Loading...
 

30e zondag door het jaar A - eerste lezing

Exodus 22, 20-26: Zo spreekt God

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 116-117)

De Heer gaf ook de volgende regels: ‘Jullie mogen een vreemdeling niet onderdrukken of slecht behandelen. Want jullie zijn zelf ook vreemdelingen geweest, toen jullie in Egypte waren. Weduwen mag je niet slecht behandelen, en ook kinderen zonder vader niet. Als je dat toch doet en als ze mij dan om hulp vragen, zal ik naar hen luisteren. Dan zal ik kwaad worden en jullie doden. Dan hebben jullie eigen vrouwen geen man meer. En dan hebben jullie eigen kinderen geen vader meer.
Als je geld leent aan een Israëliet die arm is, mag je er niet aan verdienen. Je mag geen rente vragen. Stel dat die arme zijn jas aan jou geeft als bewijs dat hij het geleende geld zal terugbetalen. Dan moet je zijn jas nog dezelfde dag teruggeven. Want hij heeft zijn jas nodig om onder te slapen. Hij heeft niets anders dat hij als deken kan gebruiken. Als hij mij om hulp vraagt, zal ik naar hem luisteren. Want ik ben een God die medelijden heeft met mensen.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Drie maanden na het vertrek van de Israëlieten uit Egypte,
zei de Heer tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten:
Jullie mogen de vreemdelingen niet uitbuiten of onderdrukken,
want jullie waren zelf vreemdelingen in Egypte.
Jullie mogen ook weduwen en wezen niet slecht behandelen.
Als jullie dat toch doen en Ik hoor hun klagen,
dan luister Ik daar zeker naar.
Ik zal kwaad worden en jullie doden:
dan worden jullie vrouwen weduwe en jullie kinderen wees.
Als jullie geld lenen aan een arme persoon van mijn volk,
doe dan niet als een geldschieter en vraag er geen rente voor.
En als jullie een mantel van iemand in pand nemen,
geef hem dan die mantel terug voor de zon ondergaat,
want hij heeft die mantel nodig om in te slapen.
Daarmee beschermt hij zijn blote lichaam.
Als hij Mij om hulp roept,
zal Ik naar hem luisteren, want Ik ben vol medelijden.’



Stilstaan bij ...

Heer
Gewoonlijk is ‘Heer’ een respectvolle manier om iemand aan te spreken.
De joden gebruiken het woord ‘Heer’ wanneer ze over God spreken omdat ze uit eerbied voor God zijn eigen naam niet willen uitspreken.

Mozes
(= Egyptisch: ‘uit het water gered')
Bevrijdde de Israëlieten uit Egypte en bracht hen tot aan de grens van het Beloofde Land. Daar stierf Mozes op de berg Nebo.

Vreemdeling
De manier waarop de Bijbel denkt over vreemdelingen, werd sterk bepaald door het feit dat het joodse volk in zijn geschiedenis zelf vreemdeling was: in Egypte en in Babylonië.

Egypte
Land waar de joden vroeger als vreemdeling leefden en als slaven werden behandeld.

Weduwen
De Bijbel ziet weduwen als kwetsbare, arme en hulpeloze vrouwen die aangewezen zijn op de hulp van anderen. Als een weduwe kinderen heeft, dan voorzien die in haar levensonderhoud. Is ze kinderloos, dan kan ze trouwen met een broer van haar man (leviraatshuwelijk), anders moet zij naar haar ouderlijk huis terugkeren. De Bijbel noemt weduwen altijd samen met twee andere sociaal zwakke groepen: wezen en vreemdelingen.
Het beschermen van weduwen en wezen behoorde aanvankelijk tot het takenpakket van een koning. In naam van God zag die toe op gerechtigheid en vrede in zijn rijk. Toen er in het oude Israël geen koningen meer waren, werd die opdracht gedemocratiseerd en werd van iedereen verwacht dat die de zorg voor weduwen en wezen op zich zou nemen.

Klagen
God blijkt niet ongevoelig te zijn voor het klagen van de mens. Als Mozes bij het brandende braambos staat, zei God tegen hem: ‘Ik heb de jammerklachten van mijn volk gehoord.’

Gehoor geven / luisteren
In Exodus 3, 7 staat dat God de ‘jammerklachten van zijn volk heeft gehoord’. Dat heeft God bewogen om hen te bevrijden uit Egypte.

Geldschieter
In de Joodse Wet staat dat men zich niet mag gedragen als een geldschieter, toch hebben Joden eeuwenlang wel geld geleend en er woekerrentes voor opgestreken. Maar dan leenden ze wel uit aan niet-joden. De Joodse Wet verbood hen alleen geld uit te lenen tegen rente aan het ‘volk van God’.

Mantel
Voor armen was een mantel hun enige bezit. Overdag legden ze die op de grond om er aalmoezen op te ontvangen. ’s Nachts sliepen ze erin.





Bij de tekst

Betekenis

Deze tekst uit Exodus is een stuk uit de wetgeving van de joden. Ze roept op om vreemdelingen, weduwen, wezen en noodlijdenden niet tekort te doen en respectvol hun levenssituatie te behandelen.
Want – zegt God – er was een dag waarop jullie zelf vreemdeling waren in Egypte.
Deze zin verwijst zowel naar het verbond dat God met zijn volk sloot: ‘Ik zal jullie redden uit Egypte’ als naar: 'Doe niet aan een ander wat je zelf niet graag hebt'.



Wetboeken in de Oudheid

Het Joodse Wetboek heeft veel gemeenschappelijke trekken met andere wetboeken uit die tijd in West-Azië. Toch zijn er verschillen: Joodse Wetten
. vinden hun gezag bij God, en niet bij die van de koning.
. maken geen onderscheid tussen burgerlijke en religieuze wetten.
. zijn bedoeld voor alle lagen van de joodse bevolking.
. besteden opvallend veel aandacht aan de zorg voor hulpeloze groepen in de samenleving.



Weduwen en wezen

De zorg voor weduwen en wezen was een terugkerend thema in de oudheid:

. Hammurabi, koning van Babylon (ca. 1793-1750 voor Christus), schreef in zijn Codex dat zijn wetten als doel hebben ‘dat de sterke de zwakke niet zal uitbuiten, dat recht gedaan zal worden aan weduwen en wezen, dat zij die uitgebuit worden gerustgesteld mogen zijn’.

. Keret / Kirta, koning van Ugarit, werd volgens een legende door zijn zoon beschuldigd zijn koningschap niet waardig te zijn: ‘Want je liet je hand tot misdaad verleiden! Je beoordeelde de rechtszaak van de weduwe niet’.

. De koningen van Israël kregen van de profeet Jeremia te horen: ‘Oordeel rechtvaardig en eerlijk. Bevrijd de verdrukte uit de macht van de verdrukker, doe vreemdelingen, wezen en weduwen niet te kort, zorg dat hun geen onrecht geschiedt.’ (Jeremia 22, 3)



Herinnering aan het Nieuwe Testament

Toen Hij uit Jericho wegging met zijn leerlingen en heel wat mensen,
zat de zoon van Timeüs, Bartimeüs, een blinde bedelaar, langs de weg.
Toen hij hoorde dat het Jezus van Nazaret was,
begon hij te schreeuwen en te roepen:
‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij.’
Velen snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden.
Maar hij schreeuwde nog harder:
‘Zoon van David, heb medelijden met mij.’
Jezus bleef staan en zei: ‘Roep hem.’
Ze riepen de blinde: ‘Houd moed, sta op, Hij roept u.’
Hij wierp zijn mantel weg, sprong overeind en ging naar Jezus.
Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Wat wilt u dat Ik voor u doe?’
De blinde zei Hem: ‘Rabboeni, dat ik weer kan zien.’
‘Ga,’ zei Jezus, ‘uw vertrouwen is uw redding.’
Meteen kon hij weer zien, en hij volgde Hem op zijn weg.
(Marcus 10, 46-52)





Suggesties

Grote kinderen

INLEVEN

Een dag uit het leven van ...

Zoek zelf vooraf een stukje in een krant dat het heeft over iemand die onrecht te verwerken heeft.
Lees dat stukje voor.
De kinderen schrijven nadien per twee wat die persoon 's avonds in zijn / haar dagboek zou kunnen schrijven.


Belangrijk
Kinderen leren zo in de schoenen staan van iemand die een onrechtvaardige situatie beleeft, zodat ze met een heel andere ingesteldheid naar die persoon kijken.


TIP
voor kinderen die niet erg schrijfvaardig zijn:
Per twee bereiden ze een interview voor: de ene ondervraagt, de ander antwoordt.





DOEN

Twee handen vol

(Naar: Dit is mijn 40-dagenboekje 2009)

Net twee handen vol, dat zijn de tien woorden die we van God kregen.
We hebben er onze handen mee vol!

Neem tien tandenstokers en hang er een vlaggetje van papier aan.
In de Bijbel staan tien woorden die aangeven hoe het samenleven van mensen mogelijk is.
Voor wie niet leeft volgens die tien woorden, wordt het leven en het samenleven met mensen heel moeilijk.
Schrijf op elk vlaggetje één van de tien woorden:

Ik ben jullie enige God.
Gebruik mijn naam niet zomaar.
Rust uit op de zevende dag om Mij te vieren.
Heb eerbied voor je vader en moeder.
Eerbiedig het leven van iedere mens.

Wees trouw aan elkaar.
Steel niet.
Spreek geen kwaad over een ander.
Maak niet kapot wat van een ander is.
Wil niet altijd wat een ander heeft.






Jongeren

ACTUALISEREN

Zo spreekt God in de XXIe eeuw

Zorg voor een aantal recente kranten - of het nieuws via internet.

Lees de eerste lezing van deze zondag voor.
Vraag de jongeren om deze tekst te herschrijven vanuit actuele situaties.
Dit houdt in:
. plaatsnamen worden aangepast aan de huidige probleemgebieden
. het woord 'onrecht' in de tekst wordt concreet omschreven
. ...
De kranten kunnen hierbij helpen.





Overweging

Johan Poppe

Een goddelijke droom

(30e zondag - jaar C, Dendermonde, 28 oktober 2023)

De vreemdeling moet je niet slecht behandelen,
er kan immers een tijd komen dat jezelf vreemdeling wordt.

Weduwen en wezen mag je geen onrecht aan doen,
hun huizen niet beschieten,
hen de basisbehoeften niet ontzeggen.

Aan mensen die leven in tekort
leen je niet uit met woekerwinsten,
je ontwikkelt geen nieuwe koloniale systemen,
je zet hen financieel niet in de tang.

Zorg ervoor dat geen enkele mens onbeschermd
de nacht moet doorbrengen.
vrouwen noch kinderen,
jongeren noch alleenstaande mannen.

Wat zou het leven toch mooi en vredevol zijn
zo de goddelijke vraag uit Exodus gewoon
dagdagelijkse praktijk zou worden.