Jakobus 2, 1-5: Respect voor wie arm is
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1930-1931)
Vrienden, jullie geloven in Jezus Christus, onze Heer, die redding brengt. Daarom moeten jullie alle mensen op dezelfde manier behandelen.
Stel dat jullie als christenen bij elkaar zijn, en dat er dan twee mensen binnenkomen. De één is een rijke man, met een prachtige mantel aan en met gouden ringen aan zijn vingers. De ander is arm en draagt vieze, oude kleren. En stel dat jullie dan die rijke man met veel respect behandelen, en zeggen: ‘Kijk, hier is een heel mooie plaats voor u. Gaat u alstublieft zitten.’ Maar dat jullie tegen die arme man zeggen: ‘Blijf jij maar staan, of ga maar op de grond zitten.’
Stel dat jullie zoiets doen, dan behandelen jullie de één beter dan de ander. Dan beoordelen jullie mensen op een heel verkeerde manier.
Behandel arme mensen met respect
Vrienden, luister! Wie zijn er door God uitgekozen? Juist de mensen die in deze wereld arm genoemd worden. Zij zijn door hun geloof rijk geworden: Gods nieuwe wereld is voor hen! Want God heeft de nieuwe wereld beloofd aan de mensen die van hem houden.
Dichter bij de tijd
(Bewerking: C. Leterme)
Veronderstel:
tijdens jullie bijeenkomsten komt er een man binnen,
netjes gekleed en met gouden ringen aan zijn vingers.
Terzelfdertijd komt er ook een arme binnen
in schamele kleren.
Als jullie nu vooral belangstelling hebben
voor de rijk geklede man en hem zeggen:
'Kom, ga hier op deze goede plaats zitten,'
terwijl jullie tegen de arme zeggen:
'Blijf daar maar staan' of
'Ga hier op de grond zitten' ...
Merken jullie dan zelf niet op
dat jullie oordelen op verkeerde gronden?
Luister, lieve broers,
God heeft arme mensen uitgekozen
om rijk te zijn in het geloof.
Wie van God houdt zal het rijk erven
dat Hij beloofd heeft.
Bij de tekst
Jakobus
Klik hier voor meer informatie over Jakobus, de schrijver van deze brief.
Inhoud
Wat Jakobus schreef, ligt in de lijn van wat Jezus zei - zelfs al nam Jakobus geen enkele uitspraak van Jezus op in zijn brief.
Hij legde in zijn brief vooral nadruk op 'geloven'. Vanuit dat geloof handelen mensen. Doen ze dat niet, dan is hun geloof dood.
Suggestie
Grote kinderen
VERTELLEN
De bontjas
(C. LETERME, Een parel voor elke dag, uitgeverij Averbode 2007, p. 369)
Op een dag werd de Hodja uitgenodigd
voor een feest.
Omdat hij geen tijd had
om andere kleren aan te trekken,
ging hij er in zijn gewone kleren naartoe.
Toen hij er aankwam,
kwam niemand hem verwelkomen
of een glas muntthee inschenken.
Hij keerde zich om en ging terug naar huis.
Daar deed hij een nieuwe tulband aan
en een mooie bontjas.
Zo ging hij terug naar het feest.
De gastheer zag hem en vroeg:
‘Hodja! Hoe gaat het met u?
Komt u naast mij zitten?’
En hij schepte het bord van de Hodja vol
met de lekkerste hapjes.
Toen men begon te eten,
pakte de Hodja een punt van zijn jas,
stopte die in het bord en zei: ‘Eet, bontjas, eet!’
De gastheer zei: ‘Hodja, wat doet u nu?’
‘Ik laat mijn bontjas eten,’ zei hij.
‘Maakt u een grapje?’ vroeg de gastheer.
‘Nee,’ zei Hodja,
‘ik wist niet dat een bontjas kon eten.
Toen ik in mijn gewone kleren kwam,
heeft niemand mij verwelkomd.
Maar met deze jas aan, kwam u naar mij toe,
bood u mij de beste plaats
en zocht u voor mij de lekkerste hapjes.
Dat deed u voor deze bontjas
en niet voor de man die erin zit.’
Naar een islamitisch verhaal
Overweging bij het verhaal
(C. LETERME in Kerk en leven, Federatie Rotselaar, 5 september 2018, p. 1)
Een merkwaardig verhaal is dat,
waarin bontjassen kunnen eten.
Een verhaal met een happy end?
Toch niet op eerste gezicht.
Het legt een bittere realiteit bloot:
wat een mens heeft
(aan titels, aan bezit, aan …)
wordt vaak meer gewaardeerd dan wie hij is.
Ook Jakobus, de broer van Jezus,
was hierdoor getroffen.
In zijn brief laat hij goed merken
dat hij daar niet mee akkoord gaat.
Geloven kan niet samengaan
met partijdigheid en vleierij, vindt hij.
Wie gelooft heeft aandacht
voor de mens als mens.
Voor wie gelooft
is elke mens belangrijk
of hij nu arm is of rijk, ziek of gezond,
gekleurd of niet.
Overwegingen
Gregorius de Grote (paus uit de zesde eeuw na Christus)
Het geschenk van God
De aarde is er voor alle mensen.
Daarom is alles wat ze voortbrengt voor iedereen.
Zij die dit geschenk van God
alleen voor zichzelf willen houden,
zijn schuldig.
Ze hebben schuld aan de dood van hun broeders,
omdat ze hen laten omkomen.
Wanneer wij de armen de dingen geven
die broodnodig zijn om te leven,
dan geven we ze geen geschenk.
Wij geven hen dan terug wat van hen is.
Wij doen dan meer aan rechtvaardigheid
dan aan naastenliefde.
Franciscus van Assisi
Schande
'Armoede is geen schande voor wie arm is,
maar voor wie armoede veroorzaakt.'