de andere vrouw.
- Geef het levende kind aan de eerste vrouw, zei koning Salomo. Maak het niet dood, want zij is de moeder.
Iedereen vertelde verder hoe de koning dit probleem oploste.
(naar 1 Koningen 3, 16-28)
- Wat vind je van koning Salomo?
Het is merkwaardig dat in 1 Koningen 3, 16-28 de naam 'Salomo' niet voorkomt. Op grond daarvan denkt men dat het hier gaat om een oud volksverhaal, dat door een latere geschiedschrijver tot meerdere glorie van Salomo werd ingevoegd.
Als je dit verhaal vertelt...
... verwar dan niet 'wijsheid' met 'geleerdheid'.
... vergeet dan niet dat men met dit verhaal de wijsheid van Salomo wilde illustreren. Vertel dit verhaal daarom aan de kinderen best op een luchtige manier. Leg daarbij de aandacht vooral op de wijsheid van Salomo.
VERDIEPEN
Een wijze koning
Laat de kinderen voor hun groep een verlanglijstje maken.
Elk kind noemt op wat het wenst. Noteer de wensen op een flap en zet kruisjes als iets vaker vermeld wordt. Geef geen commentaar op de wensen.
Lees voor: 'Dichter bij de tijd' (zie hoger)
Zet naast de verlanglijst van de groep nu de wensen van koning Salomo:
hij wil een opmerkzame geest om recht te kunnen spreken bij zijn volk en om onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad.
(De wensen van Salomo worden in heel wat kinderbijbels toegankelijker omschreven. Je kunt het daarom hebben over: wijsheid, een luisterend hart...)
Vraag aan de kinderen of ze een verschil zien tussen hun verlanglijstje en dat van Salomo.
Meestal vragen we iets waar we zelf blij mee kunnen zijn; Salomo wil geluk voor andere mensen.
TIP
Naargelang de periode van het jaar kun je ook nog andere verlanglijstjes invullen. Bijvoorbeeld:
- Wat zou sinterklaas vragen?
- Wat zou een kind van de vierde wereld vragen? (advent)
- Wat zou een kind van de derde wereld vragen? (vasten)
(Zoek bij de laatste twee vragen een geschikte foto en personaliseer door het kind een naam te geven.)
INLEVEN
Vraag wat je maar wil
(H. BERGHMANS in Simon 2011, nr 1, p. 6)
Toen Salomo koning werd, zei God: 'Je mag vragen wat je wil!'
Wat zou koning Salomo gevraagd hebben?
O Dat hij goed kon luisteren naar de mensen.
O Dat al zijn vijanden dood zouden gaan.
O Dat hij lang zou leven.
O Dat hij heel rijk zou zijn.
O Dat hij het verschil zou zien tussen het goede en het kwade.
O Dat hij een wijs man zou worden.
VERTELLEN
Drie vragen
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007)
Natchiketa was de zoon van de koning van de Gangesvlakte.
Op een dag had hij ruzie met zijn vader, de koning.
Die zei: ‘Loop naar de hel.’
Natchiketa vertrok en ging wachten bij de poort van de hel.
Na drie dagen kwam de duivel aan.
‘Wat doe jij hier, zoon van de koning van de Gangesvlakte?’
Natchiketa vertelde over de ruzie met zijn vader.
Toen zei de duivel:
‘Je mag drie dingen vragen.
Wat je ook vraagt, ik zal het je geven.’
Toen zei de prins:
‘Ik zie dat alle mensen sterven.
Waarom gaan alle mensen dood?’
‘Wat is dat nu voor een vraag?’ zei de duivel,
‘Vraag toch een kasteel of landerijen!’
Maar Natchiteka had al een tweede vraag klaar:
‘Ik hoor de mensen spreken over liefde, geluk en vreugde.
Wat bedoelen ze daarmee?’
De duivel krabde in zijn haar en zuchtte:
‘Jongen toch, wat zijn dat voor vragen?
Vraag liever juwelen of goud.
Daarmee kun je meisjes voor je winnen.’
Prins Natchiketa probeerde een derde keer:
‘Beste duivel, men zegt mij dat er een God is.
Wie is Hij? Kun je iets over Hem zeggen?’
De duivel werd zo boos op de ondankbare prins
die zijn geschenken weigerde,
dat hij hem wegjoeg,
net zoals de vader van Natchiketa eerder had gedaan.
Na de dood van zijn vader, werd Natchiketa
de meest rechtvaardige en meest geliefde koning van de Gangesvlakte.
(Naar een Indisch verhaal)
DOEN
Collage: een wijze wereld
(Geïnspireerd door: ‘debijbel.nl/Bijbel Basics, Salomo is wijs, 8 juli 2020, p. 9)
Wat je nodig hebt
Per groepje: een A3-papier, kranten, tijdschriften, scharen, stiften, lijm.
Activiteit
Verdeel de groep in groepjes van twee of drie kinderen. Ze knippen of scheuren uit kranten en tijdschriften zinnen, artikelen, foto’s of tekeningen die volgens hen met wijsheid te maken hebben (wijze handelingen, wijze beslissingen, wijze ideeën, wijze ....). Die schikken ze eerst op een A3-papier. Daarna kleven ze alles op het papier.
De kinderen presenteren de collages aan elkaar.
TIPS
. Klik hier voor meer info over het maken van een collage.
. Je kunt ook overwegen om een collage te maken met wat als 'wijs' bevonden wordt en wat de kinderen helemaal niet wijs vinden. Hiervoor verdelen ze hun blad in links en rechts, of onder en boven, of schuin of een rechthoek in het midden ... . Ze bespreken dan waar ze het 'onwijs' materiaal zullen schikken en waar het 'wijze' materiaal.
Jongeren
VERTELLEN
Het oordeel van Mahosada
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode, 2007)
Op een dag nam een jonge vrouw
haar pasgeboren zoontje naar de vijver om het te wassen.
Toen ze dat gedaan had, legde ze hem op haar kleed
en ging zelf de vijver in.
Een andere vrouw kwam voorbij, speelde even met haar zoontje
en liep er mee weg.
‘Waar ga je heen met mijn zoon?’ riep de moeder
en ze nam haar kind terug.
‘Het is mijn zoon’ riep de andere vrouw.
Terwijl ze aan het twisten waren,
kwamen ze bij het huis van Mahosada.
‘Wat is er gaande?’ vroeg hij
en hij luisterde naar hun verhalen.
Toen trok Mahosada een witte streep op de grond.
Hij legde het kind op de streep.
Toen vroeg hij de ene vrouw om het kind bij de handen te houden
en de echte moeder om het bij de voeten te nemen.
Dan zei hij: ‘Tracht het kind naar uw kant te trekken.
Wie daarin slaagt, is de moeder van het kind.’
Toen ze begonnen te trekken,
begon het kind te huilen.
Daarop liet de moeder haar kind los
en begon te wenen.
De geleerde vroeg aan de mensen rondom hem:
‘Is het het hart van een moeder
of dat van een vreemde,
dat medelijden heeft met het kind?’
‘Het hart van een moeder, geleerde’
‘Is zij die het kind vasthield de moeder,
of zij die het losliet?’
‘Zij die het kind losliet, geleerde.’
Toen zei Mahosada dat de moeder haar kind mocht nemen.
Zij dankte hem en ging heen met haar zoontje in haar armen.
(Naar een boeddhistisch verhaal)
Vergelijk dit verhaal met het verhaal in de Bijbel over koning Salomo.
- Waarin gelijken beide verhalen op elkaar?
- Omschrijf dat in één zin.
Overweging bij het verhaal
(C. LETERME, 2017)
Het verhaal hierbij lijkt heel sterk op een verhaal in de Bijbel
dat duidelijk wil maken
hoe wijs koning Salomo wel was.
Wat was het eerste: dit verhaal?
Of het verhaal in de Bijbel? Of misschien nog een ander verhaal?
Wie heeft van wie afgeschreven?
Het is niet onmogelijk dat het verhaal uit de Bijbel
uiteindelijk niet over koning Salomo gaat,
want nergens wordt zijn naam in dat verhaal vermeld.
Moeten we zo’n verhaal
dan zomaar naast ons neerleggen
met als reden: het is niet echt gebeurd!
Wie zo met dit verhaal omgaat,
gaat eigenlijk kortzichtig om met teksten,
en zeker met oude teksten.
Vroeger had men niet zo’n zorg om historisch correct te zijn,
als maar doorheen het verhaal duidelijk werd
hoe iemand was, hoe een gebeurtenis ervaren kon worden.
In dit geval wil het verhaal in de Bijbel duidelijk maken
dat koning Salomo echt wel een wijze koning was.
En worden toehoorders tegelijk opgeroepen om zelf ook wijs te zijn.
Overweging
J.P. Van Bendegem
Wijsheid
'Je bent wijs
als je op een evenwichtige manier
de zaken kunt beschouwen,
om er een oordeel over te vellen.'