Loading...
 

27e zondag door het jaar C - eerste lezing

Habakuk 1, 2-3; 2, 2-4: Geef het wachten niet op

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1487-1488)

Habakuk zei: ‘Heer, hoe lang moet ik nog om hulp roepen? U luistert niet! Er is zo veel geweld, ik schreeuw het uit. U helpt niet! Waarom moet ik zo veel ellende meemaken? Uw volk heeft het moeilijk. Er is overal onrecht, ruzie en onderdrukking. Mensen doen verschrikkelijke dingen.
En u laat ze maar hun gang gaan! (...)

Dit was het antwoord van de Heer: ‘Habakuk, schrijf op wat ik je ga vertellen. Schrijf het met duidelijke letters op een grote platte steen. Dan is het makkelijk te lezen. Schrijf alles op, want het duurt nog een tijd voordat het gebeurt. Zolang het niet gebeurt, moet je wachten. Ook al duurt het lang, het gaat gebeuren. Dat is zeker!’

Dit moest Habakuk opschrijven: ‘Het loopt slecht af met mensen die kwaad doen. Maar mensen die goed doen en trouw zijn aan God, zullen in leven blijven.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Hoelang moet ik nog roepen, God,
terwijl Je maar niet luistert?
Hoelang moet ik nog tegen Je schreeuwen,
terwijl Je maar geen uitkomst brengt?
Waarom laat Je me lijden?
Waarom laat je me leven in ellende?
Waarom moet ik leven midden geweld en onderdrukking?
Waarom is er ruzie?
Waarom moet men lijden onder conflicten?

En God antwoordde:
‘Schrijf mijn droom op. Schrijf die duidelijk op,
zodat je die gemakkelijk kunt lezen.
Want mijn droom - al moet die nog gerealiseerd worden -
kijkt ernaar uit om in vervulling te gaan.
Dit is geen leugen.
Al komt mijn droom nog niet direct uit,
geef het wachten niet op.
Want die droom zal uitkomen en op tijd.
Wie niet deugt in zijn hart zal wegkwijnen,
maar de rechtvaardige zal blijven leven door zijn vertrouwen.'



Bij de tekst

De profeet Habakuk

De profeet Habakuk, een tijdgenoot van Jeremia, trad op rond het jaar 600 voor Christus. Hij maakte de opkomst mee van de wereldmacht 'Babylonië', die het koninkrijk Juda onder de voet zal lopen.



Helpt God?

De vele vragen van de profeet in het begin van zijn tekst drukken uit hoezeer het joodse volk zich in de tijd van de ballingschap verlaten voelde en de hulp van God allerminst voelde.
Met het visioen wil de profeet, in naam van God, het onderdrukte volk moed inspreken.