Matteüs 21, 33-43: De boze wijnbouwers
Matteüs 21, 33-43 // Marcus 12, 1-12 // Lucas 20, 9-19
De tekst
’Bijbel in gewone taal’
(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1559)
Jezus gaf nog een ander voorbeeld. Hij zei: ‘Een rijke man heeft een wijngaard. Hij bouwt er een muur omheen, en maakt een bak om de druiven in te persen. Ook bouwt hij een toren voor het bewaken van de wijngaard. Dan verhuurt hij de wijngaard aan boeren, en gaat zelf op reis.
In de tijd van de oogst stuurt de man zijn knechten naar de wijngaard. Die moeten zijn deel van de opbrengst ophalen. Maar de boeren grijpen de knechten. Ze slaan één knecht in elkaar. Een andere slaan ze dood. En weer een andere gooien ze dood met stenen.
Dan stuurt de man opnieuw knechten naar de wijngaard. Deze keer zijn het er meer. Maar met hen gebeurt precies hetzelfde. Ten slotte stuurt de man zijn zoon naar de wijngaard. Want de man denkt: Voor mijn zoon zullen de boeren wel respect hebben.
Maar als de boeren de zoon zien, zeggen ze tegen elkaar: ‘Kijk, daar komt de zoon. Hij zal al het bezit van zijn vader krijgen. Kom op, we slaan hem dood! Dan is de wijngaard van ons.’ Ze grijpen hem vast, slepen hem de wijngaard uit en slaan hem dood.’
Jezus zei: ‘En dan komt de eigenaar van de wijngaard zelf. Wat zal hij doen met die boeren?’
De priesters en de farizeeën antwoordden: ‘Hij zal die misdadigers op een vreselijke manier doden. En hij zal zijn wijngaard verhuren aan andere boeren. Aan boeren die hem wel zijn deel van de opbrengst geven.’
Toen zei Jezus tegen hen: ‘Gods nieuwe wereld is niet langer voor jullie. Hij is voor andere mensen. Voor mensen die doen wat God wil.
Jullie weten wat er in de heilige boeken staat: «De bouwers gooiden één van de stenen weg. Maar dat werd juist de belangrijkste steen van het gebouw. God heeft dat zo bepaald. En de mensen kunnen het niet begrijpen.»
Dichter bij de tijd
(Naar: C. LETERME, Map Bijbel in 1000 seconden, fiche die hoort bij Matteüs 21, 33-43)
Op een dag zei Jezus
tegen de hogepriesters en de oudsten van het volk:
‘Luister naar de volgende gelijkenis.
Er was eens een landeigenaar die een wijngaard aanlegde.
Hij zette er een omheining om,
maakte een kuil om de druiven in te persen
en bouwde een toren om de wijngaard goed te kunnen bewaken.
Dan verhuurde hij zijn wijngaard aan wijnbouwers
en vertrok naar het buitenland.
Toen de druiven rijp waren,
stuurde de eigenaar zijn medewerkers naar de wijnbouwers
om de opbrengst van zijn wijngaard op te halen.
Maar de wijnbouwers grepen hen vast.
Eén gaven ze een pak slaag, een ander doodden ze,
en naar een derde gooiden ze stenen.
Dan stuurde de eigenaar andere medewerkers.
Meer dan de eerste keer.
Maar de wijnbouwers deden met hen hetzelfde.
Toen stuurde hij zijn zoon, omdat hij dacht:
‘Mijn zoon zullen ze wel niets doen.’
Maar toen de wijnbouwers de zoon zagen,
zeiden ze: “Dat is de erfgenaam!
Laten we hem doden en zijn erfenis nemen.”
Ze grepen hem vast,
gooiden hem uit de wijngaard en doodden hem.’
‘Wel,’ vroeg Jezus aan de hogepriesters en de oudsten van het volk,
‘als de eigenaar van de wijngaard terugkomt,
wat zal hij dan met die wijnbouwers doen?’
Ze antwoordden:
‘Hij zal ze op een verschrikkelijke manier doden.
En de wijngaard zal hij verhuren aan mensen,
die hem wel de opbrengst zullen geven
wanneer de tijd daar is.’
Dan zei Jezus: ‘Hebben jullie dan niet in de Bijbel gelezen:
"De steen die de bouwlieden afgekeurd hebben,
die steen is de hoeksteen geworden."
Daarom zeg Ik: men zal het rijk van God van u wegnemen
en geven aan een volk dat de vruchten van het rijk voortbrengt.'
Stilstaan bij ...
Gelijkenis
Een gelijkenis is een kort verhaal waarbij men een waarde, een begrip, plaatst naast een concreet gegeven dat erop gelijkt en het helpt te begrijpen.
In Vlaanderen wordt het woord ‘gelijkenis’ vaak vervangen door ‘parabel’.
Wijngaard
Een omheinde plaats waar wijnstokken groeien.
In het Oude Testament is de wijngaard het beeld voor Israël, in het Nieuwe Testament het beeld voor het rijk van God.
Wijnpers
Soms gebruikt men hiervoor het woord 'perskuil'.
Dit was een gat dat uitgehakt werd in de rotsgrond. Daarin werden de druiven geperst. Dit kon gebeuren door een zwaar voorwerp op de druiven te drukken, maar meestal werden de druiven platgetrapt door mensen op blote voeten.
Dienaren / medewerkers
Dienaren waren meestal slaven. De Bijbel vermeldt twee soorten:
. vreemdelingen die gekocht werden of tijdens een oorlog buitgemaakt waren.
. joodse mensen, die verkocht werden of zichzelf verkochten, om hun schulden te kunnen betalen.
Slaven waren werkzaam in bouwprojecten of deden dienst in huizen van rijke mensen.
Opbrengst
Een deel van de oogst moest gegeven worden als pachtsom / huur aan de landeigenaar.
Schrift / Bijbel
De verzen die Jezus citeert, komen uit psalm 118, 22-23. Ze willen zeggen dat God zich met deze zaak zal inlaten.
In die psalm is de betekenis van de hoeksteen niet duidelijk: is het de tempel? of de stad Jeruzalem? of misschien koning David?
In het Nieuwe Testament ziet men deze steen als het beeld van Jezus.
Hoeksteen
Stevige steen die bij het bouwen gebruikt wordt voor de hoek van een gevel. Eerst plaatste men de hoekstenen, daarna vulde men de ruimtes ertussen met stenen of ander materiaal om muren te bekomen. In sommige gebieden worden die hoekstenen zichtbaar gehouden als decoratief element.
Rijk van God
Dit rijk heeft te maken met een levensstijl waarbij men aan het woord van God de juiste plaats geeft. Het heeft niets te maken met het materiële noch met succes of met werelds machtsvertoon. Op dit punt botste Jezus op onbegrip en verzet bij zijn leerlingen en bij het volk. Want die dachten dat bij de komst van het rijk van God de Romeinse bezetter verdreven zou worden.
Omdat dit rijk van een andere orde is dan dat wat men kent, gebruikt Jezus metaforen, beelden, gelijkenissen ... om dit te verduidelijken.
Bij de tekst
Allegorie
Deze parabel van Jezus is een allegorie. Dit wil zeggen dat iedere persoon uit het verhaal voor iemand anders of voor een groep mensen staat. In dit geval:
Landeigenaar | = God |
Wijnbouwers | = leiders van het volk |
Dienaren | = mensen die in naam van God spreken. Bv. profeten |
Zoon | = Jezus |
Wijngaard | = rijk van God |
Wortels in het Oude Testament
Jesaja 5, 1-7
Ik wil zingen voor mijn dierbare vriend,
het lied van mijn dierbare vriend en zijn wijngaard.
Mijn vriend had een wijngaard op een vruchtbare helling.
Hij spitte hem om, verwijderde de stenen
en beplantte hem met edelwingerd.
Hij bouwde er een wachttoren en kapte ook een wijnpers uit.
Nu verwachtte hij dat hij druiven zou dragen,
maar hij bracht slechts wilde bessen voort.
Welnu, bewoners van Jeruzalem, mensen van Juda,
doe uitspraak tussen Mij en mijn wijngaard.
Wat kon Ik nog voor mijn wijngaard doen
dat Ik niet heb gedaan?
Waarom bracht hij slechts wilde bessen voort,
terwijl Ik verwachtte dat hij druiven zou dragen?
Welnu, Ik zal u vertellen wat Ik met mijn wijngaard ga doen.
Zijn omheining haal Ik weg, zodat hij kaal wordt gevreten;
zijn muren verniel Ik, zodat hij wordt vertrapt.
Psalm 118, 21-23
U dank ik, U hebt mij verhoord,
U bent mijn redder gebleken.
De steen door de bouwers afgekeurd,
die steen is hoeksteen geworden.
Dat is het werk van de heer,
een wonder is het in onze ogen.
Suggesties
Kleine kinderen
KENNISMAKEN MET DE BIJBELTEKST
Boze wijnbouwers
Vertel eerst de parabel.
Bezorg de kinderen daarna deze illustratie:
Bespreek:
- Welk moment uit de parabel heeft de kunstenaar getekend?
- Wat ging hieraan vooraf?
- Wat wilde Jezus met zijn parabel duidelijk maken?
Daarna kleuren de kinderen de tekening.
DOEN
Kleuren
Materiaal
- fotokopieën van een druiventros
- tros echte druiven
Verloop
De kinderen kleuren de druiven.
Nadien kunnen deze kleurplaten samen met de echte druiven rond het altaar geschikt worden.
Na de viering worden de echte druiven onder de kinderen verdeeld.
Grote kinderen
VERDIEPEN
Vertrouwen
Materiaal
- fotokopieën van een druiventros, waarvan de druiven groot genoeg zijn om erin te kunnen schrijven.
Verloop
Vertel de parabel. In dit verhaal dat Jezus vertelt, zijn de wijnbouwers het vertrouwen van de landeigenaar niet waard.
De kinderen denken na over het vertrouwen dat anderen in hen stellen.
Op de druiven noteren ze de nieuwe verantwoordelijkheden die ze kregen sinds de grote vakantie. Ofwel schrijven ze er de verantwoordelijkheden in die ze graag zouden willen opnemen.
SPREKEN MET BEELDEN
De tweede laag van de parabel
Vertel de parabel.
In deze parabel van Jezus, doden de wijnbouwers de zoon van de landeigenaar. Zeg aan de kinderen dat in dit verhaal van Jezus elk belangrijk woord iets zegt over iets anders:
Landeigenaar | = God |
Wijnbouwers | = leiders van het volk Israël |
Medewerkers | = mensen die in naam van God spreken. B.v. profeten |
Zoon | = Jezus |
Wijngaard | = rijk van God |
Laat de kinderen nadenken over:
- Wie ben ik in de parabel?
- Ben ik als de wijnbouwer? Ben ik als een medewerker van de landeigenaar?
- Waarom geef je dat antwoord?
Hou er rekening mee dat sommige kinderen zich niet met één van die twee groepen kunnen identificeren. Die kinderen verwoorden waarom dat voor hen zo moeilijk ligt.
Nog meer beelden ...
De hoeksteen
Jezus maakt duidelijk dat de manier waarop de wijnbouwers optreden geen vruchten draagt, dood is.
Dat ze de zoon van de eigenaar doden is te vergelijken met het afkeuren van een steen door de bouwlieden. En net die steen werd later uitgekozen om de hoeksteen te worden.
- Wat is een hoeksteen?
Een hoeksteen is een stevige steen die gebruikt wordt om de hoekpunten van een bouwwerk te verstevigen. Bij het bouwen worden eerst de hoekstenen geplaatst en later de andere stenen. Een hoeksteen die niet voldoet aan de eisen van zijn positie, wordt afgekeurd.
- Jezus vergelijkt zichzelf met een hoeksteen.
Jezus kent het beeld van de hoeksteen uit psalm 118, 22: 'De steen die de bouwlieden verwierpen, is nu tot hoeksteen geworden’: Een verworpen en veracht mens of groep zal ooit een centrale plaats innemen.
_ Op welke manier is Jezus een 'hoeksteen'?
Jezus werd veracht door de joodse bouwlieden (toenmalige godsdienstige leiders), maar God Maakte Hem tot hoeksteen van de nieuwe wereldwijde gemeenschap van christenen, die allen op Hem betrokken zijn.
Vruchten voortbrengen
Aan een bloeiende plant of boom komen bloemen en vruchten. En uit die vruchten kunnen nieuwe planten of bomen ontstaan.
Een plant die geen vruchten voortbrengt, sterft af, gaat dood. Zo'n plant of boom is dan alleen nog goed om uitgetrokken te worden of omgekapt te worden.
De handelswijze van de wijnbouwers is te vergelijken met een boom of plant die geen vruchten voortbrengt. Jezus roept zijn volgelingen op om wel 'vruchten voort te brengen'
- Welke 'vruchten' zou Jezus kunnen bedoelen?
- Welke concrete 'vruchten' kunnen de kinderen voortbrengen?
(mogelijke antwoorden op deze vraag: liefde voor de medemens, attent zijn, dankbaar zijn, niemand uitsluiten ... allemaal levenshoudingen die het rijk van God dichterbij brengen)
ACTEREN
De landeigenaar en zijn wijngaard
Verteller
Er was eens een landeigenaar die een wijngaard aanlegde.
Hij zette er een omheining heen, maakte een kuil om de druiven in te persen
en bouwde een toren om de wijngaard goed te kunnen bewaken.
Dan verpachtte hij de wijngaard aan wijnbouwers en vertrok naar het buitenland.
Toen de druiven rijp waren, ging de landeigenaar naar zijn medewerkers.
Landeigenaar
Dienaars, ga naar de wijnbouwers om de opbrengst van de druiven op te halen.
Verteller
(Eventueel: drie wijnbouwers doen 'mimisch' wat de verteller zegt)
Maar de wijnbouwers grepen hen vast.
De ene gaven ze een pak slaag, een andere doodden ze,
en naar een derde gooiden ze stenen.
Landeigenaar
Ik zal andere medewerkers sturen. En veel meer dan de eerste keer.
Verteller
(Eventueel: drie wijnbouwers doen 'mimisch' wat ze de vorige keer gedaan hebben)
Maar de wijnbouwers deden met hen hetzelfde.
Landeigenaar
Ik zal maar mijn eigen zoon sturen naar de wijnbouwers. Die zullen ze wel niets doen.
Wijnbouwers
Kijk, dat is de erfgenaam!
Laten we hem doden en zijn erfenis nemen.
Verteller
Ze grepen hem vast, gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem.
(Eventueel: de wijnbouwers doden de zoon 'mimisch')
Jongeren
VERDIEPEN
De kijk van Fano
Lees / beluister de parabel opnieuw.
Bekijk dan deze illustratie van Fano:
- Welke extra dimensie geeft Fano met zijn illustratie aan deze parabel?
Overwegingen
Frans Mistiaen s.j.
Wij zijn de behoeders van de plaatsen waar de liefde bloeit
In de parabel van de misdadige wijnbouwers
gaat het over een wijngaard, een uitgekozen plek,
die God met speciale zorgen koestert en met Zijn Liefde omringt.
Waar zou die wijngaard van God op onze dagen te vinden zijn?
Niet in één bepaald, zeer gelovig land of in één vurig bedevaartsoord.
In onze tijd is Gods wijngaard te vinden
op eender welke plaats op onze aarde
waar Zijn Liefde de kans krijgt op te schieten
en tussen de mensen goede vruchten voort te brengen.
En wij, wij zijn de beheerders van die wijngaard.
Wij zijn dus de behoeders van de bevoorrechte plaatsen
in onze wereld van vandaag
waar de liefde nog kan bloeien en tastbaar worden:
ons gezin, onze leefgemeenschap, onze parochie, onze Kerk.
Wat zijn toch de goede vruchten die God van ons mag verwachten?
"Blijdschap, vrede en geduld,
vriendelijkheid, goedheid en trouw,
zachtheid, verzoening, eerlijkheid en rechtvaardigheid."
God droomt en hoopt dat onze wereld hierdoor
meer en meer Zijn wijngaard zou worden,
Zijn Rijk, waar Zijn liefde ervaren en doorgegeven wordt.
Maar Gods liefdesaanbod en droom worden blijkbaar diep gekwetst.
In de plaats van goede vruchten voort te brengen
worden de wijnbouwers ondankbaar en opstandig.
Het eigenbelang steekt de kop op.
Zij willen zich de wijngaard toe-eigenen.
Zij mishandelen de afgezanten van de Heer.
Zij vermoorden zelfs Zijn Zoon.
De parabel eindigt met een scherpe veroordeling
van zoveel liefdeloosheid:
"God zal Zijn wijngaard aan een ander volk geven
dat wél goede vruchten afdraagt."
Voor Mattheüs betekende dit duidelijk
dat de taak, die tot dan toe aan de joodse leiders,
hogepriesters en farizeeën, was toevertrouwd,
nu zou worden overgenomen
door de jonge Kerk van de verrezen Heer Jezus.
Wat zou dat voor ons nu betekenen?
Misschien wel dit:
Wanneer wij op een bepaald ogenblik
in ons gezin, in onze leefgemeenschap, in onze parochie, in onze Kerk
vooral gaan handelen uit eigenbelang,
als wij niet meer liefdevol leven,
niet meer dankbaar en geduldig,
niet meer vriendelijk en trouw
niet meer eerlijk of niet meer rechtvaardig zijn,
dan is het Rijk Gods gewoon niet meer onder ons aanwezig.
Dan leeft God niet meer in ons midden.
Hij herleeft telkens opnieuw
in ons gezin, in onze leefgemeenschap, in onze parochie, in onze Kerk,
daar waar Hij dankbaar wordt erkend
als Schepper en Bezieler van onze aarde,
daar waar Zijn Zoon wordt aanvaard
als Redder van onze mensenwereld.
Hij herleeft telkens opnieuw
tussen diegenen die het aandurven, ondanks alles,
toch vriendelijk en trouw en eerlijk en rechtvaardig te zijn.
Hij wordt tastbaar tussen diegenen
die toch de liefde tot fundament en hoeksteen van hun leven maken.
"De steen die de bouwlieden hebben verworpen
is de hoeksteen geworden!"
Waar Jezus en Zijn dienstbare liefde de hoeksteen worden,
daar woont God!
Marc Gallant, trappist (Orval)
Verontrustend (2014)
We beginnen best met dit evangelieverhaal in zijn context te plaatsen.
Jezus heeft de verkopers uit de tempel gejaagd (Matteüs 21,12-13). Dit profetisch gebaar kwam over als een agressie van de priesterkaste van Jeruzalem die deze winstgevende handel behartigde. Verontwaardigd komen de hogepriesters dan ook Jezus om uitleg vragen (Matteüs 21, 23). Jezus brengt hen eerst in verlegenheid met een vraagje over Johannes de Doper (Matteüs 21,24-27). Daarna vertelt hij hen de parabel van de slechte wijnbouwers. Hij beëindigt die met de ‘onschuldige’ vraag: ‘Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt, wat moet hij dan met die wijnbouwers doen?’ En ja, zij spreken hun eigen vonnis uit: ‘De onmensen! Laat hij ze op een mensonwaardige manier ombrengen en de wijngaard verpachten aan andere wijnbouwers, die de vruchten wel aan hem afdragen wanneer het daar de tijd voor is’ (Matteüs 21,41). Jezus heeft nu nog maar de betekenis van de parabel aan te geven: ‘Het koninkrijk van God zal u worden ontnomen, en gegeven worden aan een volk dat het wel vrucht laat dragen. Wie over die steen struikelt zal gebroken worden, en iedereen op wie die steen valt zal worden verpletterd’. Toen begrepen ze eindelijk dat Jezus over hen sprak (Matteüs 21,43-45). Ze hadden immers reeds besloten Jezus uit de weg te ruimen …
Dergelijke agressie zullen de hogepriesters niet dulden. Jezus weet het: Hij onderlijnt het aanmatigend gedrag van de religieuze leiders die de tot hen gezonden profeten vermoorden.
Het grootste gevaar voor Jezus waren juist die machtige beheerders van de Tempel. In verstandhouding met de Romeinse bezetter, waren ze de echte machtsdragers. Vanuit hun standpunt waren Jezus’ verkondiging van het komende rijk van God, zijn kritische visie op de toestand, zijn solidariteitsprogramma met de outcasts van de maatschappij en zijn vrijheid van spreken en handelen een radicaal gevaar voor hun privilegies die door Rome in stand gehouden werden. Van populaire rondreizende predikant was Jezus een verontrustende profeet geworden.
Jezus wist dat zijn lot bezegeld was: driemaal reeds had Hij zijn komende dood aangekondigd (Matteüs 16,21-23; 17,22-23; 20,17-19). Maar ook dat Hij niet in de dood zou blijven: God zal Hem doen verrijzen. De steen verworpen door de bouwers zal de hoeksteen worden die een heel nieuw gebouw schraagt. God zal een nieuw messiaans volk opwekken.