Loading...
 

31e zondag door het jaar A - tweede lezing

1 Tessalonicenzen 2, 7b-9.13: Paulus in Tessalonica

De tekst

’Bijbel in gewone taal’

(Deze Bijbeltekst komt uit de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014, p. 1880)

Ik ben vriendelijk voor jullie geweest, zoals een moeder die voor haar kinderen zorgt.
Ik voelde liefde voor jullie. Daarom vertelde ik jullie niet alleen maar Gods goede nieuws. Nee, ik deelde ook mijn leven met jullie, want ik ben veel van jullie gaan houden.
Vrienden, jullie weten hoeveel moeite ik voor jullie gedaan heb. Ik heb dag en nacht gewerkt om geld te verdienen. Zo kon ik jullie Gods goede nieuws brengen zonder dat het jullie iets kostte.

Ik heb mij tegenover jullie gedragen zoals God het wil. Jullie weten dat dat waar is, en God weet dat ook. Ik was eerlijk en deed niets verkeerds. Ik was als een vader voor jullie allemaal. Ik heb jullie raad gegeven en moed ingesproken. Ik zei: ‘Jullie moeten God eren door goed te leven. Hij wil jullie een plaats geven in zijn nieuwe wereld.’
Ik dank God steeds weer dat jullie zijn gaan geloven. Jullie begrepen heel goed dat mijn boodschap niet alleen maar een boodschap van mensen was. Het is Gods boodschap, die nu in jullie aan het werk is.



Dichter bij de tijd

(Bewerking: C. Leterme)

Broeders en zusters,
ik ging zo teder met jullie om,
als een moeder die haar kinderen voedt en koestert.
Ik was zo op jullie gesteld
dat ik jullie niet alleen het evangelie van God,
maar ook mijn eigen leven heb gegeven.
Jullie liggen me zo nauw aan het hart.

Denk eens terug, broeders en zusters,
aan al mijn moeite en inspanning.
Hoe ik jullie het evangelie van God verkondigde,
terwijl ik dag en nacht werkte
om niemand van jullie op kosten te moeten jagen.

Daarom dank ik God zonder ophouden,
omdat jullie het woord van God,
dat jullie van me te horen kreeg,
hebt ontvangen en aanvaard.
Niet als een woord van mensen,
maar als het woord van God zelf,
dat werkzaam blijft in wie gelooft.



Stilstaan bij ...

Broeders en zusters
De joden spraken volksgenoten wel eens aan met 'broeders en zusters'. Dat gebeurde ook in sommige Grieks-Romeinse verenigingen.
In de Bijbel is dit de eerste keer dat die woorden in een christelijke context voorkomen.

Evangelie
Paulus gebruikt het woord 'evangelie' hier niet als een verwijzing naar de vier evangelies die nu officieel gekend zijn, maar als het 'goede nieuws' dat hij de mensen wil brengen over Jezus, de Messias (= Christus).

Dag en nacht
In de oorspronkelijke tekst staat: nacht en dag. Want voor de joden begint de nieuwe dag 's avonds. Daarom beginnen de joden de sabbat te vieren op vrijdagavond.



Bij de tekst

Brief aan de Tessalonicenzen

Deze zinnen behoren tot de oudste tekst van het Nieuwe Testament. Het gaat om een brief die Paulus schreef aan de pas gestichte groep christenen in Tessalonica. Hij deed dat ongeveer 20 jaar na de dood van Jezus, wellicht vanuit Korinte.
Klik hier voor meer informatie over Tessalonica en de brief die Paulus naar de eerste christenen van die stad schreef.



Betekenis

Blijkbaar was er een roddelcampagne aan de gang tegen Paulus. Hij reageert hierop door de tijd op te roepen dat hij in Tessalonica was. En hoe hij toen voor zijn eigen levensonderhoud heeft gezorgd, zodat hij tegenover niemand verplichtingen had. Zo wil hij zich onderscheiden van sommige predikers in die tijd die een eigen leer kwamen verkondigen voor eigen profijt.





Overweging

Johan Poppe

Als een moeder ...

(31e zondag - jaar A, Senegal – Keur Warang, 5 november 2023)

‘Broeders en zusters,
wij zijn zachtzinnig met u omgegaan
als een moeder die haar kinderen voedt en koestert.’

Met deze woorden spreekt Paulus
zijn geliefde broeders en zusters uit Thessaloniki aan.

Hoe geweldig zou het zijn indien wij,
wereldwijd en op hartelijke wijze,
elkaar zou zouden kunnen aanspreken.

Dat zou immers veronderstellen
dat wij met elkaar hebben leren samenleven
op een beminnelijke wijze,
met respect voor de eigen ideeën,
de eigen overtuiging,
de eigen wensen en verlangens,

Dat zou ervoor zorgen dat de wereld niet langer brandt.
Dat zij ons massa’s ellendige beelden besparen.
Oorlogsjournalistiek zou iets van vroeger worden.

Een bisschoppensynode zou zich niet meer moeten buigen over
de wijding van mannen en vrouwen,
en de wijding van gehuwde mannen en vrouwen,
jong en oud zouden op goddelijke wijze
elkaar voorgaan in het leven,
de weg wijzen naar intens geluk,
zorgzaam handelen waar nodig en nuttig.

De negatieve energie
zou eindelijk te goede kunnen worden gebruikt
om honger en rampspoed aan te pakken,
om opwarming en droogte te bemeesteren.
om dodelijke ziektes de wereld uit te helpen.

Migraties zou niet meer gebeuren
omdat een mens zich niet veilig voelt,
maar enkel omdat niet elke mens gemaakt is
om aan één plaats vast te hangen.

Mensen zouden elkaar oprecht beluisteren,
zonder verborgen agenda’s.

Mensen zouden goed doen zonder bijbedoelingen.

Mensen zouden hun waarde en betekenis
niet meer moeten zoeken in ronkende titels.

Er zelfs geen persoonlijke god meer nodig zijn
om zichzelf te vergoelijken.

God zou eindelijk zijn wat Hij altijd wou zijn:
geest, drijfveer, aanzet tot geloof, hoop en liefde.