2 Samuel 12, 1-7a.10-17: David houdt geen rekening met God
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 464-465)
De Heer stuurde de profeet Natan naar David. Natan kwam bij David en vertelde hem een verhaal: ‘Er woonden eens twee mannen in dezelfde stad. De ene man was rijk en de andere man was arm. De rijke man had veel geiten, schapen en koeien. De arme man had maar één lammetje.
De arme man zorgde voor het lammetje zoals hij zorgde voor zijn kinderen. Het lammetje liep bij hem in huis rond. Het mocht eten van zijn bord en drinken uit zijn beker. En het sliep op zijn schoot. Want hij hield van het lammetje als van een dochter.
Op een dag kreeg de rijke man bezoek. Hij wilde een maaltijd klaarmaken voor zijn gast. Maar hij wilde niet één van zijn eigen dieren slachten. Daarom pakte hij het lammetje van de arme man, en maakte daar een maaltijd van voor zijn gast.’
David werd kwaad op de rijke man, en zei tegen Natan: ‘Zo zeker als de Heer leeft: de man die dat gedaan heeft, moet gedood worden! En hij moet de arme man vier keer zo veel geld betalen als het lammetje gekost heeft. Want hij pakte dat lammetje af zonder medelijden te hebben met de arme man.’
Toen zei Natan: ‘U bent net als die rijke man! Dit zegt de Heer, de God van Israël:
‘Er zullen voortaan in jouw familie altijd mensen gedood worden. Want jij had geen eerbied voor mij, en je hebt de vrouw van Uria afgepakt. Daarom zal je eigen familie jou ongelukkig maken. Ik zal je vrouwen weggeven aan een man uit je eigen familie. Jij hebt in het geheim met Batseba geslapen. Maar die man zal in het openbaar met jouw vrouwen naar bed gaan. Alle Israëlieten zullen het zien. Daar zal ik voor zorgen.’’
Toen zei David tegen Natan: ‘Ik heb iets heel ergs gedaan.’ Natan zei: ‘De Heer vergeeft het u. U zult niet sterven. Maar u hebt de Heer beledigd. Daarom zal de zoon die u pas gekregen hebt, sterven.’
Daarna ging Natan naar huis.
De Heer liet het kind van David en Batseba ernstig ziek worden. David was voortdurend voor zijn zoon aan het bidden. Hij wilde niets eten of drinken, en ’s nachts sliep hij op de grond. Davids belangrijkste dienaren probeerden hem te laten opstaan en brachten hem eten. Maar David bleef liggen en at niets.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
God stuurde Natan naar David.
De profeet vertelde aan de koning:
‘Er waren eens twee mannen, een rijke en een arme.
Ze woonden in dezelfde stad.
De rijke had heel veel schapen en runderen,
de arme maar een enkel lammetje, dat hij gekocht had.
Het was bij hem opgegroeid, tussen zijn kinderen.
Het dier at van zijn bord, dronk uit zijn beker
en sliep op zijn schoot. Het was net zijn dochter.
Op een dag kreeg de rijke man bezoek.
Hij kon het niet over zijn hart krijgen,
een schaap of rund uit zijn eigen kudde te nemen
om klaar te maken voor de reiziger die hem bezocht.
Daarom pakte hij daarvoor het lam van de arme.'
David was diep verontwaardigd toen hij dat hoorde.
Hij zei tegen Natan: ‘De man die dat gedaan heeft, verdient de dood.
En het lam moet hij vierdubbel vergoeden,
omdat hij zo iets ergs deed.'
Toen zei Natan tegen David: 'Die man, dat ben jij!
Luister naar wat God zegt:
“Het zwaard zal nooit meer wijken van je huis,
omdat je Me niet hebt gerespecteerd
en je de vrouw van Uria hebt genomen.”
Zo spreekt God: “Echt waar, Ik zal ongeluk over je brengen:
Ik zal je vrouwen onder je ogen van je afnemen
en ze geven aan je vijanden.
Op klaarlichte dag zullen die met je vrouwen gaan slapen.
Jij hebt stiekem gehandeld,
maar Ik handel op klaarlichte dag voor heel Israël.”
Toen zei David tegen Natan: ‘Ik heb gezondigd tegen God.’
Natan zei: ‘Dan heeft God je deze zonde vergeven.
Maar omdat je zo de vijanden van God
reden tot lasteren hebt gegeven,
zal het kind dat je kreeg moeten sterven.'
Daarna ging de profeet Natan naar huis.
Het kind van de vrouw van Uria en David werd zwaar ziek.
David bad tot God voor de jongen.
Hij vastte streng en ’s nachts ging hij slapen op de grond.
De belangrijkste mensen van het hof bleven hem vragen
om niet meer op de grond te slapen,
maar hij wilde niet luisteren. Hij wilde ook niet met hen eten.
Stilstaan bij ...
Natan
(= hij heeft gegeven)
Natan was profeet aan het hof van koning David. Hij moest de koning op godsdienstig gebied begeleiden en raad geven.
David
(= de geliefde of liefhebber)
Koning David had veel vrouwen. Voor een oosters koning was dat een teken van rijkdom. De Bijbel keurt dit noch goed noch af. Wat David verweten wordt is niet dat hij nog een vrouw wil, maar dat hij daardoor haar man benadeelt en hem zelfs het leven ontneemt.
Bijbelse rechtvaardigheid vraagt dat ieder aan zijn rechten komt.
(Lees meer)
Uria
(= JHWH is mijn licht)
Hij was een Hethiet en dus geen echte Israëliet. Toch bleek hij een man uit één stuk, in contrast met David, de koning van het volk Israël. Zo toont de schrijver dat een uitverkiezing door God geen garantie is voor een rechtvaardig leven.
Bij de tekst
David / Saül
Deze tekst gaat over een dieptepunt in het leven van David. Hij vergrijpt zich twee keer aan het leven van Uria: hij neemt zijn vrouw en laat hem sneuvelen. Hij toont zich de sterkste en misbruikt zijn macht, net zoals Saül dat deed.
Toch verschilt David van Saül:
Saül wenste geen terechtwijzing van Samuël. David laat zich terugroepen en bestraffen. Hij beseft zijn schuld en gedraagt er zich naar, waardoor de weg van de toekomst open blijft: Batseba wordt later de moeder van Salomo, zijn opvolger.
David, de grote koning
Niettegenstaande men de zwakke plekken kende van David, toch ging hij de geschiedenis in als de ideale koning en herinnert men zijn tijd als een paradijselijke tijd voor Israël. Als men zich later een mooie toekomst voorstelt, blijft men zich spiegelen aan David: hij was de ideale Gezalfde, Messias, Christus. Daarom verwondert het niet dat Jezus een aantal keer 'zoon van David' wordt genoemd (vooral bij de evangelisten Matteüs en Lucas).
Merk op
. Doorheen een parabel wordt duidelijk dat het gemakkelijker is de misdaad van een ander te zien dan zijn eigen tekortkoming.
. Dat de schrijver op geen enkele manier de misdaad van de koning goedpraat, toont aan dat de koning van Israël geen absoluut monarch was zoals bij andere volkeren. Dat hij niet geïdealiseerd wordt, typeert de opvatting van Israël over het koningschap. EZen koning blijft onderworpen aan de wetten van God
. God kiest de kant van de verdrukte. In dit geval: Uria. God kiest voor hem, zelfs al is hij geen Israëliet, maar een Hethiet.
God doet een beroep op het geweten van mensen om het goede te doen en het kwade te laten. Zeker het uitverkoren volk van God, het volk Israël, moet gewetensvol handelen.
Bijbel en kunst
Y. F-SELASSIE
Batseba, de vrouw van Uria
Dit werk van de Ethiopische kunstenaar Yisehak F-Selassie laat het gelaat van Batseba zien. Haar gebroken oog kijkt naar de schaduw van haar man Uria (in het blauw).
Het lammetje in de linkerhoek onderaan verwijst naar de parabel van de profeet Elia.
Boven het lammetje zijn de stadsmuren te zien waarbij Uria de dood vond.
De Ethiopische kunstenaar (1964 - ) over zijn werk:
'All the elements of the Old Testament story of a lustful and murderous King David are depicted in a very different, yet no less inspired work, entitled "Bathsheba, the Wife of Uriah." Reflected in the blazing eyes of an otherwise abstract face is the plight of the victim, a faithful husband and honorable soldier, mercilessly sent to his death. Look carefully and you will see the outside of Uriah's house where he slept, rather than take advantage over his comrades, who were away at battle. In the foreground courtyard a door remains ajar, ominously pointing to the visit of the prophet Nathan, whilst an innocent lamb symbolizes the selfishness and ultimate condemnation of the king.'
Suggesties
Grote kinderen
VERDIEPEN
Spreken over fouten bekennen
(naar: Beloofd blijft beloofd, katechese voor de basisschool, Handleiding A, Zwijsen, 1986, p. 49)
Zeg zelf: 'Ik durf eerlijk te bekennen dat ik wel eens...'
Noteer wat je zegt op een groot blad.
De kinderen doen mee: 'Ik durf eerlijk te bekennen dat...'
Noteer beknopt wat de kinderen zeggen op hetzelfde blad.
Bespreek dan:
- Hoe maak je zulke fouten weer goed?
- Kun je dat goed maken door er boete voor te betalen?
Zoek op wat men aan boete zou moeten betalen voor de verschillende foute dingen op het blad.
Laat de kinderen hierover mee beslissen.
Bijvoorbeeld:
Maya komt altijd te laat: 5 euro
Thijs zit nooit stil: 2 euro
Rina is jaloers op Sarie: 3 euro
Milo wil altijd de baas spelen: 10 euro
Dus: als er 20 euro betaald is, is alles geregeld.
- Klopt dat?
- Kun je dit afkopen?
- Aan wie zou je het geld moeten geven?
(De kinderen stellen vast dat dit niet zomaar te doen is)
- Hoe kun je die foute handelingen dan goed maken?
ZINGEN / BELUISTEREN
Over twee buren
(A. BOSCH, H. VAN GEENE, Beloofd blijft beloofd, A2- Bijbel, Zwijsen, 1986, p. 10)
Er waren eens twee buren,
twee buren heel bekend,
de een had zeven schuren,
de ander had geen cent.
De een had zeven schuren,
daarbij een grote stal,
wel zeven korenschuren
en schapen zonder tal.
De ander, arm gebleven,
had slechts een schaapje klein,
de rijkdom van zijn leven
dat was een schaapje klein.
Hij deelde met dat schaapje
zijn beker en zijn brood,
hij liet het veilig slapen
al in zijn eigen schoot.
Nu kreeg de rijke buurman
bezoek heel onverwacht,
hij was er overstuur van,
er moest een schaap geslacht.
Toen sloop hij naar de arme
en greep zijn schaapje vast,
hij stal het van de arme
als voedsel voor zijn gast.
De arme is gaan zoeken
maar vond zijn schaapje niet,
hij zocht in alle hoeken
en huilde van verdriet.
Hoe kan zoiets gebeuren,
hoe kan zoiets bestaan,
wat moet de man gebeuren
die zoiets heeft misdaan?
Bespreek
- Mag je zo iemand de waarheid zeggen?
...
Vertel