De avond voor Allerheiligen
Het woord 'Halloween'
'Halloween' betekent 'vooravond van Allerheiligen' (= All hallows eve - 'Hallow' is een oud Engels woord voor 'heilig')
Rond 31 oktober versieren mensen hun huizen met pompoenen. In uitgeholde pompoenen, waarin ogen, een neus en een mond worden uitgesneden, worden theelichtjes geplaatst (= Jack-o-lantern).
In Amerika bestaat het gebruik dat kinderen zich verkleden. Veel van die verkleedpartijen verwijzen naar de dood. (De dag na Allerheiligen wordt immers Allerzielen gevierd) Ze gaan dan van deur tot deur en zingen: 'Trick or treat' en vragen zo om snoep of ander lekkers.
Deze gebruiken gaan terug op Samhain, een oud-Keltisch feest (± 800 voor Christus) aan het begin van de winter.
Oorsprong en geschiedenis
De Kelten (± 800 voor Christus) vierden op het einde van de oogst (eind van de maand oktober) een belangrijk feest: Samhain (Spreek uit: Sawen). Dan haalde men de kudde van de hoger gelegen weiden en slachtte men het vee dat te zwak was om de winter door te komen. Samhain was dus een combinatie van een oogst- en slachtfeest.
Dit feest op de grens van zomer en winter duurde drie dagen. De Kelten geloofden dat op zulke overgangsmomenten de wereld van de levenden en die van de doden elkaar raakten.
Op de toppen van de heuvels maakte men vreugdevuren om de zon te danken voor de oogst en om de boze geesten te verjagen.
Van dit vuur namen de Kelten een gloeiende houtskool om er de haard mee aan te steken. Die gloeiende kool werd beschermd in een uitgeholde knol of raap en zo meegedragen. Omdat de Kelten geloofden dat in die nachten de doden terugkeerden uit het dodenrijk, verkleedden ze zich angstaanjagend. Ze kerfden in de rapen griezelige gezichten, om die geesten op afstand te kunnen houden. Daarnaast wilden ze de doden gunstig stemmen door voedsel en geschenken achter te laten. Hierdoor zouden huizen en oogst met rust gelaten worden.
Toen de Romeinen het gebied van de Kelten bezetten, lieten ze Samhain bestaan. Zelf vierden ze rond diezelfde periode Pomona (doet denken aan pomme/appel), hun godin van de vruchtbaarheid.
Toen de Kelten christenen werden, probeerde de kerk dit feest een meer christelijke inhoud te geven. Daarom verplaatste paus Gregorius in 834 het feest van Allerheiligen dat toen op 13 mei werd gevierd (vgl. Orthodoxe kerken tot op vandaag) naar 1 november, om de aandacht van Samhain af te leiden. Wat nog van het oude Keltische feest overbleef, werd gevierd op de vooravond van Allerheiligen.
Rond 1840 emigreerden heel wat Ieren naar Amerika na een mislukte oogst. Ze namen de tradities van het oude Keltische feest mee. In Amerika gebruikten ze pompoenen, in plaats van rapen of knollen, om het vuur te bewaren. Daar evolueerde 'Halloween' naar een kinderfeest waarbij griezelen een belangrijke rol speelt.
Vanaf 1995 werd - onder invloed van Amerikaanse films en tv-series - Halloween terug gevierd in onze streken. Dit gebruik wordt sterk gestimuleerd door de handel.
Een legende
Het symbool van Halloween is de uitgeholde pompoen, die ook wel Jack O'Lantern wordt genoemd. De volgende legende verklaart de aparte naam van die pompoen.
Lang geleden ...
Het was Halloween, de avond voor Allerheiligen.
De Ier Jack had veel te veel gedronken.
Die avond wilde de duivel hem halen. Maar Jack kon weglopen.
De duivel haalde hem in om hem naar de hel te kunnen meenemen.
Maar Jack kon weer ontsnappen.
Toen beloofde de duivel: 'Jack, ik zal je nooit meer lastig vallen.'
Nog geen jaar later stierf Jack.
Omdat hij vaak dronken was geweest, mocht hij niet in de hemel.
Daarom ging hij naar de hel.
Maar ook daar kon hij niet binnen, want de duivel had beloofd,
dat hij hem nooit meer zou lastig vallen.
Daarom zei de duivel: 'Ga maar terug naar waar je vandaan komt,
naar de wereld van de stervelingen.'
Jack ging terug.
Vanaf dat moment moest hij blijven ronddwalen.
Onderweg was het donker en winderig.
Hij smeekte de duivel om wat licht.
Die gooide hem een hete kool toe,
net toen Jack in een smakelijke raap wilde happen.
Om te verhinderen dat het kooltje zou doven,
plaatste hij het in de raap.
Sindsdien dwaalt 'Jack of the Lantern' (later 'Jack O'lantern')
met zijn 'lantaarn' in de hand door het duister.
Even vergelijken
Gelijkaardige gebruiken
Uitgeholde pompoenen
Het gebruik om Sint Maarten tegemoet te gaan met uitgeholde bieten, waarin een kaarsje steekt (o.m. in Ieper)
Grote vuren (Bonfires)
Sintmaartensvuren in de Kempen, Limburg
Vergelijking met Allerzielen
De Kelten wilden van de doden iets meer te weten komen over hun toekomst.
Christenen bidden rond Allerzielen voor de overledenen, eerder dan een gunst van hen te verwachten.
Gelijkaardige 'feesten'
Tijdens Halloween gaat het om de dood en de doden. In veel culturen bestaan dergelijke feesten. Bijvoorbeeld:
. Divali bij de hindoes
. Día de los Muertos (’Dag van de doden’) in Latijns-Amerika.
Sfeer
Angstaanjagend
Halloween heeft iets angstaanjagend omwille van de tijd van het jaar, waarbij de nachten donker en koud worden en omwille van de aard van de vermommingen: geraamtes, mummies, spoken, heksen... Het is een 'feest' waarbij de angst voor de dood gespeeld wordt.
Een heel ander feest dan carnaval dat plezieriger is en meer levenslust uitstraalt.
Wat doen al die pompoenen bij de voordeur van de huizen?
Toch handig als je wat eten hebt klaarliggen voor de deur. Zo hoeft de boze geest niet meer aan te bellen. Hij vindt meteen wat hij zoekt. En hij laat jou en je familie gerust. Je kunt de geesten natuurlijk ook verjagen. Je vraagt aan mama of papa of ze lekkere pompoensoep willen klaarmaken. Daarbij mogen ze de pompoen niet in stukken snijden, maar moeten ze hem helemaal uithollen. Met de holle pompoen kun je aan het werk. Met een mesje snij je in de schil een gezicht uit. Niets liefs. Geen lachend snoetje. Een monster. Zo'n mond en ogen waar je bang van wordt. Daarna zet je een kaars of een theelichtje in het midden van de pompoen. Het duivelse gezicht wordt nu spookachtig verlicht. Je zet de pompoen bij de voordeur. Geen enkele boze geest durft zich nu nog in de buurt van jullie huis te wagen.
Uit: L. VAN DEN BERG, Waarom is de paashaas geen hond, 1999, Uitgeverij Clavis, Hasselt